Leefbaarheid & Sociale Cohesie
Benthem Crouwel Architects
Noord/Zuidlijn
Benthem Crouwel Architects ontwierp 7 overzichtelijke, ruime en lichte stations (2 boven, 5 onder de grond) voor de Noord/Zuidlijn, de nieuwe Amsterdamse metrolijn.
Ingetogen en functioneel, elk met een eigen, herkenbaar gezicht, zijn de stations door gebruik van dezelfde vormentaal en ontwerpprincipes toch duidelijk familie van elkaar.
Toelichting categorie
De Noord/Zuidlijn vervoert en verbindt de stad: Amsterdammers, forenzen en toeristen reizen van station Noord naar station Zuid in slechts 15 minuten en stappen in en uit op 7 overzichtelijke, functionele, lichte stations. De uitdaging was om ondergrondse ruimtes te ontwerpen waar reizigers zich veilig en comfortabel voelen, stations die optimaal in dienst staan van het doel van elke reiziger: zo snel en efficiënt mogelijk van A naar B te komen.
Een metrostation is een drukke stedelijke omgeving waar wachtende en lopende reizigers elkaar niet in de weg mogen lopen. De stations faciliteren deze tegenstrijdigheden tussen beweging en stilstand optimaal door hun ruime opzet en overzichtelijkheid. Het lichtplan speelt hier een belangrijke rol als een (onbewuste) begeleider van de reiziger: het verbetert de oriëntatie en navigatie, belicht de materialen optimaal, en maakt het verblijf ondergronds tot een positieve beleving. De rustige en ingetogen sfeer van de stations maakt dat ook onverwachte en minder prettige situaties zoals vertragingen zo min mogelijk negatief ervaren worden.
Een zo kort mogelijke route tussen perron en maaiveld maakt het onderhoud en beheer van de stations makkelijker en zorgt voor sociale veiligheid. De open ingangen van de ondergrondse stations leiden naar verdeelhallen die ervaren worden als onderdeel van de buitenwereld.
De stations hebben elk hun eigen gezicht, maar door consequent gebruik van dezelfde materialen en kleuren hebben zij een sterke samenhang met elkaar en ze zijn lid van dezelfde familie.
Onder de grond is er alles aan gedaan om de stations een open, overzichtelijke en publieke uitstraling te geven. Rechte en korte passages die je ervaart als straten. De detaillering (verlichting die lijkt op straatverlichting, tegels die lijken op stoeptegels) ondersteunt dit ‘buiten’ gevoel nog verder.
Noord en Noorderpark, de bovengrondse stations, wijken af van dit ontwerpprincipe. Beide stations hebben een opvallende kap van koudgebogen glaspanelen en staan als indrukwekkende en herkenbare landmarks in de bestaande, ruim opgezette stedelijke omgeving. Noord, voorheen enigszins geïsoleerd, wordt verbonden met de rest van de stad.
Door hun veilige en comfortabele uitstraling en goede akoestiek stimuleren gebruik van het OV. Ze maken de stad leefbaarder door het terugdringen van autoverkeer in de binnenstad. De openbare ruimte voor voetgangers en fietsers wordt uitgebreid en de luchtkwaliteit verbetert.
Toelichting ontwerp
Opdracht
De opdracht van de gemeente Amsterdam in 1996 was om voor de Noord/Zuidlijn ‘sobere, doelmatige stations’ te ontwerpen. De infrastructuur op maaiveld mocht daarbij niet worden verstoord en sloop van de binnenstad moest voorkomen worden. De stations zijn daarom bedacht als plekken die zich bovengronds niet opvallend kenbaar maken: ze zijn een nieuwe openbare laag van de stad, een ondergronds verlengstuk van de stedelijke publieke ruimte.
Concept
De conceptuele kracht van de stations ligt in het voor alle stations consequent doorgevoerde ontwerpprincipe: een zo kort mogelijke route tussen perron en maaiveld, met op de stations zelf korte looplijnen en heldere routing. Een verlichtingsplan waarin de uitgangen geaccentueerd worden met op daglicht lijkend kunstlicht worden de reizigers hier als vanzelf naar toe getrokken. Dit principe van ‘natural wayfinding’ is op alle stations ingezet. De materialen zijn terughoudend en dienen als architectonische achtergrond voor alle meer uitgesproken aspecten: de reiziger, bewegwijzering, commercie en kunst. Consistente beeldtaal zorgt voor een duidelijk herkenbare familie van stations.
Stedenbouwkundige inpassing
Nauwe samenwerking met de ontwerpers van openbare ruimte Gemeente Amsterdam (Ruimte en Duurzaamheid) heeft gezorgd voor een goede en logische stedenbouwkundige inpassing van de stations en hun entrees in de verschillende nieuwe Masterplannen voor Amsterdam: Rode Loper, Stationseiland, en CAN gebied (Centrum Amsterdam Noord). Door de balustrades van de toegangen te bekleden met hetzelfde materiaal als de straat gaan de toegangen op in de omgeving en wordt de connectie station-straat versterkt.
Materiaal
In het publieke deel van de stations is glas, keramische tegels, aluminium, beton en rvs toegepast, makkelijk schoon te maken en te vervangen. In het spoorgebied zijn houtwol, keramische panelen, technische roosterwanden en beton toegepast. Onderscheid in materialisatie van publiek en niet-publiek gebied draagt bij aan de wayfinding.
Budget
Het oorspronkelijke budget bleek niet toereikend. De ruwbouw is vooruitlopend op de afbouw gerealiseerd, noodzakelijk na een mislukte aanbesteding van het integrale ontwerp in 2002. Dit gaf wel de gelegenheid de bouwkundige afbouw passend te krijgen binnen het plafondbedrag voor de afbouw van de lijn, inclusief transporttechniek. De afbouw is uiteindelijk gerealiseerd zonder concessies te hoeven doen aan de architectonische kwaliteit.