Wat is vanuit jouw perspectief het voordeel van samenwerking tussen mannelijke en vrouwelijke architecten?
Voor het begrijpen van architectuur maakt het eigenlijk niet uit of je een man of een vrouw bent, maar het maakt wel uit wanneer we ontwerpprocessen op grotere schaal gaan uitvoeren met alleen mannen of vrouwen aan het stuur. Dat zou resulteren in een situatie die slecht is voor de kwaliteit van de architectuur en slecht voor onze sociale gezondheid. Vergelijkbaar is een situatie waarin onze lichamelijke gezondheid in gevaar komt als we gedurende een langere periode slechts één type voeding eten. Dan ontwikkel je een groeistoornis.
Om een voorbeeld te geven: in Nederland is de situatie rondom toiletten in ieder groot openbaar gebouw hetzelfde. Op piekmomenten is het aantal toiletten voor mannen voldoende, voor vrouwen niet. Vrouwen gaan gemiddeld langer naar het toilet, vanwege specifieke handelingen die zij daar maandelijks verrichten. De ruimtes voor heren- en damestoiletten zijn vaak spiegelbeelden van elkaar, waarbij de capaciteit doorgaans toereikend is voor de mannen, maar niet voor de vrouwen. Als we treinstations bouwen, dimensioneren we het overstapgebied altijd zo dat het geschikt is voor de drukste minuten van het drukste uur tijdens de spits. We moeten dit doen om een veilige ruimte te creëren waar niemand vertrapt wordt of per ongeluk op het spoor valt. Hierdoor beschikt het station de rest van de dag over een overmaatse capaciteit. Wij beschouwen dit niet als een slechte investering, omdat onze bevolking groeit en ergens in de toekomst al die ruimte zal worden gebruikt voor passagiersstromen.
Het structurele tekort aan openbare toiletten voor vrouwen in publieke gebouwen is duidelijk een blinde vlek in dat ontwikkelingsproces geweest. Dit zou niet gebeurd zijn als de hoeveelheden correct waren ingeschat en goed onderzoek was gedaan naar de manier waarop vrouwen het toilet gebruiken. Misschien zou het vandaag anders zijn geweest als er in de Nederlandse geschiedenis meer vrouwen inspraak hadden gehad in de ontwikkeling van publieke gebouwen. Dit voorbeeld doet vermoeden dat aanwezigheid van vrouwen in het publieke leven onvoldoende uitgangspunt is geweest in de ontwikkeling van de typologie openbaar toilet. Bij beschouwing van ons erfgoed geld dit in zekere zin ook voor mensen met andere fysieke capaciteiten dan gangbaar is en voor mensen met een andere culturele achtergrond waar andere gebruiken en rituelen bij horen dan dat lang gangbaar is geweest in de Nederlandse maatschappij. In onze steden en openbare gebouwen wonen en werken veel verschillende mensen. Daarom is het belangrijk dat ze worden gemaakt door een team van verschillende soorten mensen.
In hoeverre gaat het om gender, of gaat het allemaal om competentie?
Generaties lang is doorgegeven dat bepaald gedrag mannelijk of vrouwelijk is, terwijl dat slechts een culturele norm is en geen feit. Met een vrouwelijk lichaam kun je je mannelijk gedragen. Mannelijk en vrouwelijk gedrag is gewoon iets dat we hebben verzonnen. Iedereen kan dat perspectief in zijn of haar eigen leven veranderen. Persoonlijk heb ik veel stereotiepe gendernormen in mijn leven losgelaten. Ik ben gewoon geboren als architect, muzikant en ik heb een vrouwelijk lichaam. Mijn ruimtelijk inzicht en gevoel voor compositie zijn altijd een deel van mij geweest. Ze zijn aanwezig in mijn vroegste herinneringen. Ze konden mij geen voorkeuren leren door mij een pop te geven om mee te spelen; ik kroop automatisch naar die veel interessantere auto’s en blokken. Voor mij zijn ruimtelijk inzicht en rijvaardigheid geen mannelijke eigenschappen en ik kan me niet voorstellen wat het met mannelijkheid te maken zou kunnen hebben. Mijn ruimtelijk inzicht en rijvaardigheid hebben ook niks met mijn vrouwelijkheid te maken. In onze wereld moet je van jezelf houden om de moed te hebben om te worden en te blijven wie je werkelijk bent. Blijf dicht bij jezelf, dat is het halve werk.
Wat zijn volgens jou de kenmerken van goede collega’s /werknemers?
