Aanbesteden

Publieke opdrachtgevers hebben veel invloed op de ruimtelijke kwaliteit bij stedenbouw, landschap en de vormgeving van gebouwen. In opdracht van aanbestedende diensten ontwerpen architectenbureaus gebouwen, infrastructuur en openbare ruimte.

Publieke opdrachtgevers kiezen meestal voor een onderhandse procedure als de opdrachtwaarde onder de Europese drempelbedragen valt.Boven de drempel wordt vaak de niet-openbare procedure gebruikt. Bekijk hier tips voor goed aanbesteden.

Aanbestedingsprocedure
Het aantal openbaar aangekondigde architectuuropdrachten is de afgelopen jaren gestaag gedaald. Publieke opdrachtgevers kiezen meestal voor een onderhandse procedure als de opdrachtwaarde onder de Europese drempelbedragen valt.

Een opdracht boven de drempel moet worden aangekondigd. Aanbestedende diensten kiezen dan vrijwel altijd voor een niet-openbare procedure. Bij aanbestedingen moeten aanbestedende diensten het proportionaliteitsbeginsel in acht te nemen, zoals uitgewerkt in de Gids Proportionaliteit. Steeds meer aanbestedende diensten pakken dit goed op, maar er is nog altijd een grote groep (vooral onervaren) aanbesteders die worstelen met het proportioneel inrichten van hun architectenselectie.

4 tips voor goed aanbesteden

Tip 1
Nodig niet meer dan het wettelijke minimum aantal inschrijvers uit:

  • 3 bij een meervoudige onderhandse procedure
  • 5 bij een niet-openbare procedure

Tip 2
Vraag in het kader van de inschrijving niet meer ontwerpwerk dan nodig is:

  • Als de aanbesteding puur ingericht is als partnerselectie, is er eigenlijk geen noodzaak om ontwerpwerk te vragen en kan volstaan worden met een bureaupresentatie
  • Als u toch graag een beeld wil krijgen bij de ontwerpoplossing die de architect voor ogen heeft, is een visiepresentatie meestal een passende uitvraag
  • Een voorontwerp (VO) is meestal te kostbaar als uitvraag, zeker als het om een beperkte opdracht gaat (opdracht tot definitief ontwerp en esthetisch toezicht tijdens realisatie). De tenderkosten staan dan niet in een redelijke verhouding tot de opdrachtwaarde, tenzij u een behoorlijke inschrijfvergoeding beschikbaar stelt (wat meestal niet gebeurt)
  • De Branchevereniging Nederlandse Architecten (BNA), Architectuur Lokaal en ICSadviseurs hun visie ten aanzien van het gevraagde ontwerpwerk beschreven in de Richtlijn Gezonde Architectenselecties.

Tip 3
Indien substantieel ontwerpwerk uitgevraagd, kunt u overwegen om aan 2 partijen een opdracht te gunnen om een visie uit te werken tot schetsontwerp/voorontwerp, waarna de partij van het beste ontwerp een vervolgopdracht krijgt om zijn ontwerp verder uit te werken richting realisatie.

Tip 4

Hanteer voor ontwerpwerk een gunningsmethodiek die rekening houdt met de kwaliteit van het ontwerpwerk (dus niet verkapt op laagste prijs).

Problematiek
Bureaus lopen bij een aanbestedingsprocedure vaak aan tegen:
- veel te specifieke geschiktheidseisen en selectiecriteria
- oplopende transactiekosten, omdat de aanbestedende dienst (te) veel vraagt en daar geen redelijke inschrijfvergoeding tegenover stelt
- onevenwichtige gunningsmethodieken, waardoor prijs eenzijdig de doorslag geeft bij het selecteren van de aanbieding met de beste prijs-kwaliteitverhouding

In een economisch stabiele markt worden bureaus kritischer om deel te nemen aan een aanbesteding. Steeds meer bureaus schrijven niet in op aanbestedingen, waar de inspanning van de inschrijving niet opweegt tegen de kans op winnen en de uiteindelijke opdrachtwaarde.

Contracten
Vanaf 2005 was er een duidelijke tendens naar geïntegreerde contracten, waarbij ontwerp en uitvoering in elkaar vervlochten zijn. Marktpartijen hebben in de huidige markt (2019) minder animo voor dit soort contracten bij kleine opdrachten. Vaak is de risicoverdeling ongunstig voor de markt. Architecten geven bij opdrachten de voorkeur aan traditionele contracten of een bouwteamconstructie.

Bij grotere, complexe opdrachten wordt gewerkt met geïntegreerde contracten, vooral Design & Build (D&B) en Design, Build, Maintain (DBM). Hierbij wordt steeds vaker gewerkt met alliantieovereenkomsten om aan de bezwaren vanuit de markt over ongunstige risicoverdeling tegemoet te komen.

De contractvorm DBFM(O) wordt nu nauwelijks meer gebruikt. DBFM(O) staat voor Design Build Finance Maintain Operate.

Trends

  • Veranderende marktomstandigheden, marktpartijen worden kritischer ten aanzien van deelname aan aanbestedingen, zeker als de procedure disproportionele onderdelen bevat.
  • Onder de EU-drempelbedragen worden opdrachten overwegend (meervoudig) onderhands aanbesteed.
  • Wederopstanding van traditionele contracten en bouwteamovereenkomst.
  • Geïntegreerde contracten worden steeds vaker gecombineerd met alliantieovereenkomst.
  • Specialisatie van architectenbureaus en samenwerking met andere partijen in de bouw.
  • Groeiende populariteit van combinatievorming.
  • Een relatieve verschuiving van nieuwbouw naar ingrepen in de bestaande omgeving.
  • Een groeiend aantal oude gebouwen komt leeg te staan en vraagt om herbestemming.
  • De inzet van externe adviseurs loopt terug, waarschijnlijk onder invloed van professionalisering van gemeentelijke inkoopdiensten en bezuinigingen.
  • Energie- en klimaatneutraal bouwen, herontwikkeling en renoveren staan op verzoek van overheid, particulieren en bedrijven hoog op de agenda.
  • In de bouwwereld een toenemend belang van Building Information Modeling/Management (BIM), een virtuele technologie en werkwijze.
  • Meer aandacht voor circulair en energieneutraal ontwerpen en (ver)bouwen.

Wet op de architectentitel
De Wet op de architectentitel beschermt de titels:

  • architect
  • stedenbouwkundige
  • tuin- en landschapsarchitect
  • interieurarchitect

Deze wet heeft 3 doelstellingen:

  • Het scheppen van waarborgen voor vakbekwame beroepsuitoefening ter bevordering van de kwaliteit van de gebouwde omgeving en het landschap.
  • Het implementeren van Europese richtlijnen.
  • Consumentenbescherming. Dit houdt in dat de opdrachtgever ervan mag uitgaan dat, indien hij een geregistreerd ontwerper inschakelt, deze beschikt over voldoende deskundigheid om de opdracht te realiseren.

Keurmerken en certificaten
De Wet op de architectentitel bepaalt dat alleen degenen die staan ingeschreven in het architectenregister de titel mogen voeren waaronder ze staan ingeschreven. Wie zichzelf architect wil noemen of zijn bureau de benaming architectenbureau wil geven, moet dus ingeschreven staan in het register. Wie zich als architect, stedenbouwkundige, tuin- en landschapsarchitect of interieurarchitect wil laten registreren, moet voldoen aan bepaalde eisen.

Vergroot je netwerk en word onderdeel van de BNA-community

1000 BNA-leden gingen je voor #collectievekracht