De BNA heeft met interesse kennisgenomen van het recent uitgebrachte nieuwsbericht van de Rijksbouwmeester over de uitbreiding van het Kröller-Müller Museum. Deze casus is opnieuw een voorbeeld van een aanbesteding waarin de opdrachtgever in strijd handelt met het Europese aanbestedingsrecht. BNA roept de branche op disproportionele aanbestedingen tijdig te melden in het belang van verbetering van de aanbestedingscultuur en goed opdrachtgeverschap.
Aanbestedingsperikelen Kröller-Müller Museum maken discussie over aanbesteden opnieuw actueel
De directie van het Kröller-Müller Museum is hier meerdere malen door de BNA en anderen op aangesproken. ‘We zijn in afwachting van de formele reactie van het museum en de uitkomsten van het aangekondigde gesprek met de Rijksbouwmeester. Onderliggend aan deze casus signaleren wij een zorgwekkende en groeiende onvrede binnen de branche over de werking van Europese Aanbestedingsregels. De signalen die ons hierover bereiken hebben onze volle aandacht.’, aldus BNA-directeur Fred Schoorl.
'De Richtlijn Evenwichtige Architectenselecties en Richtlijn Gezonde Architectenselecties van de BNA vinden helaas nog niet altijd gehoor bij (publieke) opdrachtgevers. Voor veel bureaus zijn architectenselecties en Europese aanbestedingen een verlies- – in plaats van verdienmodel. De onvrede over deze onevenwichtigheid tussen inspanning en vergoeding leeft breder in de creatieve industrie. Schoorl: ‘Het kan en moet anders: eerlijker, transparanter en met meer aandacht voor kwaliteit. Kortom, beter resultaat voor allen. Het kabinetsinitiatief “Beter aanbesteden” is met toenmalig Staatssecretaris Keijzer van EZK en de Tweede Kamer besproken. Onze visie is door het Rijk omarmd. Maar we zijn er in de praktijk nog lang niet.’
De BNA meent dat deze casus aantoont dat ook publieke opdrachtgevers met een rijksverantwoordelijkheid, zoals het Kröller-Müller Museum, zich nog onvoldoende bewust zijn van hun voorbeeldstellende rol. En van de (internationale) verantwoordelijkheid die zij dragen. Schoorl: ‘Vanuit de BNA blijven we alert en zullen we niet ophouden om namens onze leden misstanden aan te kaarten. Ook blijven we de dialoog zoeken met opdrachtgevers over het gedeelde belang van werken aan een beter en mooier Nederland op een faire manier.’
De BNA doet ledenonderzoek over aanbesteden en selecties. De resultaten daarvan worden betrokken bij de belangenbehartiging. Schoorl benadrukt: ’Eerdere juridische stappen vanuit de BNA op grond van concrete praktijkvoorbeelden van onze leden hebben regelmatig tot succes en aanpassingen in de procedure geleid.’