De wens een praktisch en duurzaam bedrijfspand te realiseren heeft geleid tot een markant ontwerp wat draait om ritme, daglicht en verhoudingen. Het eindresultaat voor deze verzameling bedrijfsunits is een verwijzing naar de typische sheddak constructie, waarbij een menselijke maat en een verrassend spel met daglicht is ontstaan.

Een typische bedrijfshal is een groot, gesloten, volume met een wat tijdelijke uitstraling, mede door het materiaalgebruik. Het tijdelijke karakter zorgt voor een gebouw wat minder binding tot de locatie heeft en een beperkte positieve invloed heeft op de directe omgeving en gemeente.

Voor deze opgave hebben de architecten gezocht naar een andere uitstraling en een vergrendeling op de locatie, waarbij diezelfde functionaliteit en praktische invulling mogelijk zijn ondanks een scherp bouwbudget.

Het ontwerp breekt met de bekende identiteit van hedendaagse bedrijfspanden. Met het gebouw is een poging gedaan te laten zien wat er kan en wat een mogelijke nieuwe identiteit en uitstraling is die voor dergelijke opgaven nagestreefd kan worden.

Het gebouw kan hiermee een katalysator zijn voor het kleinschalige bedrijventerrein voor de komende decennia. Een soort standaard, waardoor andere bedrijfspanden ook een meer open karakter krijgen en het hele bedrijventerrein een veiliger en vriendelijker omgeving wordt.

Het ontwerp grijpt qua uiterlijk helder terug naar de oude sheddakfabrieken. De zaagtandvorm is echter meer dan een directe verwijzing; de translucente driehoeken zorgen voor het gewenste ritme, de juiste verhouding, de gereduceerde lichtinval en de subtiele verlichting naar buiten. Samen met het fraaie metselwerk wordt hiermee, ondanks het grote volume, een gebouw gerealiseerd waaraan mensen zich aan kunnen relateren.

De uitwerking van het concept tot in de details is voor de architecten essentieel. Het spel van licht, zicht en ritme is verder doorgevoerd in elegante langgerekte daklichten en in lijn uitgevoerde kozijnen en roldeuren. De fraaie aluminium deuren en kozijnen, de daklijsten, de dorpels onder de translucente delen en de van buiten zichtbare constructiedelen zijn allemaal in dezelfde kleurtint.

Het metselwerk is uitgevoerd met een verdiepte lintvoeg, een smalle stootvoeg en er zijn twee terugliggende baksteen vlakken die het ritme in de gevel continueren. Tot slot liggen de translucente driehoeken in één vlak met het metselwerk om het uitganspunt te benadrukken.

Dit heeft geleid tot een origineel, eigentijds, fijn gedetailleerd gebouw.