Actueel / Nieuws

De kwaliteitsborging van een project hoort bij een architect te liggen

Het is geen sexy onderwerp voor tijdens de kerstborrel, de Wet kwaliteitsborging voor het Bouwen (Wkb), maar het is wel de realiteit waar architecten vanaf januari 2021 mee te maken krijgen. Met de invoering van de Wkb worden bouwprojecten na oplevering getoetst door private kwaliteitsborgers. De preventieve toets van de bouwtekeningen aan het bouwbesluit door ambtenaren komt hiermee te vervallen.

Door Merel Pit

Deze wetswijziging ziet Annemiek Braspenning als een kans voor architecten om hun rol als bouwheer opnieuw naar zich toe te trekken. Ze deed met haar architectenbureau No Label Architectuur mee aan de proef ‘Architect aan Zet’ van de Gemeente Rotterdam. Vanuit die ervaring roept ze architecten op: “verdiep je erin en zorg dat je de kwaliteitsborging in je servicepakket opneemt.”

Wat vind je ervan dat door de Wkb bouwprojecten straks na oplevering worden getoetst? Dit kan betekenen dat wanneer een gebouw niet voldoet, weer afgebroken moet worden.
“Straks wordt getoetst hoe het is gebouwd en niet hoe het is ingediend. Dit is een positieve ontwikkeling. Nu worden na verlening van de bouwvergunning tijdens tijdens de bouw nog zoveel aanpassingen doorgevoerd, waardoor je de grip op kwaliteit zou kunnen verliezen. Door na oplevering te kijken of het project voldoet aan het Bouwbesluit verbeter je het bouwtoezicht, voorkom je bouwfouten en verhoog je de bouwkwaliteit.”

Aannemers zijn al bezig om kwaliteitsborgers op te leiden. Zij zijn uiteindelijk verantwoordelijk voor de bouw. Waarom pleit jij er ervoor dat architecten een belangrijke rol bij de kwaliteitsborging van een bouwproject pakken?

“Architecten zijn vaak al vanaf begin van een project betrokken. Het is een service naar de opdrachtgever toe als je de kwaliteit van het project borgt. Concreet betekent dit dat je gedurende het proces stuurt op de ruimtelijk kwaliteit én de bouwkundige als het gaat om brandveiligheid, bouwfysica, constructie, etc. En dit op inzichtelijke wijze documenteert, zodat de toetsing door de kwaliteitsborger zo soepel mogelijk verloopt. In mijn ogen is de architect hiervoor bij uitstek geschikt. Die overziet het hele project, andere partijen niet.”

Maar dan moet je wel als architect tot het einde betrokken blijven, terwijl dat nu lang niet altijd meer het geval is.
“Precies. Ik zie daarom de Wkb als een kans voor de architect om van a tot z bij een project betrokken te zijn. Alleen dan kun je de opdrachtgever garanderen dat daadwerkelijk wordt gebouwd wat je hebt afgesproken.”

Uiteindelijk moet een extra set ogen alle documenten waarin de kwaliteit is vastgelegd bekijken. Waarom zou je als architect projecten van concullega’s willen controleren?
“Ik sta niet te springen om fulltime aan de slag te gaan als kwaliteitsborger, maar ik geloof wel dat we als branche een antwoord moeten formuleren op de nieuwe wet. Dat je binnen je netwerk een kwaliteitsborger kunt aanstellen, (of weet hoe je er efficiënt mee kan samenwerken) die gecertificeerd en deskundig is en die je vertrouwt. Door als vakgemeenschap de kwaliteitsborging naar ons toe te trekken, zetten we ons zelf op een podium dat ons toebehoort. Als dit betekent dat ik als kwaliteitsborger eens in de zoveel tijd een project van een andere architect moet controleren die alles gedurende het proces netjes gedocumenteerd heeft, dan doe ik dat heel graag. Architecten zijn bovendien gewend om elkaars werkt te controleren. Met ons netwerk (AN Rotterdam) doen we veel aan intervisie. Er zitten genoeg architecten in welstandscommissies.”

‘Ik zie de Wkb als een kans voor de architect om van a tot z bij een project betrokken te zijn.’

Wat is er nodig om als architect de kwaliteitsborging op je te kunnen nemen?
“Het zou fijn zijn als er een instrument wordt ontwikkeld in een taal die voor iedereen begrijpelijk is, dat gemakkelijk in het gebruik is en dat niet te veel extra kosten met zich meebrengt. Het liefst open-source dus voor iedereen gratis toegankelijk. Momenteel worden er al instrumenten ontwikkeld door diverse instanties, maar daarvoor moet je betalen. Of per keer of in abonnementsvorm. Het geld dat de opdrachtgever voorheen aan de gemeente betaalde voor de leges zal licht dalen. De kwaliteitsborging zou echter niet meer moeten kosten. Je kan als architect sturen op de kosten van de externe kwaliteitsborger door zelf je kwaliteit op orde te hebben.”

Bij de Gemeente Rotterdam geloven ze dat de kwaliteitsborging bij de architect moet liggen. Dat hebben ze in hun lokale wet- en regelgeving opgenomen. Tijdens de proef ‘Architect aan Zet’ heb je de gevolgen hiervan ondervonden. Hoe ging dit?

“Heel goed. Vanaf dag één kregen we een bouwvergunning en aan het einde van het project leverden we een opleverdossier met bouwtekeningen, foto’s voor en na oplevering, bestemmingsplantoets, brandveiligheidstoets, parkeertoets, etc. Alles om te bewijzen dat we aan het Bouwbesluit voldoen. Natuurlijk was het hiervoor wel van belang dat we ook konden aantonen dat onze kennis up-to-date is, bijvoorbeeld dat we een aantal cursussen hadden gevolgd. Maar die cursussen volgende ik toch al. Dat is je plicht als architect. Het verschil als straks de Wkb is ingevoerd zal zijn dat straks naast de architect een onafhankelijke kwaliteitsborger met een gecertificeerde methode de stukken mede-beoordeelt.”

De wet wordt gefaseerd ingevoerd en is eerst alleen van toepassing op lage risicoprojecten, zoals particuliere woningen, aanbouwen en kleine industriegebouwen. Dit betekent dat wanneer je aan grotere projecten werkt, je dit nog even naast je neer kunt leggen?
“Het zou mooi zijn met de kwaliteitsborging te starten als je een kleiner project verwerft, zodat je kunt oefenen. Dan kun je het straks wellicht ook voor grotere projecten uitrollen.”