“In de luxe van ons gematigde klimaat moeten we anders nadenken over huisvesten en bouwen.” Dick de Gunst, architect en partner van architectuurstudio DP6 uit Delft vertelt over The Natural Pavilion op de Floriade in Almere. “Zoals we in de coronacrisis geleerd hebben om thuis te werken en digitaal te overleggen, zo kunnen we ook in de bouw veel meer dan we denken. Routines en vooroordelen houden ons vaak tegen. Bij de ontwikkeling van het paviljoen hebben we er een aantal proberen te doorbreken.”
Door Leon Sebregts
DP6 staat erom bekend zintuiglijke, aanraakbare architectuur te maken. Hoe komt dat in het paviljoen tot uitdrukking?
“Als je het paviljoen binnenkomt, ruik je het hout. Het onbehandelde hout van de hoofddraagconstructie is ruw en aaibaar. Het materiaalgebruik voelt puur en vanzelfsprekend. Als bezoeker ben je er daardoor minder mee bezig of het gebouw heel ‘architectonisch’ of bedacht is. Voor een architect is het best moeilijk om een dergelijk gebouw te maken. De neiging om gebouwen door te stileren, maakt dat ze soms te glad, abstract of afstandelijk worden. Onze projectarchitect Jimmy van der Aa heeft hierin een mooie balans weten te vinden. Ook het aangename klimaat in het paviljoen speelt mee in de beleving. De scherpe randjes van buiten zijn er af, maar het gebouw is niet volledig geklimatiseerd. In Almere kan het weer best guur zijn en kan het horizontaal regenen. Het paviljoen biedt dan een fijne, beschutte plek.”
Hoe is de opdracht om het Nederlands paviljoen te mogen ontwerpen bij jullie terecht gekomen?
“We zijn gevraagd door Gerben Kuipers van de Noordereng Groep. Gerben is een creatieve opdrachtgever, die zelf ontwikkelt, maar ook participeert en soms zelfs bijna als aannemer optreedt. We kenden hem van eerdere projecten, waaronder een aantal bioscopen. We waren samen betrokken bij een eerder ontwerp voor de Floriade, toen de gemeente Almere het concept van de Floriade aanpaste. Er kwam een Europese selectie voor het rijkspaviljoen en vanzelfsprekend gingen we die samen met Gerben aan.”
De periode tussen de selectie en de oplevering van het paviljoen was zeer kort. Hoe hebben jullie dat voor elkaar gekregen?
“Dat klopt. De pitch was in mei vorig jaar en op 13 april 2022 is het paviljoen door de Koning geopend. De uitvraag was ook nog eens best pittig. Het paviljoen moest voorbeeldstellend zijn: circulair, biobased, energieneutraal en parametrisch ontworpen. Uiteindelijk zitten alle gevraagde specs erin en zelfs nog meer dan dat. Een tender als deze win je niet zozeer op het ontwerp, maar vooral op het proces. Hoe ga je het regelen, in een korte tijd en met een beperkt budget? We zijn samen een experiment aangegaan, zonder te weten wat we onderweg zouden tegenkomen. Er moet het vertrouwen zijn dat je alle problemen samen kunt oplossen. Gerben vervulde hierin als opdrachtgever een belangrijke rol. Hij werkt met vaste partners en kan daardoor snel schakelen. De dag na de gunning heeft hij Staatsbosbeheer gebeld om het benodigde hout te bestellen. Gerbens ambities zijn heel hoog, maar hij maakt ze altijd waar.”

Kun je iets vertellen over de bouwmethode die in het paviljoen is toegepast?
