The Garage






Introductie
The Garage, de herbestemming van een onderhoudsgarage uit 1962 naar ontwerp van architect Jan Wils, biedt onderdak aan een mix van kantoren, horeca en voorzieningen. De plint opent zich naar het plein, vides voorzien de nieuwe functies van daglicht en de voormalige hellingbaan functioneert als verbindend element tussen de verdiepingsvloeren.
Toelichting categorie
Het ensemble
Eind jaren vijftig verleende het autobedrijf CitroÃĢn aan architect Jan Wils de opdracht om een onderhoudsgarage te bouwen. Het gebouw moest uitdrukking geven aan wat het bedrijf wilde zijn: efficiÃĢnt, servicegericht en het symbool van transparantie en mode
iteit.
Wils deed een betrekkelijk eenvoudig voorstel: een orthogonaal gebouw over drie verdiepingen plus souterrain en een parkeerdak met dakopbouw. Het gebouw was in functioneel opzicht bovenal nuchter en doelmatig. Alzijdig ontworpen met horizontale vensters rondom en garagedeuren in de plint, maar met de hoofdentree aan de straat, voorzien van benzinepompen. De hellingbaan langs de zuid- en westgevel, een uitzondering op de orthogonale structuur, vormde de verbinding tussen de entree aan de straat en het parkeerdak.
Wils ontwierp de onderhoudsgarage (1962) met het Zuidgebouw (1931) en het Olympisch Stadion (1928) als deel van een stedenbouwkundig ensemble dat, gezien vanuit de Amstelveenseweg, de entree vormde van Amsterdam en het einde van de stedenbouwkundige oost-west as van Berlageâs Plan Zuid.
De openbare ruimte
In opdracht van Bouwinvest Real Estate Investors heeft Rijnboutt het gebouw, een rijksmonument, getransformeerd tot multifunctionele werk- en verblijfsomgeving The Garage.
Een belangrijke opgave bij de transformatie lag in het versterken van de relatie met de ruimtelijke context om zo de verblijfskwaliteit van de openbare ruimte te verbeteren. Het gebouw had een hoofdentree in de oostgevel, aan de straatkant. Voor een betere verbinding met de omgeving zijn ook aan de zuidkant en de westkant entrees gemaakt.
Het uitgangspunt van Rijnboutt om het gebouw te beschouwen als deel van een groter stedenbouwkundig geheel, sloot aan bij de visie van de opdrachtgever, die met meerdere gebouwen in de omgeving een gebiedsontwikkeling voor het hele Olympisch Kwartier nastreefde.
Ambitie
âDe transformatie van het CitroÃĢn noordgebouw moet, samen met het zuidgebouw, functioneren als aanjager voor de levendigheid en aantrekkelijkheid van de openbare ruimte, die ooit is ingezet met de voltooide transformatie van het Olympisch Stadionâ, aldus het ambitiedocument aan het begin van het proces.
Het resultaat: een verrassend en open gebouw, stevig verankerd in zijn omgeving.
Toelichting ontwerp
Hoofdentree
De voormalige hoofdentree, die met garagedeuren en benzinepompen volledig op de auto was ingericht, blijft met de toevoeging van een nieuwe glazen gevel de hoofdentree. De ooit zo gesloten plint opent zich daarmee op verschillende plekken naar het plein, waardoor de dialoog tussen het gebouw en de omgeving is geïntensiveerd.
Atria
Om daglicht diep in het gebouw te laten doordringen, zijn in het hart van het gebouw twee atria gemaakt, omsloten door glas. Deze worden ingezet als retourkanaal in het ventilatieconcept van de kantoorvloeren.
Gevel vs. binnenklimaat
De monumentale waarde eiste dat de gevelcompositie gerespecteerd zou blijven, terwijl het gebouw wel moest voldoen aan alle denkbare thermische en akoestische eisen van nu.
De open geveldelen hebben hun oorspronkelijke stoeltjesprofielen behouden. Op de gesloten geveldelen is glasmozaïek toegepast.
De enkele buitenbeglazing is vervangen door geïsoleerde beglazing. Extra convectoren onder de stalen ramen en ventilatieunits beheersen het binnenklimaat. Dit waarborgt een uitstekend binnenklimaat, terwijl het karakter van de gevel wordt behouden.
De hellingbaan
De transformatie van het CitroÃĢngarage noordgebouw biedt een omgeving die geschikt is voor Het Nieuwe Werken. Steeds vaker is er in kantooromgevingen veel aandacht voor sfeer en persoonlijk comfort.
De CitroÃĢngarage beschikt over een karakteristiek element dat in andere gebouwen ontbreekt: de hellingbaan. In de nieuwe situatie functioneert de hellingbaan als gemeenschappelijke verkeers- en verblijfsruimte, die ruimte biedt aan flexwerken, ontmoeting, overleg en kennisdeling. Hiervoor zijn op maat ontworpen eilanden geplaatst, als autonome objecten op de vloer.
Een autolift op de bovenste verdieping geeft toegang tot het parkeerdak, waar nu een daktuin en extra kantooroppervlak is gerealiseerd. Vanaf het dak biedt het gebouw een indrukwekkend panorama: aan de westzijde het Olympisch Stadion, aan de oostzijde de oostwest as van Berlageâs Plan Zuid. Het is deze sequentie (straat > hoofdentree > verdiepingsvloeren > dak > panorama) die het gebouw verbindt aan de stad, het inte
e programma aan de publieke ruimte, buiten met binnen en binnen met buiten.