Stimulerende Omgevingen
Fedlev onder leiding van Paulien Bremmer in samenwerking met Hootsmans architectuurbureau
Uitbreiding Rietveldacademie en Sandberg Instituut
Aan de Amsterdamse Zuidas schiet de ene na de andere hoogbouwtoren de grond uit. Tussen al die imponerende hoogbouw blijft een klein cluster dapper laag. Dat is het cluster van de Rietveldacademie en het Sandberg Instituut, dat na een woelige periode als gevolg van verhuisplannen in 2009, alsnog op de Zuidas is gebleven.
Toelichting categorie
Daar is nu de laatste uitbreiding gerealiseerd op basis van de Gerrit & Willem Do-It-Yourself-competitie, waar de DIY-mentaliteit (Do It Yourself) leidend is geweest. Het interdisciplinaire ontwerpcollectief Fedlev onder leiding van architect Paulien Bremmer met kunstenaar Maze de Boer, student grafisch Luca Carboni en student architectonisch Sandra Stanionyte en uitgebreid met ontwerpers rondom Studio Paulien Bremmer heeft als prijsvraagwinnaar en gebruikersexpert de vrijheid genomen om in brede zin na te denken over de toekomst van de academie. Met het ontwerp is een parallel getrokken tussen de ontwikkeling van het gebouw en de ontwikkeling van het kunstonderwijs. Binnen het onderwijs op de Rietveld Academie speelt experiment een belangrijke rol. Dat betekent ook letterlijk ‘ruimte om over grenzen heen werken’. Maar de bestaande autonome afdelingen structuur faciliteerde dat onvoldoende. Met het ontwerp is gezocht naar het doorbreken van de structuur ten dienste van ruimte voor meer samenwerking en uitwisseling tussen zowel de afdelingen als de studenten onderling. Een tweede ambitie was om een ‘open’ gebouw te maken wat ruimte biedt voor verovering, invulling en divers gebruik. Een gebouw als een ‘backdrop’ voor het maken Een gebouw wat ruimte geeft.
Toelichting ontwerp
In de voorontwerpfase ging Fedlev onder leiding van Paulien Bremmer de samenwerking met Hootsmans architectuurbureau aan. Zo is in het voorjaar van 2019 op de voormalige parkeerplaats tegenover de door Gerrit Rietveld ontworpen school en naast de eerste uitbreiding van Benthem Crouwel, de tweede uitbreiding opgeleverd. Het lage gebouw met een rechthoekige plattegrond bestaat uit drie bouwlagen waarvan de onderste zich onder het maaiveld bevindt en de bovenste uitkraagt. Aan straatzijde ligt prominent en duidelijk zichtbaar de houtwerkplaats. Op de eerste verdieping huizen de master-studenten van het Sandberg Instituut. Overige ruimten in het gebouw zijn gedeelde functies als aula, bibliotheek en filmstudio.Door een herschikking van het programma van de drie gebouwen is rondom de begane grond een collectief maaiveld ontstaan die ruimte biedt aan ontmoeting en uitwisseling. De glazen gevel van de uitbreiding is op veel plekken te openen, waardoor interactie tussen de gebouwen wordt gefaciliteerd. De plek die de nieuwbouw op maaiveld inneemt, wordt teruggegeven als werkruimte op het dak. Uitgerust met ankerpunten en electra biedt het ruimte voor exposities, performances of het maken van tijdelijke constructies. Op de verschillende verdiepingen zijn door de gebouwen heen projectruimtes geïntroduceerd. De verzameling diverse ruimten bieden studenten plek om vrij tussen de afdelingenstructuur, samen te werken en te experimenteren.De vloeren en functies in het gebouw zijn op meerdere manieren met elkaar verbonden en zijn onderdeel van een continue landschappelijke ruimtelijkheid. Transparantie en visuele verbanden bepalen het interieur. Trappenhuizen en gangenstructuren ontbreken. ‘Het maken’ is doorlopend zichtbaar en wordt interdisciplinair uitgewisseld. Wisselende vaak industrieel gematerialiseerde vloeren en wanden definiëren opeenvolgende plekken. Directe en ongepolijste detaillering wisselt een juist hele verfijnde en precieze detaillering af. Zo wordt ook op de kleine schaal ruimte voor interpretatie en mogelijkheden gegeven.De diversiteit aan ruimten wordt opgevoerd met de introductie van de ‘White Spaces’; onderdelen van het interieur die Fedlev reserveerde om door derden binnen de gemeenschap te worden uitgevoerd. Door een slimme en low-tech opbouw van de buitengevel wordt natuurlijk geventileerd, zijn installaties tot een minimum beperkt en heeft de gebruiker direct invloed op het klimaat van de omgeving. Door de overstekken en de gewoven staalgevel wordt verhitting door zoninstraling beperkt. Onder de overstekken ontstaan overgangsruimte om zich toe te eigenen en onder te werken.