“Voor een ander, al langer lopend project hebben we samen met de Noordereng Groep de HoutKern bouwmethode ontwikkeld. Naast de door ons ontworpen bioscoop in een geluidswal in Ede realiseren we een houten hoteltoren. Dit ‘energiehotel’ is grotendeels biobased en energieopwekkend. De modules waaruit het wordt opgebouwd, bestaan uit gelamineerde houten kolommen, dikke massieve CLT vloeren en dunne CLT plafonds. De modules hebben in tegenstelling tot veel andere modulaire bouwmethodes in hout geen wanden. Als je ze gaat stapelen krijg je daardoor geen onnodige, dubbele wanden en vloeren. De HoutKern methode is een soort K’NEX-box waarbij de hoofddraagconstructie en de inbouw los van elkaar staan. Een bijkomend voordeel is dat je grotere ruimtes kunt maken, omdat je niet vastzit aan de standaard afmetingen van een module. Voor de Floriade hebben we de methode vertaald naar een ‘light’ versie. De modules zijn 3,5 x 3,5 x 3,5 meter en zijn opgebouwd uit massief Nederlands Douglas, niet uit gelamineerd hout.”

Na afloop van de Floriade moet het paviljoen plaatsmaken voor woningbouw. Wat zijn de plannen met het paviljoen?
“Het paviljoen is een materiaalopslag voor de komende eeuw. Dankzij de elementaire opzet maak je je bij binnenkomst meteen een voorstelling van de mogelijkheden. Het kan een woning zijn of een school. Na de Floriade gaat het paviljoen op reis en gaan we op een vijftal locaties samen met Staatsbosbeheer tonen hoe goed Nederland is in bosbouw. Veel mensen zijn zich er niet van bewust, maar in ons land zijn de omstandigheden voor bosbouw ideaal. Staatsbosbeheer heeft dit zeer knap georganiseerd en bewaart met een selectieve kap de balans tussen productie en natuur. Veel van ons perfecte hout gaat nu het land uit. In onze vruchtbare delta kunnen we in plaats van vlees, bloemen en tomaten voor de gehele wereld wellicht beter overgaan op het telen en produceren van voedsel en bouwstoffen voor onszelf. Veel landen om ons heen zijn wat dat betreft van oudsher meer zelfvoorzienend.”
Wat is er nodig om dit bouwsysteem geschikt te maken voor bijvoorbeeld woning- of scholenbouw?
“Als je echt duurzaam wilt zijn, moet je het paviljoen gewoon laten staan. Dit prototype 1.0 hebben we in korte tijd kunnen ontwikkelen. Op dezelfde wijze kunnen we er een prototype 2.0 voor woningbouw van maken. Een probleem hierbij is dat Nederland een door en door gereguleerd land is. De regels en normen die voor woningbouw gelden, zijn gebaseerd op de gangbare bouwmethoden. Dit paviljoen heeft compleet andere principes. Het gaat ervan uit dat we in ons gematigde klimaat met beschutting al een heel eind zijn. Het paviljoen is installatieloos. In plaats van triple glas heeft het enkel glas uit een kantoorpand in Den Haag. Zonwerende lamellen uit een partij resthout van Staatsbosbeheer en ventilatiekleppen zorgen ervoor dat het niet te warm wordt. Een andere manier van bouwen vraagt om een andere mentaliteit en een andere manier van beoordelen. Normering is geen doel op zich, maar een middel om huisvesting te realiseren, beschutting te waarborgen en na te gaan hoe je op een efficiënte manier kunt bouwen en materialen op kunt slaan.”
In de luxe van ons gematigde klimaat moeten we anders nadenken over huisvesten en bouwen.
Ik zie veel paralellen met het structuralisme en de principes van drager en inbouw.
“Zeker. Modulair bouwen en slim koppelen kunnen we als architecten van oudsher erg goed. Van Eyck, Habraken en Hertzberger hebben hiervoor het pad geplaveid. Onze generatie herontdekt de principes. Een toegevoegde waarde nu is het gebruik van BIM. We kunnen 3d modelleren, waardoor de ontwerpprocessen van alle betrokken partijen parallel aan elkaar kunnen lopen. Keuzes voor materialen bijvoorbeeld zijn al aan de voorkant op diverse aspecten af te wegen. Bij een traditioneel bouwproces gaat alles achter elkaar en moet je op elkaar wachten. Aanpassingen gaan over en weer, maar het resultaat wordt nooit meer optimaal. Digitalisering en parametrisch ontwerpen bieden ons in deze tijd enorme kansen in het integraal ontwerpen en optimaliseren van materiaal- en energiegebruik.”