Ik zoek mensen die floreren in een situatie waarin ze op de een of andere manier uniek zijn in hun talenten of vaardigheden. Door hun bereidheid om uniek te zijn, voegen ze iets toe aan het project en aan elkaar. Goede teamleden zijn nieuwsgierig. Ze zijn origineel en oprecht. Zelf zijn ze altijd op zoek naar een plek waar ze hun eigen unieke vaardigheden meebrengen. Zo hoeven ze niet te concurreren met collega’s, of uit te blinken ten koste van iemand anders. Een groep individuen, elk met hun eigen talenten en competenties, kan efficiënt samenwerken, elkaars sterke punten naar voren brengen en zo tot goed ontwikkelde ideeën komen.
Wat maakt een goed team?
Mijn visie op een goed team komt voort uit onze context van multidisciplinaire en zeer complexe opdrachten. Onze teams gaan van vraag naar vraag in een probleemgestuurde situatie, inclusief tegenslagen. Een goed team is niet bang voor lastige gesprekken en kan oplossingen die zij bedenken kritisch beoordelen. Dit vraagt om teamleden die zich kwetsbaar kunnen opstellen. Ze moeten hun eigen lievelingen kunnen loslaten als dat nodig is. Maar eerst en vooral moeten ze intuïtief goede ideeën kunnen herkennen en erkennen, ongeacht waar die goede ideeën vandaan komen. Een goed idee, wat de oorsprong ook is, verdient altijd de aandacht van het hele team.
Ik ben nu bezig met een stationsproject in een infrastructurele omgeving. Tijdens de bouw articuleren wij alle grote tijdelijke hulpconstructies in ‘verkeersgeel’. Het idee hierachter is dat in de veranderende omgeving duidelijk te onderscheiden is welke onderdelen van de renovatie tot de eindsituatie behoren en welke elementen slechts tijdelijk ondersteuning bieden om bepaalde functionaliteit te behouden. Toen we dit idee aan de welstand voorlegden, zei de supervisor van de gemeente Amsterdam: ‘dit is ook een goede oplossing voor onze renovaties van monumenten’. Bij renovaties hebben we vaak situaties waarin Amsterdammers boos zijn omdat we het monument beschadigen, terwijl de realiteit is dat er tijdelijk grote hulpconstructies worden ingezet om de restauratiewerkzaamheden zo subtiel mogelijk te faciliteren. Na dit gesprek zal ik zeker zo’n gedurfde ingreep durven voorstellen bij de renovatie van een gekoesterd monument in de stad.
Creativiteit en diversiteit: hoe zijn ze met elkaar verbonden?
Hoe diverser de leden in het team, hoe makkelijker en sneller je op creatieve ideeën komt. Als er geen box is, hoef je niet out of the box te denken. Je bent er al. Het is veel gemakkelijker om uit je eigen comfortzone te stappen als je in de comfortzone van iemand anders wordt geleid. Innovatie kan vrij gemakkelijk voortkomen uit traditie als je kunt luisteren naar wat anderen over hun traditie te zeggen hebben. De verhalen die mensen mij vertellen zijn een grote inspiratiebron in mijn dagelijks leven. Ik houd ervan om samen te werken met iemand die in een andere richting of discipline geschoold is om samen tot een geïntegreerde oplossing te komen waar we allebei trots op kunnen zijn.
Wat zorgt voor betere en duurzamere plekken en samenleving?
Als we het simpel houden, kunnen we zonder omwegen de grootste stappen zetten. Een veel voorkomende valkuil is te denken dat er geen winst te behalen valt uit low-tech, voor de hand liggende concepten. Als je een eenvoudig idee tot in de kleinste details uitwerkt, ademen zowel het geheel als de afzonderlijke delen één helder verhaal uit. Als dit lukt, heeft iedereen het gevoel van thuiskomen. Het ontwerp straalt schoonheid uit en mensen zullen zeggen “waarom hebben we hier niet eerder aan gedacht?” Als iets eenvoudig is, kan de betekenis ervan in de samenleving gemakkelijker worden gerealiseerd. Ook kan iets ogenschijnlijk eenvoudigs een veel diepere betekenis hebben. Momenteel werk ik aan een visie die ik Transvorm noem. Voor het station Amsterdam Zuid hebben wij een tijdelijk metrostation gebouwd. In dit tijdelijke station is veel staal verwerkt. We onderzoeken al een tijdje wat we van dit materiaal kunnen maken als het metrostation zijn tijdelijke functie heeft vervuld. Er ontstonden allerlei ideeën: een uitkijktoren om uit te kunnen kijken over de bouw van het nieuwe station; een reuzenrad; een speeltuin voor kinderen; een openlucht sportschool. Hergebruik van bestaande materialen is een basis voor ideeën in plaats van alleen het op te lossen probleem. Een circulaire levensstijl is een uitnodiging om het opdrachtgeverschap op een nieuwe manier te benaderen. Als je meer waardering krijgt voor materialen die je op een bepaalde locatie al tot je beschikking hebt, ga je je opdrachten op een andere manier formuleren. Het gaat niet om het creëren van projecten met nieuwe materialen. Het gaat erom je creativiteit te gebruiken om reeds aanwezig materiaal om te zetten in iets nieuws. Iets nuttigs voor onze sociale ontwikkeling, voor onze gezondheid, voor een beter milieu.
