De Amsterdamse Zuidas heeft met het Van der Valk hotel, aan de Oostzijde een nieuwe entree gekregen. Vanuit het station RAI en de Rivierenbuurt vormt het gebouw een nieuwe schakel richting de Zuidas en alle toekomstige nieuwbouw van de tussenliggende deelgebieden. Het is een nieuwe publieke plek in dit deel van de stad. Het hotel is gebouwd op een kleine driehoekige locatie langs het talud van de ring A10. Het gebouw richt zich naar alle kanten en sluit in hoogte aan op zijn omgeving. Op straatniveau bevindt zich het publieke programma van de plint. De entrees en de brasserie liggen aan het Tommaso Albinonipad. Alle benodigde aanleveringen en technieken zijn zorgvuldig ingepast.
Per auto, rijdt men naar één van de parkeerlagen boven de entree en parkeert tussen de tuinen en glazen volumes voor ateliers, technieken of werkruimtes. Ter hoogte van de A10 kijken het restaurant en de congreszalen uit over de snelweg en het RAI-complex. De drie tuinen en terrassen zijn gericht op de stad, de Zuidas en de zon.

Vanuit zijn omgeving is het gebouw alzijdig, kent het geen achterkant en door zijn bijzondere driehoekige vorm verandert het perspectief op het gebouw continue. De transparante glasgevel geeft uitzicht en maakt het gebouw voor zijn omgeving leesbaar. De verlichting speelt hierin een belangrijke rol. De verlichte naamgeving van het gebouw is als onlosmakelijk onderdeel van het gebouw ontworpen. Samen met de verlichting van de kamers, die in sterkte continu veranderd, geeft dit het gebouw een veranderende verschijningsvorm. Alle kamers zijn gericht op de omgeving en vanuit ieder bed is er een fantastisch uitzicht op de skyline van de stad, het groen van het Amstelpark of de Alticom Zendmast.

Op een driehoekige locatie, begrensd in breedte en hoogte door het talud van de snelweg, de tramlus van lijn 4, het Liander transformatorstation en de Alticom zendmast, ligt een nieuwe publieke plek van de stad. Middels de nieuwe voetgangersverbinding tussen Station RAI en de kantoren van de Zuidas komt de bezoeker binnen in de ontvangstlobby en de brasserie. Via een in het gebouw geïntegreerde route rijden de auto’s naar één van de vier daarboven gelegen parkeerlobbies waar ook een aantal ateliers voor jonge kunstenaars zijn ondergebracht. Hierboven, op de 5e laag kijkend over de Ring met zicht op de stad, bevinden zich de receptie, de bar en twee restaurants. Een groot terras uitgesneden in de noordgevel geeft de gasten een groene buitenruimte. Op de zesde verdieping, waar de zakelijke bijeenkomst- en congresruimtes zich bevinden, is een inkeping gemaakt in de zuidgevel, waardoor er een tweede terras ontstaat. Een grote monumentale trap brengt de congresbezoeker terug in het restaurant.

De gebouwvorm die hierdoor ontstaat voor het ‘beddenhuis’ geeft iedere kamer ‘a room with a view’. Vanuit het atriumachtige monumentale centrale trappenhuis vertakken drie gangen zich naar buiten, zodat de 240 kamers van het hotel in elke richting uitzicht hebben. De fitness- en wellnessruimte van het hotel bevindt zich in de punt van de bovenste verdieping, met een prachtig uitzicht over de hele stad.

Fris, scherp en strak, zonder steriel te zijn; het nieuwe Van der Valk Hotel is een hotel dat voortbouwt op de lange traditie van een op de autobezoeker gerichte hotel typologie en tegelijkertijd zijn de voorzieningen voor de hedendaagse reiziger bijgewerkt naar de behoeftes van de eenentwintigste eeuw.