De Eerste Kamer stemde 14 maart in met de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2024. De wet, die al sinds 2012 in de maak is, wordt op 1 januari 2024 definitief ingevoerd. De Wet kwaliteitsborging (Wkb) is onderdeel van de Omgevingswet. Vanaf dat moment werken overheden, rechtbanken en burgers in het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) waarin alle plannen, regels, procedures en besluiten over de leefomgeving en de bebouwing verzameld zijn. De haalbaarheid en werkbaarheid van het digitale stelsel waren de afgelopen jaren het grootste struikelblok voor invoering van de wet. Vanwege problemen met het DSO werd meerdere keren besloten tot uitstel.
Omgevingswet gaat in op 1 januari 2024
Minister De Jonge voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening had de Kamer op 26 januari laten weten dat aan de voorwaarden voor een succesvolle invoering van de Omgevingswet kan worden voldaan op 1 januari 2024. Omdat de Kamer hiervan nog niet overtuigd was, vond er op 7 maart een debat plaats. De kritiek van een deel van de Kamer was vooral gericht op het Digitale Stelsel Omgevingswet (DSO) dat de uitvoering van de Omgevingswet technisch ondersteunt.
Over de Omgevingswet
Het omgevingsrecht stond voorheen in 26 verschillende wetten. Dit is gebundeld in de Omgevingswet, een samenhangend stelsel van planning, besluitvorming en procedures. De Omgevingswet heeft verschillende doelen:
- Betere mogelijkheden voor een integraal beleid bieden
- Betere bruikbaarheid van het omgevingsrecht
- Substantiële vereenvoudiging in het omgevingsrecht
Plannen en vergunningen worden zo veel mogelijk gebundeld, procedures worden sneller. Naar schatting 50.000 bestemmingsplannen en beheerverordeningen worden circa 400 omgevingsplannen. Dankzij deze bundeling worden kosten bespaard, onderzoekslasten beperkt en komen er betere mogelijkheden voor digitale vaststelling en beschikbaarheid van plannen, besluiten en onderzoeken. De Eerste Kamer stemde al in 2016 in met de Omgevingswet en in 2020 met de wet die de invoering van de Omgevingswet regelde.
Raad van State
De hoogste bestuursrechter reageert voorlopig niet op de definitieve invoering van de Omgevingswet, aldus een woordvoerder. Vorige week stuurden de bestuursrechters van de Raad van State een Position Paper naar de Eerste Kamer. Zij zetten daarin hun zorgen uiteen over de uitvoerbaarheid van de wet, het DSO en de kwaliteit ervan.
Een weg terug
Senator Saskia Kluit van GroenLinks betwijfelt of alles en iedereen op tijd klaar is voor de invoering op 1 januari. ‘Het gaat te snel. Bestuurders onderschatten echt wat dit teweegbrengt. Ontzettend jammer’, zei Kluit na afloop van de stemming tegen Cobouw. Volgens haar zullen ambtenaren ook meer tijd kwijt zijn aan bezwaarprocedures en rechtszaken over projecten omdat het juridische huiswerk complexer wordt. Tijd die er niet is gezien, alle bouw-, klimaat- en energie-ambities van Nederland.
Kluit vraagt zich af wat er gebeurt als halverwege dit jaar blijkt dat de invoering op 1 januari toch vastloopt. De Omgevingswet vervangt tientallen wetten over geluid, bodem, milieu, veiligheid en meer. ‘Moeten we dan terug en in het parlement al die wetten opnieuw aannemen? Kan dat überhaupt nog voor 2024?’ De invoering van de wet is daardoor een risico. ‘Ik stelde deze vragen tijdens het debat. Maar volgens de minister is er geen plan B nodig.’
Eerder uitstel
De inwerkingtreding van de Omgevingswet werd vanwege problemen met het DSO inmiddels vijf keer uitgesteld. Met de Omgevingswet wil de overheid de regels voor ruimtelijke ontwikkeling vereenvoudigen en samenvoegen. De Eerste Kamer stemde in 2016 in met de Omgevingswet en in 2020 met de wet die de invoering van de Omgevingswet regelde.
BNA Academie organiseert een training over Omgevingswet