‘Ik houd ervan om samen te werken met iemand die in een andere richting of discipline geschoold is om samen tot een geïntegreerde oplossing te komen waar we allebei trots op kunnen zijn.’
Kunnen gebouwen en het milieu beter worden als ze worden gecreëerd door een team met verschillende competenties, geslachten, afkomst, ervaringen, specialisaties…?
Ik zie een voordeel in samenwerking tussen ontwerpers (niet alleen architecten) met verschillende achtergronden. Wanneer mensen verschillende perspectieven hebben op de taak die voorhanden is, zullen ze samen een breder beeld kunnen zien. Bij een ontwerpstudie is het doel om meerdere effectieve, relevante variabelen te ontwikkelen, waarmee rekening kan worden gehouden op basis van criteria als functionaliteit, efficiëntie en budget. Hoewel niet technisch, speelt het budget vaak een grote rol, evenals de acceptatie door belanghebbenden. Als een ontwerpteam alleen afgekaderde varianten aanbiedt, krijg je ook een subjectief oordeel van belanghebbenden.
Daarom is het belangrijk dat het ontwerpteam een brede kijk heeft op zowel de technische disciplines als de huidige maatschappelijke omstandigheden. Dit is vooral van belang voor grote openbare gebouwen en stadsplanning. Naar mijn mening is het een illusie om te denken dat één enkel individu de sociale context en richting die onze samenleving opgaat goed kan interpreteren. In Nederland is de groep eindgebruikers van de openbare ruimte in onze grote steden simpelweg te divers. Om deze reden moeten ontwerpers zich samen verhouden tot sociale normen, en in sommige gevallen helpen oude eenzijdig bepaalde normen te doorbreken. Maatschappelijke trends en positieve ontwikkelingen in de samenleving kunnen worden ondersteund en gestimuleerd door specifiek gedrag in onze gebouwde omgeving te faciliteren. Om dit te optimaliseren moeten ontwerpteams divers zijn.
Hoe zie jij de toekomst?
De technische uitdaging van een groot stationsproject is het bouwen van een complexe infrastructurele oplossing op een “postzegel” met “de winkel open”. Dit soort grote projecten zijn langlopend en de maatschappelijke context verandert gedurende de loop van het project. In 2012 spraken we nog niet zo uitgebreid over verduurzaming en diversiteit als de maatschappij dat op dit moment wel verwacht van projecten met nationale reikwijdte. Dit maakt grote project met een looptijd van tien jaar of langer bij uitstek geschikt om technische en maatschappelijke normen en waarden binnen de projectcontext te bespreken. Als we de wereld echt willen veranderen voor een positieve toekomst, moeten we het leuk vinden dat deze er dan anders uit zal zien en dat we hierop innoveren in het project. Het is belangrijk bewust bezig te zijn met het binden van uiteenlopend talent om in de bouwkeet een divers team te hebben staan. Als het dan ook nog lukt om echt circulair te leven en bouwen, dan zal ons traditionele beeld van “welstand” veranderen. Het zijn spannende tijden en het is belangrijk om jonge mensen die binnenkomen in zo’n grote indrukwekkende organisatie te stimuleren om hun lef te behouden. Er is van iedereen, jong en oud, lef en (vak)liefde nodig om zaken bespreekbaar te maken en te kiezen voor dingen die je nog niet eerder gezien of gedaan hebt. Laten we deze uitdaging elke dag opnieuw met enthousiasme aangaan.
Met steun van Creative Europe van de Europese Unie heeft ACE de publicatie 'A/B/C for genderbalance, diversity and inclusion in architecture'uitgebracht. De A/B/C is een oproep tot actie, een handboek, een manifest, een praktisch hulpmiddel voor verandering, een stem, een engagement, een tijdige gids, een tijdloze eis, een herinnering om te blijven leren, een gesprek en een destillatie van een groter verhaal.