Afgelopen dinsdag, bijna een jaar na de boekpresentatie van de ontwerpstudie ‘De stad van de toekomst’, kwamen de betrokken ontwerpteams, gemeenten en overige betrokken partijen weer bijeen in Het Nieuwe Instituut in Rotterdam. Ditmaal om met elkaar te delen hoe de resultaten van de studie hebben doorgewerkt in de ontwikkeling van de studiegebieden, welke inzichten goed bruikbaar bleken in andere projecten en wat voor samenwerkingen de studie op gang heeft gebracht. Als afsluiter werd er nog heugelijk nieuws gedeeld: ook in middelgrote steden gaan we aan het werk met ‘De stad van de toekomst’.
Reünie ‘De stad van de toekomst’
De ontwerpstudie ‘De stad van de toekomst’ liep van januari tot eind november 2018. Aan de hand van vijf testlocaties van 1 x 1 km in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Eindhoven werd gekeken naar nieuwe manieren van stad maken. De onderliggende vraag was hoe we in tijden van de volgende verdichtingsgolf bouwopgaven kunnen koppelen aan energietransitie, innovaties op gebied van vervoer, circulaire economie en andere systeem‐ en netwerkinnovaties.
Ruim een jaar na afronding van de ontwerpstudie blijkt dat de ontwerpstudie met name een stevige bijdrage heeft geleverd aan het op de agenda zetten van de projectlocaties en kennisoverdracht. Zo stond de ontwikkeling van de Alexanderknoop bij de start van de ontwerpstudie nog helemaal niet in de spotlight, verre van zelfs. Anno 2020 is dat wel anders. Mede dankzij de studies vanuit ‘De stad van de toekomst’ is er een breed gedragen ontwikkelperspectief ontstaan. Daarnaast zijn in vrijwel alle vijf de betrokken gemeenten workshops, debatten en presentaties georganiseerd om het gedachtegoed van de studie over te brengen op ambtenaren, bewoners en andere stakeholders.
Door het versnellen van de woningbouw, denk aan Amsterdam Havenstad, en de realiteit van de huidige planningsprocessen, blijken de resultaten van de studie vooralsnog niet 1 op 1 toepasbaar, maar spelen ze wel een effectieve rol in het openbreken van processen en het opgang brengen van lange termijn transities. Ze vormen in die zin de ‘munitie’ waarmee voorlopers binnen de gebiedsontwikkeling op pad gaan om verandering binnen hun organisaties en de planningsprocessen te weeg te brengen. Deze ‘munitie’ blijkt ook goed in andere landen gebruikt te kunnen worden: lessen uit de studie zijn inmiddels al geïmplementeerd in China en Indonesië.
In de loop van 2020 zal het lerende netwerk dat tijdens ‘De stad van de toekomst’ is ontstaan de dialoog over nieuwe vormen van denken en werken over de stad breder trekken. De resultaten uit de ontwerpstudie vormen hiervoor de basis. In een zogenoemde kennisdisseminatiefase -georganiseerd door Vereniging Deltametropool, BNA Onderzoek en het ministerie van BZK - wordt de in de studie opgedane kennis actief gedeeld met de middelgrote steden. Samen met de gebiedsstakeholders zal in een multidisciplinaire setting worden gewerkt aan visies op ontwikkellocaties, waarbij de ‘lessons learned’ uit ‘De stad van de toekomst’ als input worden gebruikt.