It Swettehûs






Introductie
De provincie Friesland heeft een Design/ build / engineer/ maintain tender uitgeschreven voor het gebouw, terrein en onderhoudshaven. GEAR architectencoöperatie heeft in opdracht van bouwgroep Dijkstra Draaisma (penvoerder) in een interactief proces het ontwerp gemaakt.
Toelichting categorie
De icoonwaarde dient twee doelen. Ten eerste wenste de Provincie een voorbeeldig circulair gebouw dat tevens tot doel had circulaire ontwerpprincipes te onderzoeken. Om deze reden heeft het gebouw een semi-openbare functie gekregen: er vinden regelmatig lezingen en rondleidingen plaats om de kennis en opgedane ervaring te delen.
Daa
aast is het gebouw een landmark op de kruising van auto-, vaar, - en spoorweg om de westelijke entree van de stad te duiden.
De heldere programmatisch verklarende stapeling van drie doosvormige volumes leidt tot een totem-achtige constellatie en daarmee een ‘teken’ ter aanduiding van de functie en de plek. Bovendien verleent het gebouw een herkenbare expressie welke op verschillende manieren ‘gelezen’ en begrepen kan worden. Gezien vanaf het water refereert het naar een schip: een romp met stuurhut maar ook naar een extreem opgeschaald brugwachtershuis. Gezien vanaf de landzijde refereert het gebouw aan een sfinx die waakt over de stad. Het gevoel dat het gebouw een romp, hals en kop heeft en daarmee een dierlijke connotatie geeft is geleend van de kop-hals-romp boerderij. En met deze drietrapscompositie een verwijzing naar het Friese stijlicoon.
Het gebouw heeft een duidelijk nautisch karakter, waarbij elementen uit de scheepvaart en vaarwegonderhoud de identiteit vormen van It Swettehûs. Dit varieert van basrelocus meerpalen, een rondgaand dek tot peilborden en steigerplanken. De circulaire ambitie die in dit bouwwerk is waargemaakt draagt bij aan de iconische waarde ervan. Het gebouw markeert ‘the state of the art’ op dit moment. Het is daarmee per definitie ‘gedateerd’: nu al leiden de ‘lessons lea
d’ tot do’s en dont’s: nieuwe toepassingen en strategieën maar ook minder bruikbare of toepasbare ideeën.
Toelichting ontwerp
Het gebouw staat strategisch op het knooppunt van water-, spoor- en autowegen om zich aan de westelijke entree van de stad maximaal te markeren als circulair icoon. De compositie van gestapelde dozen werkt als een totem en refereert aan de Friese kop-hals-romp boerderijen, schepen en brugbedieningsgebouwtjes. Uitzicht vanuit het gebouw op de spoorbrug van Leeuwarden en het Friese landschap was daa
aast een uitdrukkelijke eis van de Provincie. De inbedding is het resultaat van logistieke eisen, ruimtelijke impact en relatie met het ecologisch ingerichte terrein.
Het gebouw heeft drie hoofd-gebruikszones; de brugbediening, de technische dienst en de gemeenschappelijke- openbaar toegankelijke ruimten. De technische dienst heeft een logistieke verbinding met de haven op de begane grond. Het centraal brugbedieningscentrum heeft een hoge plek met maximaal uitzicht over het Friese water. Het werkcafé fungeert als een ontmoetingsplek, en is als zodanig centraal gepositioneerd als transparante ‘deuvel’ tussen beide hoofdprogramma’s in. De stapeling van volumes vormt zo een markant beeld. De vide verbindt de drie volumes ruimtelijk met elkaar waardoor verrassende zichtlijnen ontstaan.
De circulaire ambitie van de Provinciale Waterstaat omvatte o.a. de eis dat 40% van het materiaal uit secundaire stromen wordt gerealiseerd. Er is o.a. gekozen om afgedankte Basrelocus meerpalen te gebruiken voor de hoofddraagconstructie (!), gevels, binnenwanden, plafonds en meubilair. De harde houtsoort leent zich goed voor hergebruik en heeft bovendien een directe relatie met het water. Om dezelfde reden zijn ook oude waterpeilborden, damwanden en zeilen hergebruikt.
Op alle facetten zijn circulariteit en duurzaamheid belangrijke factoren geweest die invloed hadden op de gemaakte keuzes. De energievraag van het gebouw wordt voor meer dan 100% geleverd door PV, restwarmte van de servers en aquathermie. Het overschot wordt gebruikt voor één van de aangesloten bruggen en het laden van alle elektrische voertuigen. Het groen ingerichte terrein is ontworpen voor het bevorderen van de biodiversiteit. Daa
aast zijn alle materialen recyclebaar of gerecycled, remontabel en zoveel mogelijk bio-based. De plattegronden zijn flexibel en ontworpen op ontmoeting en welbevinden.