Actueel / Nieuws

‘De boy zone gaat op de schop’ In gesprek met Dorte Mandrup

De Deense architect Dorte Mandrup bouwde de afgelopen decennia aan een oeuvre waarin de grote waarden centraal staan: een solidaire samenleving, geschiedenis en natuur. Another kind of knowledge is dan ook de titel van een film over haar leven werden werk die op 7 oktober vertoond werd op het Architectuur Film Festival Rotterdam (AFFR) als speciaal programma van de BNA/BNI. Voorafgaand had ik een gesprek met Mandrup over de positie van vrouwen in de hedendaagse architectuur. Over coping-mechanismen van een gebrainwashte generatie. Door Catja Edens voor de BNA en BNI

In 2017 publiceerde online architectuurplatform Dezeen een interview met Dorte Mandrup. Aanleiding was hun lijst van 50 inspirational female architects and designers waarin ook Mandrup was opgenomen. Mooi om deze waardering te krijgen, vond ze, maar waarom zouden vrouwelijke architecten eigenlijk een aparte categorie in de architectuur moeten zijn? We hebben het toch ook niet over de beste vrouwelijke dokters of de beste vrouwelijke journalisten?

In 2022 sprak Mandrup zich opnieuw uit over het onderwerp in een artikel dat op de website van haar bureau is terug te vinden. Daarin benoemt ze de verborgen mechanismen die vrouwelijke architecten op achterstand zetten, en het trage tempo waarin veranderingen zich voltrekken. Over het realiseren van gelijkwaardige posities voor vrouwelijke en mannelijke architecten in het veld zegt ze ‘Het is niet ingewikkeld of moeilijk. Het is een kwestie van willen.’

In het gesprek op 7 oktober spraken we over de jaren negentig als een periode waarin het leek of de vrouwenemancipatie wel zo ongeveer voltooid was. Dat vrouwelijke architecten in de architectuur nog altijd minder bereikten dan hun mannelijke collega’s, was dus misschien wel aan henzelf te danken. Vrouwen moesten gewoon niet zo moeilijk doen over seksistische opmerkingen, en meer one of the boys zijn. Wie niet tegen een stootje kon, was gewoon niet geschikt voor het harde architectenvak. Coping-mechanismen van een gebrainwashte generatie, stelt Mandrup.

Terugdenkend aan haar opleiding herinnert Mandrup zich dat de architectuur werd gedoceerd als een vak van mannen. Studenten werden daarbij voorbereid op een praktijk die op alle fronten werd gedomineerd door mannen, aan de kant van de architect, de bouwer en de opdrachtgever. Vrouwelijk rolmodellen zoals Lina Bo Bardi, Eileen Gray en Renée Gailhoustet bleven onbenoemd.

‘En trouwens, we roemen gebouwen van mannelijke architecten toch ook niet om hun masculiene kwaliteiten.’

‘Die boy zone gaat nu op de schop’ stelt Mandrup. ‘En de samenleving begint te wennen aan vrouwen in machtsposities – zonder ze meteen te bestempelen als slechte moeder of nasty woman.’ Het benoemen van specifieke vrouwelijke kwaliteiten in architectonisch ontwerp, zoals dat gebeurde toen zij in 2007 de Nykredit Architecture Prize won, is volgend Mandrup grote onzin. ‘Het is vreemd hoe men van vrouwelijke architecten iets anders blijft verwachten dan van mannelijke en dat men zich blijft verbazen over het stoere karakter van de architectuur van Bo Bardi, Grafton Architects en andere vrouwen in het veld. Het gaat gewoon om goede architectuur. En trouwens, we roemen gebouwen van mannelijke architecten toch ook niet om hun masculiene kwaliteiten’.