Door Oene Dijk
De training Biobased bouwen, ontwikkeld door Building Balance, werd 2 juni 2025 officieel overgedragen aan de BNA Academie. Norbert Schotte was nauw betrokken bij deze training. Hij is op allerlei terreinen actief als aanjager van het opschalen en versnellen van het gebruik van bio-grondstoffen in de bouw.
Wat is je achtergrond en wat doe je?
Ik ben 35 jaar jong en al 20 jaar actief in de bouw. Ooit als timmerman begonnen, later gewerkt bij Dura Vermeer en daarna bij VORM, waar ik verantwoordelijk was voor innovatie en duurzaamheid. Na acht goede jaren daar besloot ik om mijn passie voor innovatie en duurzaamheid breder in de sector in te zetten. Na een korte periode bij Alba Concepts ben ik drie jaar geleden voor mezelf begonnen. Wat ik doe werd recent door iemand van de gemeente Rotterdam fraai en grappig verwoordt: Norbert Schotte is de nationale aanjager van de bouw.
Ik heb een drietal petten op:
Die van de Gideonsbende, waarvan ik samen met Jan-Willem van de Groep en Jan Rotmans in 2021 de aanstichter ben. Gideon is een onafhankelijke en positieve beweging van professionals die de toekomst van bouwen vormgeeft. Zij brengen mensen samen die durven te kiezen voor een andere koers en die vanuit hun vakgebied bijdragen aan een eerlijke, duurzame en toekomstbestendige gebouwde omgeving. We hebben ook geen ledenmodel: als jij je een Gideon voelt, dan ben je een Gideon.
De tweede pet is mijn werk bij Building Balance, een landelijke non-profit organisatie. Building Balance is de uitvoeringsorganisatie van een opschalingsprogramma, de Nationale Aanpak Biobased Bouwen (NABB) vanuit vier ministeries. Waar deze ministeries gaan over de beleidsmaatregelen om biobased te stimuleren, is de rol van Building Balance onder andere om biobased ketens te organiseren, vraag naar biobased te stimuleren, certificering te organiseren, interventies te ontwikkelen en kennis te ontwikkelen en te verspreiden. Ook het ontwikkelen en geven van trainingen pakt Building Balance met enthousiasme op.
De derde pet is wellicht het leukst van allemaal. Op het podium mensen prikkelen, informeren en enthousiasmeren over de transitie die zich in de bouw voltrekt. Hierbij is de boodschap als het gaat om biobased bouwen: het kan, het gebeurt al, er is hulp, ga aan de slag!
“Hierbij is de boodschap als het gaat om biobased bouwen: het kan, het gebeurt al, er is hulp, ga aan de slag!”
Wat is biobased bouwen?
Biobased bouwen is bouwen met natuurlijke materialen die binnen een mensenleven terug groeien. Bekendste voorbeeld is natuurlijk houtbouw en cellulose en houtvezel als isolatie. Daarnaast maken wij ook een onderscheid met agrobased materialen. Dit zijn gewassen van Nederlandse bodem, zoals vezelhennep, vlas, stro en miscanthus. Deze natuurlijk materialen hebben als grote voordeel dat zij CO2 vastleggen en langdurig vasthouden in de vorm van bouwmaterialen. Dit kan voor Nederland oplopen tot 9 megaton CO2-winst op jaarbasis vanaf 2040. Dat is vergelijkbaar met de klimaatwinst van het invoeren van rekeningrijden en het halveren van de veestapel samen!
Daarnaast gaan biobased bouwen en industrialisatie hand in hand. De meeste bouwers die inzetten op deze vorm van productie zetten logischerwijs dan ook in op biobased bouwmaterialen. Dan tellen de voordelen zich op, want dan heb je een combinatie van duurzame materialen, snellere productieprocessen, minder transportbewegingen, lichter bouwen en daarmee ook de mogelijkheid van elektrisch materieel waardoor bouwen in stikstofgevoelige gebieden een grote kans van slagen heeft. Ook gelet op de toename van een tekort aan bouwplaats personeel is deze combinatie van bouwen een uitkomst.
Wat is de urgentie van biobased bouwen?
Nieuw onderzoek van Bauhaus Earth en het Potsdam Institute, gepubliceerd in het toonaangevende Nature, laat zien dat de wereldwijde CO2-uitstoot van de bouwketen in dertig jaar is verdubbeld en inmiddels ongeveer één derde van de mondiale emissies vormt, zelfs zónder het energiegebruik van gebouwen mee te tellen. Dit is wat mij betreft een duidelijke boodschap aan eenieder die zich bezighoudt met bouwen: het moet echt radicaal anders. Het gaat daarbij niet enkel om klimaatmitigatie, maar ook om klimaatadaptatie, installatiearm bouwen, waterbesparende maatregelen, sociale inclusie en niet onbelangrijk natuurinclusief bouwen zodat we bijdragen aan biodiversiteitsherstel. Ofwel, dat wat nu veelal toekomstbestendig bouwen wordt genoemd. Bovendien is de transitie naar toekomstbestendig bouwen leuk! Samenwerken met passievolle professionals waarbij het waarom niet ter discussie staat, maar je samen bijdraagt aan een mooiere wereld. Neem voorbeelden als Urban Woods in Delft van Urban Climate Architects, Valckensteyn in Rotterdam door Powerhouse Company, Weidewald in Doetinchem door Mix Architectuur of het recent door Koningin Màxima geopende SAWA op de Lloydpier in Rotterdam (naar een ontwerp van Mei architects & planners; ontwikkeld door Nice Developers en Era contour). Tijdens de opening zei de hoofduitvoerder dat hij zich machteloos kan voelen door de nieuwsberichten over toenemende snelheid van klimaatverandering, tot hij leerde dat hij met zijn werk ook een positieve bijdrage kan leveren. Het werken aan project SAWA gaf hem dus het gevoel bij te kunnen dragen aan een duurzamere wereld voor zijn (klein)kinderen wat juist hoop gaf. Dat vind ik nou mooi.
