In het ontwerp van EDGE Stadium stond één uitgangspunt centraal: een ‘beter’ gebouw maken – en dat betekent onder meer een duurzaam, biobased en circulair gebouw. Omdat het bestaande pand al voldeed aan een groot deel van de hedendaagse eisen, konden veel elementen uit het gebouw hergebruikt en geüpgraded worden. Zo hebben de oorspronkelijke houten kolommen en balken hun weg gevonden naar een paardrijhal bij een manege; ook het koper van het paviljoen in de achterwand van het atrium is elders hergebruikt. Alle oorspronkelijke houten puien tussen de kantoorvleugels en het atrium zijn verwijderd, opgeslagen en teruggeplaatst in het nieuwe ontwerp, waardoor alle binnengevels circulair zijn. Ditzelfde geldt voor de buitengevels: bij de aanpassing van het atrium zijn op een aantal plekken de glazen buitengevels weggehaald en vervolgens hergebruikt in de opbouw van de kantoorvleugels – hier was dus alleen een kleine hoeveelheid nieuwe natuursteen nodig. Voor de constructie van de optopping is daarbij bewust gekozen voor biobased hout. Ook de meubels in het atrium komen uit een circulaire bron.

De duurzaamheid van het ontwerp zit echter niet alleen in de vormgeving, maar ook in zaken als de beplanting en de installaties; slimme technologische maatregelen spelen hierbij een belangrijke ondersteunende rol. De installaties zijn vernieuwd en aangepast aan de huidige eisen; voor de verwarming en koeling was in 2001 al een - voor toen vrij unieke - warmte-/koudeopslag toegepast, het huidige ontwerp borduurt hier op voort. Voor de duurzaamheid zijn de hoogste standaarden - BREEAM Excellent en WELL Platinum - aangehouden. Ook is het pand het eerste R2S (Ready2Services)-gecertificeerde gebouw met twee sterren in Nederland; met dit label wordt de ‘smart connectivity’, oftewel de prestaties door middel van slimme technologie, van een gebouw gewogen.

In het ontwerp van EDGE Stadium stond één uitgangspunt centraal: een ‘beter’ gebouw maken – en dat betekent onder meer een duurzaam, biobased en circulair gebouw. Omdat het bestaande pand al voldeed aan een groot deel van de hedendaagse eisen, konden veel elementen uit het gebouw hergebruikt en geüpgraded worden. Zo hebben de oorspronkelijke houten kolommen en balken hun weg gevonden naar een paardrijhal bij een manege; ook het koper van het paviljoen in de achterwand van het atrium is elders hergebruikt. Alle oorspronkelijke houten puien tussen de kantoorvleugels en het atrium zijn verwijderd, opgeslagen en teruggeplaatst in het nieuwe ontwerp, waardoor alle binnengevels circulair zijn. Ditzelfde geldt voor de buitengevels: bij de aanpassing van het atrium zijn op een aantal plekken de glazen buitengevels weggehaald en vervolgens hergebruikt in de opbouw van de kantoorvleugels – hier was dus alleen een kleine hoeveelheid nieuwe natuursteen nodig. Voor de constructie van de optopping is daarbij bewust gekozen voor biobased hout. Ook de meubels in het atrium komen uit een circulaire bron.

De duurzaamheid van het ontwerp zit echter niet alleen in de vormgeving, maar ook in zaken als de beplanting en de installaties; slimme technologische maatregelen spelen hierbij een belangrijke ondersteunende rol. De installaties zijn vernieuwd en aangepast aan de huidige eisen; voor de verwarming en koeling was in 2001 al een - voor toen vrij unieke - warmte-/koudeopslag toegepast, het huidige ontwerp borduurt hier op voort. Voor de duurzaamheid zijn de hoogste standaarden - BREEAM Excellent en WELL Platinum - aangehouden. Ook is het pand het eerste R2S (Ready2Services)-gecertificeerde gebouw met twee sterren in Nederland; met dit label wordt de ‘smart connectivity’, oftewel de prestaties door middel van slimme technologie, van een gebouw gewogen.