Vooruitzichten in de bouwketen zijn positief ondanks verschil in orderportefeuilles per deelsector

Het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) onderzoekt twee keer per jaar de stand van de conjunctuur in de bouw. De resultaten over de tweede helft van 2024 zijn gemengd, maar overwegend positief.

Twee keer per jaar publiceert het EIB gegevens over de stand van de economie binnen de bouwsector. Hiervoor doet zij een peiling bij de vier grote schakels van de keten: de architectenbureaus, ingenieursbureaus, bouwbedrijven en installatiebureaus.

Algemene economische ontwikkelingen

De bouwnijverheidssector kende in het derde kwartaal van 2024 een groei van 0,6% ten opzichte van het tweede kwartaal. Dit percentage wijkt af van de cijfers voor de Nederlandse economie als geheel, waarvoor het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) een krimp van 0,8% rapporteerde.

Er werken in totaal ongeveer 513 duizend mensen in de sector in het derde kwartaal van 2024. Ten opzichte van het voorjaar is dat een lichte stijging. De vacaturegraad is gelijk gebleven en bedraagt ongeveer 72 vacatures per duizend banen. Er zijn iets meer lopende WW-uitkeringen in het derde kwartaal van 2024 dan een jaar geleden. In het derde kwartaal van 2024 waren er 2.594 lopende WW-uitkeringen. Dit waren er een jaar eerder ongeveer 100 minder.

Voor bijna alle schakels laat de ontwikkeling van de omzet sinds begin 2024 een stijgende lijn zien. Alleen de installatiebedrijven wijken af. Zij rapporteerden een sterke omzetgroei in de eerste helft, maar vertonen in het derde kwartaal een daling. De sterkste stijging wordt waargenomen bij de architectenbureaus.

Ordervoorraad en verwachtingen in de keten

De ontwikkeling van ordervoorraden verschilt door de keten heen. Ingenieursbureaus en installatiebedrijven rapporteerden een kleine daling, architectenbureaus bleven gelijk en bouwbedrijven zagen een toename in de ordervoorraad. Ondanks de lichte daling zijn de verwachtingen van de ketenschakels over het algemeen positief. Per saldo verwacht 19% dat de omzet in het vierde kwartaal van 2024 (sterk) zal toenemen.

Ook over het personeelsbestand zijn de verwachtingen hoofdzakelijk dat er groei aanstaande is. Per saldo verwacht 41% van de respondenten dat het personeelsbestand zal toenemen. Dit is 4% meer dan in het voorjaar. Vooral installatiebedrijven verwachten een sterke groei in hun personeelsbestand.

Ontwikkelingen per schakel

  • Architectenbureaus: de ordervoorraad voor architectenbureaus is gelijk gebleven op 4,8 maanden. Waar de architecten als enige schakel in het voorjaar een daling van de omzet verwachtten, verwacht per saldo nu 4% dat de omzet zal stijgen. Per saldo verwacht 2% van de respondenten dat het personeelsbestand zal stijgen.
  • Ingenieursbureaus: ingenieursbureaus hebben in het najaar van 2024 nog voor gemiddeld 6,6 maanden werk liggen, waar dit in het voorjaar 0,1 hoger lag. De verwachtingen over de omzet vertoonden bij de ingenieursbureaus de sterkste daling. In het voorjaar verwachtte 36% per saldo nog dat de omzet zou stijgen, nu is dit 16%. Per saldo verwacht 8% dat het personeelsbestand zal toenemen.
  • Bouwbedrijven: de enige stijging in ordervoorraad is waargenomen bij de bouwbedrijven. Zij zagen hun voorraad toenemen van 10,4 naar 11,0 maanden werk. Per saldo verwachten bouwbedrijven dat de omzet zal stijgen. Deze verwachting is sterk veranderd van een saldo van 2% in het voorjaar naar 18% nu. Over het personeelsbestand denkt per saldo nu 19% van de bouwbedrijven dat deze zal toenemen.
  • Installatiebedrijven: de installateurs rapporteren nu voor nog 10,7 maanden werk te hebben. Dit was in het voorjaar 11,8. Bij de installatiebedrijven is de verwachting dat het personeelsbestand zal toenemen sterk. Van de respondenten geeft 86% aan dat zij verwachten te groeien, tegen 9% die zegt een afname te verwachten; een netto saldo van 77%. Over de omzet zijn installateurs minder eensgezind. Het netto saldo is dat 22% verwacht dat de omzet zal stijgen. Bruto geeft 41% echter wel aan dat de omzet met meer dan 5% zal toenemen.

Conclusies

Over het algemeen zijn er geen grote uitschieters in de meting, met uitzondering van de installatiebedrijven. Zij laten de grootste daling zien in de ordervoorraad, maar hebben toch de stellige verwachting dat de omzet en het personeelsbestand zullen groeien. De volledige rapportage van de Monitor Bouwketen Voorjaar 2024 biedt een gedetailleerde analyse van deze ontwikkelingen en is beschikbaar via het EIB.