Stimulerende Omgevingen
Team V Architectuur
Atlas TU Eindhoven
Het brutalistische TU/e hoofdgebouw Atlas uit 1963 is getransformeerd tot een transparant, slim en energiezuinig universiteitsgebouw met een uitnodigende entree voor de campus. Atlas is het eerste gerenoveerde onderwijsgebouw in Nederland dat de hoogste BREEAM Outstanding-score heeft behaal en is een van de duurzaamste onderwijsgebouwen ter wereld.
Toelichting categorie
De renovatie van Atlas was onderdeel van een grootschalige vernieuwing van de campus van de TU/e, waarbij de gebouwen en de openbare ruimte flink is verbeterd. Voorheen werd het maaiveld gedomineerd door auto’s. Nu fungeert een autovrije ‘groene loper’ als nieuw centrum van de campus.
De TU/e wilde in de plint van Atlas haar identiteit en uitstraling laten zien. Het ontwerp diende recht te doen aan de beeldkwaliteit van het originele ontwerp van Van Embden. Atlas heeft een vernieuwde, transparante onderbouw gekregen, waarmee de visuele verbinding tussen gebouw en maaiveld is hersteld. Ook is de ruimtelijkheid van de centrale hal is hersteld, die was aangetast na toevoegingen in jaren negentig. De toegevoegde loopbrug over de gehele as is gesloopt en heeft veel openheid en grandeur teruggegeven. Er zijn nieuwe, publieke functies op de begane grond gekomen, zoals collegezalen, restaurant en tentoonstellingsmogelijkheden, die ervoor zorgen dat de levendigheid zich niet concentreert op de eerste verdieping (hoofdniveau van de campus, verbonden door loopbruggen), maar ook op maaiveldniveau.
De rode trap markeert het ontmoetingsgebied van het gebouw, waar interactie plaatsvindt tussen de verschillende faculteiten, diensten en wetenschappen. Aan weerszijden van de centrale trap liggen twee vleugels met dubbele etages. Langs de rode trap zijn diverse plekken gereserveerd waar studenten de resultaten van innovatief onderzoek kunnen tentoonstellen. Hierdoor worden samenwerkingen en kruisbestuivingen gestimuleerd. Ook is de rode trap verbonden met de loopbruggen van het hoofdniveau en wordt de campus als geheel ontsloten. Het oorspronkelijke hoofdgebouw van TU/e is nog meer een plek geworden waar studenten van verschillende studierichtingen elkaar ontmoeten.
Ook heeft het vernieuwde Atlas een rol als proeftuin, waarin onderzoekers en studenten in samenwerking met het bedrijfsleven de oplossingen van morgen vandaag al in de praktijk brengen. Op deze manier wordt de campus gebruikt om innovaties in de praktijk vorm te geven, te testen en verder te ontwikkelen. Zoals het ILI, die het pand gebruikt als Living Lab voor onderzoek en testen.
De TU/e heeft in haar ambities 3 speerpunten; Health, Energy en Smart Mobility. Atlas moest een flexibel, duurzaam en gezond gebouw worden. Het gebouw moest een hoogwaardige onderwijs- en onderzoeksomgeving worden waarin kennis ontwikkeld en gedeeld wordt. Het gebouw etaleert en stimuleert duurzame techniek, innovatie en gedrag.
Toelichting ontwerp
Het voormalig hoofdgebouw van de Technische Universiteit Eindhoven Atlas, ontworpen door S.J. van Embden, is onderdeel van een belangrijke stedenbouwkundige structuur. Het heeft een bijzondere functionele en cultuurhistorische betekenis voor de transformatie van het TU/e Science Park. Het belangrijkste uitgangspunt was daarom het optimaal benutten en versterken van de bestaande structuren en kwaliteiten. De architectuur van Atlas combineert optimaal hergebruik met state-of-the-art materialen en slimme technologie.
Atlas had een van de eerste vliesgevels van Nederland. De opdrachtgever ging er aanvankelijk van uit dat het gebouw gestript zou worden en dat de onderbouw nauwelijks zou worden aangepast. Door toch de stalen gevelconstructie te behouden, de tussenvloeren te hergebruiken en de ruimtelijkheid van de onderbouw terug te brengen, is de architectonische kwaliteit van het oorspronkelijke ontwerp behouden en opnieuw te ervaren.
Met de renovatie is de ruimtelijkheid van de centrale hal – door Van Embden de kathedraal genoemd – hersteld. De meest opvallende ingreep in deze door een imposante betonnen tafelconstructie bepaalde hal is de toevoeging van de rode trap, die tot bovenin de hoogbouw zigzagt. Alle gedeelde voorzieningen, zoals de collegezalen en studieruimtes zijn rond deze trap gepositioneerd. De trap is de verbindende factor tussen de twee faculteiten die aan weerszijden van de trap zijn ondergebracht.
Op basis van de bestaande staalconstructie is een nieuw vliesgevel ontworpen die de isolatiewaarde van een bakstenen spouwmuur evenaart en de transparantie van de oorspronkelijke gevel behoudt. Op koude winternachten laat het gebouwbeheersysteem de reflecterende binnenzonwering zakken, zodat de gevel een extra isolatielaag krijgt. Op zwoele zomernachten opent het systeem de ramen, zodat het gebouw wordt doorspoeld met frisse lucht. De toepassing van parallelle uitzetramen zorgt ervoor dat het strakke gevelbeeld behouden blijft, ook wanneer de ramen open staan. De verticale vinnen op de gevelstijlen zorgen voor doorvalveiligheid, accentueren de interne organisatie met dubbelhoge ruimtes, en brengen dynamiek en diepte in het gevelbeeld.
Het gebouw heeft een ‘Smart Energysaving Light’ systeem, dat het mogelijk maakt om met een smartphone onder meer het licht aan te passen. Het systeem is ontwikkeld in samenwerking met onderzoeksgroepen, die het gebouw als in situ lab gebruiken, onder meer voor onderzoek naar het effect van licht op winterdepressie.