Coronadossier

Ledenverhalen

Hier vind je de ervaringen, tips en reflecties van leden met betrekking tot de invloed van de coronacrisis op hun ondernemerschap en werkgeluk.

14-12-2021 Gemengde stad, gemengd leven en werken

Jaarlijks brengt Rijnboutt een magazine uit. Onlangs verscheen de nieuwste editie met de titel ‘Werk... Richard Koek en Jan van Grunsven tonen zich in deze gastblog pleitbezorgers voor woon-werken in de stad, maar dan wel in een gezonde stad, waar sociale en ecologische waarden in balans zijn met economische.

De gemengde stad
Het draagvlak voor de functionele stad met zijn rigoureuze scheiding tussen wonen, werken, recreatie en verkeer – de basis van het moderne wonen in de twintigste eeuw – loopt ten einde. Niet langer plaatsen we ‘werk’ bij voorkeur buiten de stad. De huidige productie wordt steeds schoner en veroorzaakt weinig tot geen hinder. Daarbij veronderstelt ‘werken in de stad’ behalve de deelname van onderwijs en zorg, winkels en voorzieningen, ook een diensteneconomie variërend van kinderopvang tot schoonmaken. Dit biedt kansen voor nieuwe dynamische woon-werkmilieus in een veerkrachtige stedelijke regio.

Tegenover de functionele stad staat de gemengde stad. Wonen, werken en vrijetijdsbesteding lopen hier in elkaar over. In de gemengde stad, opgebouwd uit levendige woon-werklandschappen, is de woning tevens de locatie waar energie wordt opgewekt, die een werkplek biedt, gecombineerd met zorg. Winkelen doe je thuis – met dank aan de bezorgservices. Toch de deur uit? De Coffee Company is voor veel zzp’ers hun kantoor. Shopping wordt vermengd met horeca en cultuur.

Het nieuwe werklandschap

In ‘het nieuwe werklandschap’ maakt het economisch model waarbij ontwikkeling gelijkstaat aan groei, geleidelijk plaats voor een model dat is gebaseerd op circulariteit. Een nieuw systeem dat balanceert tussen menselijk welzijn en het ecologisch plafond, waarin we kleinschaliger produceren en onze diensten dichterbij halen. Seriematig werk is voor robots en productie in series voor 3D-printers. Met de start-ups in de maakindustrie komen ook de reparatieateliers binnen bereik. Voedselproductie en recycling krijgen een plaats binnen de stad. Zo proberen we mobiliteit te beperken, onze ecologische footprint te verkleinen, de levenscyclus van onze producten te verlengen en materialen te hergebruiken.

De Belgische stedenbouwkundige Kristiaan Borret pleit al langer voor het behoud van bedrijvigheid in steden, waar onder druk van de oververhitte woningmarkt, milieuvraagstukken en gentrificatie werkfuncties voor de stadsbuurten verloren gaan. In een gesprek met Rijnboutt Magazine waarschuwt hij voor het verdwijnen van het handelscentrum dat de stad van oorsprong is. “Deze ontwikkeling moeten we corrigeren,” aldus Borret.

Corona: gezonde leefomgeving vereist
De coronapandemie maakt de leemte in het debat nog wat evidenter. Door de flexibilisering van de arbeidsmarkt en de mogelijkheden die het op afstand werken biedt – sinds COVID-19 niet meer weg te denken in de manier waarop we samenwerken – lijkt de negen-tot-vijfbaan niet meer van deze tijd. Thuiswerken is here to stay.

Nog meer dan wat dit vraagt van de woningtypologie (een extra werkplek), stelt het eisen aan de leefomgeving. Een wandeling tussen de middag maak je het liefst in een gezonde en autoluwe omgeving, een workout doe je eerder ergens om de hoek dan kilometers verderop. Je wilt ook dichtbij huis kunnen lunchen.

“Toen de supermarkten opeens lege schappen hadden, zagen we het voordeel van de buurtbakker,” vult Borret aan. “Door de beperkingen in het openbaar vervoer werd de fietsenmaker ineens belangrijk. We begrijpen het belang van een stad waarin we producten van dichtbij halen. Nu moeten we waarmaken wat we begrepen hebben. Voor je het weet zijn we terug bij business as usual.”

Meer accent op sociale waarden
Verderop in het magazine houdt econoom Najah Aouaki een pleidooi voor een lokaal verankerde economie. “De randvoorwaarden van onze huidige economie creëren een situatie waarbij we wat we hebben opgebouwd, uit handen geven aan aan Uber of HelloFresh.” Volgens Aouaki zouden we moeten streven naar een ‘economie van welbevinden’. Financiële welvaart vertegenwoordigt daarin slechts één van de waarden. Minstens zo belangrijk zijn opleiding, gezondheid, natuurlijke en ruimtelijke omgeving, het hebben van werk en sociale verbanden. “Nog steeds leggen gemeenten het accent op economische groei, waar ze op meerdere waarden zou moeten sturen,” aldus Aouaki.

Voor & met wie bouwen we
Met het magazine stellen we de vraag: wat betekent ‘werk’ voor het ruimtelijk ontwerp van de stad in het streven naar een circulaire toekomst? Over welke gemengde landschappen van wonen en werken hebben we het dan? Voor wie bouwen we die eigenlijk? En hoe betrekken we lokale bewoners en ondernemers bij het ontwerp?

Centraal in de vraagstelling staat het in kaart willen brengen van de achterliggende condities van het fysiek-ruimtelijk raamwerk dat de huidige tendensen onderkent, wensen faciliteert en ruimte biedt aan toekomstige ontwikkelingen. Daarbij dienen we ‘het nieuwe werklandschap’ in samenhang met andere grote opgaven te ontwikkelen (klimaatopgave, energietransitie), zodat oplossingen elkaar kunnen versterken.

En dit allemaal onder de noemer van ‘werk’. De stad kan niet zonder.