Op je vraag wat de overheid zou moeten zijn zeg ik initieel dat we de invloed van ons als maatschappij niet moeten onderschatten. Een transitie wordt immers niet ingezet door de overheid, maar door mensen in de onderstroom. Toch kan de overheid wel een rol spelen in een transitie, namelijk door ruimte te geven aan koplopers, de opgedane kennis en innovaties te delen met volgers, het stimuleren van het peloton om aan te sluiten en tot slot heb je de bezemwagen – normeren dus – voor de achterblijvers. Onder Mona Keijzer was er vooral oog voor het laatste en ben ik hoopvol dat alle vier de logische potentiële regeringspartijen biobased bouwen in hun verkiezingsprogramma hebben staan.
Hoe is de training Biobased bouwen ontstaan?
Jaren geleden besprak ik het idee van een dergelijke training al met architecten als Folkert van Hagen en Jurriaan van Stigt. Dit was tijdens een ‘Gideon materialendag’ in het Keilepand in Rotterdam. Dit idee sudderde nog door in mijn hoofd en heb ik uiteindelijk opgenomen in de plannen van Building Balance. Ik ben vooral erg blij dat dit verder is opgepakt door Kirsti Pol (Buro Kade) en Inger Kammeraat. Zij hebben de training vormgegeven samen met architecten Jurriaan van Stigt (LEVS), Ralf van Tongeren (Orga), Tim Vermeend (Urban Climate), Erik Roerdink (De Zwarte Hond) en Ivo van den Thillart (Buro Kade). Ik was formeel vanuit Building Balance de opdrachtgever en dacht mee waar nodig.
Waaruit bestaat de training?
Het tweedaagse programma bestaat uit vier modules.
De eerste module gaat over de architect als aanjager, de spil in het proces. Belangrijk hierin is het urgentiebesef; welke materialen gebruiken we nu en wat is daarvan de klimaatafdruk? Hoe zit het met ons CO2-budget? Welke materialen zou je kunnen gebruiken?
De tweede module is wet- en regelgeving, systemen en tools. Hoe anticipeer je op de wetgeving die er vanuit Europa aankomt? Hoe zorg je ervoor dat je als architect integraal ontwerpt met de natuur? Welke tools kunnen inzichtelijk maken wat voor effecten jouw keuzes hebben op het klimaat?
De derde module is biobased materialen Niet alleen wat is biobased bouwen en om welke materialen gaat het, maar ook om een online softwareprogramma dat inzichtelijk maakt welke ontwerp en materiaalkeuzes welk effect hebben. Je krijgt de opdracht ontwerp een detail. Je plaats dat in het softwareprogramma en je ziet direct het effect.
De vierde module bestaat uit het zogenaamde omdraai moment. Je bent vol enthousiasme naar huis gegaan en hoe ga jij dan vervolgens je organisatie meenemen in het biobased bouwen. Hoe overwin je hindernissen met reacties als dit is te duur, dit willen we niet, etc. Belangrijk onderdeel hierin is het rollenspel. En het werken aan je eigen transitieplan.
Ik vind het ook goed om te benoemen wat deze training mede succesvol heeft gemaakt. Dat ‘geheim’ zit erin dat de training is opgezet door experts, dat deze experts de ‘docent’ zijn en dat het mensen zijn van binnen de eigen ‘bloedgroep’. Hierdoor bleef het niet bij een theoretische exercitie, maar konden ook eigen projecten en vraagstukken worden ingebracht waarin de expert meteen kon meedenken.
Zijn er al effecten zichtbaar?
Er hebben zich volgens een ruwe schatting drie effecten voorgedaan.
Het directe effect is zichtbaar in dat de opgedane kennis en de ontwikkelde vaardigheden die de architecten, inmiddels ongeveer 150 architecten, door de training zich eigen hebben gemaakt direct in de praktijk bij hun projecten wordt toegepast. Het indirecte effect van ons handelen hadden we niet voorzien – wel gehoopt – en dat is het ontstaan van een autonome beweging van inmiddels meer dan 170 architecten die in een gezamenlijke appgroep elkaar dagelijks inspireren, bevragen, kennis delen, elkaar praktische vragen stellen, etc. Ze organiseren ook bijeenkomsten en bijbehorende projectbezoeken. Dat er zo’n grote groep architecten open met elkaar kennis deelt is nieuw en waardevol. Het derde effect is dat een logisch vervolg op de training een biobased commitmentverklaring was. Er zijn inmiddels zo’n tachtig architectenbureaus die met dit commitment zeggen: “wij gaan voor biobased, tenzij.” Oftewel biobased is de default keuze geworden.
Wat zou je de architecten nog mee willen geven?
Wat houdt je tegen de training te volgen? De training biedt actuele kennis, een interessant en energiek netwerk en het besef dat je zelf kan bijdragen aan de broodnodige transitie. Ik spreek je ook aan als ondernemer die geëquipeerd moet zijn op een toenemende klantvraag. Want opdrachtgevers zullen in toenemende mate écht duurzaam willen en moeten bouwen.
Wil jij ook biobased bouwen en hier meer over leren? Meld je alvast aan voor de wachtlijst. Zodra de training gepland staat krijg je bericht!



