Actueel / Nieuws

Blog Fred Schoorl: BNA 175 jaar jong

De uitspraak ‘er is oneindig meer verleden dan we ons ooit aan toekomst kunnen voorstellen’ van Cees Nooteboom popte op. Bij de BNA hadden we met een paar mensen net in het kijkdoosje van onze geschiedenis gekeken, tot ons gekomen via een kort onderzoek. Wat een rijkdom aan verhalen, en personen!. Een institutioneel verhaal, dat de grote geschiedenis van de architectuur weerspiegelt.

Dat terugkijken deden we omdat we dit jaar 175 jaar bestaan. Ja, u leest het goed: honderdvijfenzeventig jaar. En was het niet Churchill die zei dat hoe verder je terugkijkt, hoe meer je vooruit kunt kijken? Dat lijkt mij wat te simpel, zeker als je niet doorvraagt. Niettemin blijft de (eeuwige) vraag: kunnen we leren van geschiedenis? De neiging is te zeggen: natuurlijk! Voor het fenomeen architect en ook voor de veel jongere BNA – want wat is 175 jaar in vergelijking met de oudste bouwkunst? – heb ik twijfel in hoeverre dit ook werkelijk zo is, met het oog op de toekomst.

De kiemcel van de Koninklijke BNA werd gelegd in 1842 met de oprichting van de Maatschappij ter Bevordering der Bouwkunst. De rol en positie van de architect was toen al dagelijkse kost in het bestaan van architecten en timmerlieden (ook zij!). Daarna ontrolt zich een lang, bont verhaal met discussies, véél discussies, vol maatschappelijke en esthetische idealen, teleurstellingen, conflicten, geldzorgen en wat dies meer zij, gelardeerd met sigaren rokende mannen (veel mannen, inderdaad) of poserende nieuwlichters. Opvallend is dus dat je moeiteloos de discussies uit het heden herkent. En de noden die in het vak en het dagelijks leven als architect bestaan. Nothing changes, really. Of toch?

We zijn natuurlijk apetrots op de rijke geschiedenis die van de MBB uiteindelijk tot de BNA leidde en tussendoor bloei, verval en weer bloei in de architectuur liet zien. Op bescheiden wijze gaan we het dit jaar ook vieren. Dat geschiedschrijving altijd is ‘geplaatst in zijn tijd’ maakt het vooruitkijken ook zo verleidelijk. Wie het verleden niet kent, krijgt moeilijker grip op zijn toekomst. In die zin blijft het Onvoltooid Verleden Tijd (OVT). Daarom ook dat we de leden in het verleden willen meenemen, willen laten meegenieten van de kleur, diepte en schaduw van het palet.

Maar of we er veel lessen uit kunnen trekken? Zeker voor de ‘rode draad’ rol en positie van de architect staan we voor majeure veranderingen. Met de technologische doorbraken, de wereldwijde urgenties en noodzakelijke innovaties is er schreeuwend behoefte aan creativiteit en daadkracht. Maar of wij over 175 jaar nog spreken over ‘de architect’ en zijn of haar rol en positie betwijfel ik. Er is veel te doen over de toekomst van ons soort professies. Het verleden en de geschiedenis van de BNA leert ons dat niets vanzelfsprekend is geweest. Dat lijkt me een mooi uitgangspunt. En iets om de kracht van architectuur te vieren. Wij blijven daarvoor ons best doen. Zolang de toekomst het wil. Maar dan wel met mannen én vrouwen. Hoera!

Profielfoto van Communicatie

Geschreven door

Communicatie

.