Particuliere Woonbeleving
De Kort Van Schaik
Huis op 't Raboes
Op de plek waar de Eem uitmondt in het Eemmeer ontwierp De Kort Van Schaik een buitenverblijf als een toevluchtsoord. Het huis laat zijn bewoners het omliggende polderlandschap ten volle beleven, maar biedt ook een omgeving om je in terug te trekken.
Toelichting categorie
In de uiterste noordoostelijke hoek van de Eemnesserpolder ligt Jachthaven ‘t Raboes. Toen het terrein in 1992 door de huidige eigenaren werd verworven verkeerde het, na jaren van achterstallig onderhoud, in slechte staat. Door een gebrek aan handhaving was het verworden tot een vrijplaats, met woonboten en stacaravans, gebouwen waarvoor geen vergunning was verleend, en een verontreinigde bodem. Sindsdien is het stap voor stap getransformeerd tot het moderne natuur- en watersportcentrum dat het nu is. Het terrein bestaat uit een publiek gedeelte voor watersporters, en een privégedeelte dat door de eigenaren en familie gebruikt wordt als buitenverblijf. Na een proces van bijna 30 jaar vormt het nieuwe huis het sluitstuk van het ensemble van nieuwe bebouwing op ‘t Raboes.
Door zijn afgelegen ligging en groene karakter, is ‘t Raboes een ideale plek om los te komen van de drukte van het dagelijkse bestaan. Tijdens de zomermaanden is het domein een groene oase, waar het buitenleven volop geleefd kan worden. In de koude wintermaanden echter biedt het polderlandschap nauwelijks beschutting en hebben de elementen vrij spel. De opdrachtgevers wensten een huis te bouwen van waaruit je het omliggende landschap volop kunt ervaren, maar waarin je je ook, als ware het een klooster, kunt terugtrekken. In dialoog werd vastgesteld dat het huis moest gaan aanvoelen als een wollen jas: niet technisch maar natuurlijk, warm, zacht, stevig, getextureerd en voelbaar.
De route naar ‘t Raboes is een stapsgewijze transitie van de drukte van het omliggende stedelijke landschap naar de rust van de natuur. Het huis op ‘t Raboes voegt een aantal stappen toe aan deze transitie, om zo het gevoel van loskoppeling en beschutting te versterken.
Toelichting ontwerp
Een langgerekt zwart gebouw vormt de achterste begrenzing van de jachthaven, en onttrekt het privégedeelte van ‘t Raboes aan het zicht van de havengebruiker. Pas voorbij een smalle doorgang wordt in een verre hoek van het veld het huis zichtbaar. Het monoliet ogende huis ligt als een zwerfkei op het veld. Het huis lijkt met zijn rug naar de bezoeker toe te staan. Eenmaal dichterbij verraden drie schoorstenen dat het huis niet uit één maar uit drie bouwdelen bestaat, die worden samengehouden door drie overdekte terrassen.
Met een kleine opstap verlaat de bezoeker het veld en betreedt een van de terrassen. Het beton van wanden en vloer loopt nagenoeg ononderbroken door van buiten naar binnen. De T-vormige ruimte tussen de drie bouwdelen vormt het hart van het huis, maar is tegelijk sterk verbonden met buiten. Hier heb je zicht in alle richtingen, behalve die richting de jachthaven, waardoor het gevoel van loskoppeling wordt versterkt. Vanuit de tussenruimte betreed je de verschillende bouwdelen, elk met een aantal eenduidige kamers. Grote vierkante ramen, die volledig in de wand weggeschoven kunnen worden, kaderen het zicht op de omgeving.
De buitenwanden van de drie bouwdelen zijn gemaakt van ter plekke gestort beton. De afdruk van vurenhouten plankenbekisting maakt het oppervlak rijk gedetailleerd, ruw, levendig en aanraakbaar. Het dak en de plafonds zijn bekleed met onbehandelde houten planken die de kleur en het patroon van de betonwanden voortzetten. Samen vormen zij een aaneengesloten en getextureerd geheel.
Eenmaal in de kamers maakt het aaneengesloten geheel plaats voor een samenstelling van individuele elementen. De binnenwanden zijn afgewerkt met een grof aangebrachte stuclaag, waardoor de afzonderlijke stenen nog herkenbaar zijn. Samen met de houten deur- en raamkamers, betonnen plinten en vensterbanken en houten plafonds vormen zij een ingetogen compositie, passend bij het contemplatieve karakter van de kamers.
Een aantal expressieve objecten vormt een duidelijk contrast met de ingetogen architectuur van het huis. Het badmeubel in geel epoxy is ontworpen door Sabine Marcelis en staat als een vrijstaande sculptuur in de betonnen badkamer. Het glazen dak en het verticale schuifraam geven de badkamer het gevoel een buitenkamer te zijn. De subtiele verdraaiing van het meubel nodigt uit om een bad te nemen met zicht op het omliggende polderlandschap in het licht van de ondergaande zon.