De BNA heeft met haar leden circulaire ontwerpprincipes geformuleerd, die inmiddels door vele bureaus zijn onderschreven, waaronder vrijwel alle deelnemers van dit leernetwerk.
Bij het maken van een circulair ontwerp gaat het om de vraag welke principes passend zijn voor de opgave die voorligt. Bij een transformatie ligt de nadruk bijvoorbeeld sterker op hoogwaardig hergebruik van bestaande bouwelementen, terwijl bij nieuwbouw de focus kan liggen op aanpasbaarheid naar de toekomst en gebruik van gezonde materialen.
Circulair ontwerpen en bouwen blijft dus maatwerk, afhankelijk van de opgave en context. Per project is een duidelijke hiërarchie in ontwerpprincipes nodig, die vooraf door architect en opdrachtgever gezamenlijk worden vastgesteld. Drie principes die in de voorbeeldprojecten veel terugkomen, zijn de volgende:
- Waar mogelijk inzetten op het hergebruiken van bestaande gebouwen, elementen en materialen, om waardeverlies uit de bestaande bouw te beperken
- Losmaakbaar ontwerpen, zowel voor flexibiliteit (tijdens de levensduur) als demontage (aan het einde van de levensduur), om toekomstig waardeverlies te voorkomen
Ontwerpen voor een lange levensduur, waarbij een gebouw idealiter ‘monumentale waarde’ krijgt – en op die manier de levensduur verder wordt verlengd.
‘Circulariteit zorgt voor verdieping van het vak door ontwerpend onderzoek en samenwerking met andere vakdisciplines Maarten Castelijns, Rijnboutt’