Werken aan de stad van de toekomst is nadenken over in wat voor stad we willen leven en hoe we die stad dan kunnen ontwerpen en realiseren. We weten niet hoe de toekomst eruit zal zien en kunnen alleen maar gissen naar de snelheid waarmee de in deze studie centraal gestelde transities vorm zullen krijgen. Een ding staat vast: ze moeten vroeg of laat, en liefst zo snel mogelijk in gang worden gezet, willen we onze steden en de rest van ons land toekomstbestendig maken.
De ontwerpteams van ‘De stad van de toekomst’ hebben eerste ontwerpstappen gezet binnen een complexe en onzekere context. Onder politici en beleidsmakers heerst nog veel koudwatervrees. En dan de regelgeving. Nieuwe en aangepaste regelgeving is nodig die stuurt op doelen, en niet langer op de wijze waarop deze bereikt moeten worden. Dat roept weer vragen op wie het voortouw neemt dan wel stuurt op het investeren en het inrichten op de verschillende schaalniveaus. Kortom, we zijn er nog lang niet omdat er ook randvoorwaarden nodig zijn om de ambitieuze doelen te realiseren. Daadkracht en duidelijkheid zijn geboden, want er zijn geen standaardoplossingen voor de ruimtelijke inpassing van de dringende transitieopgaven en maatschappelijke opgaven. We bewandelen ongebaande paden. De ontwerpvisies die in het kader van ‘De stad van de toekomst’ zijn gemaakt, laten zien welke toekomstbeelden we zouden kunnen nastreven, maar ook welke maatregelen we zeker moeten nemen.
Onderstaande ‘blauwdruk’ geeft een inkijk in de ‘lessons learned’ uit deze ontwerpstudie, die voor alle professionals en betrokkenen bij stedelijke ontwikkeling interessant zijn.