Nieuw BNA-lid Kopvol architecture & psychology stelt zich voor.
Sinds wanneer ben je architect en hoe lang is het bureau actief?
Ik, Gemma Koppen, ben sinds 1995 architect en het bureau, Kopvol architecture & psychology, dat ik samen met Tanja C. Vollmer (psycholoog en bioloog) leid, bestaat dit jaar 10 jaar. Het bureau is opgericht na mn werkperiode bij Foster & Partners in Londen en Herzog deMeuron in Basel. Overal waar ik tot dan toe gestudeerd of gewerkt had, ontbrak de visie die ik zocht. Dat leidde tot de oprichting van ons bureau.
Waarom ben je architect geworden?
De kunsthistoricus August Schmarsow zei in 1894 in zijn inaugurele lezing aan de hogeschool der Kunsten in Leipzig: ‚Architectuur is de hoogste Kunst aller Kunsten’. Intuïtief besefte ik dat bij m’n studiekeuze al, zonder toen precies te weten wat architect zijn inhield. Ik hou ervan om het onmogelijke mogelijk te maken en het een vorm te geven.
Waar ligt je ambitie? Hoe ziet het bureau er over vijf jaar uit?
Mijn ambitie is om wat we met Kopvol in Nederland hebben bereikt – namelijk het creëren van helende omgevingen – in een Europese ontwerpstandaard te brengen. De eerste stap was de uitbreiding van ons bureau naar Berlijn en de oprichting van de vakorganisatie voor Architectuurpsychologie. Over 5 jaar is het mogelijk om de op deze manier ontworpen gebouwen te bezoeken en de impact op de menselijke gezondheid te laten bestuderen door internationale wetenschappers.
Waarmee onderscheid jij je van andere architectenbureaus?
Het verschil ligt al in de naam van het beestje: ‘architecture & psychology‘. In ons bureau zitten de disciplines architectuur en psychologie samen aan de ontwerptafel. Beide disciplines kunnen qua inhoud en denkwijze niet meer verschillend zijn. Dat leidt tot interessante zichtwijzen, discussies, methodengebruik en tot innovatieve ontwerpoplossingen.
In ons bureau zitten de disciplines architectuur en psychologie samen aan de ontwerptafel.
Wat is voor jou de meerwaarde van architectuur / architecten in het bouwproces?
De vraag zou andersom gesteld moeten worden. Er wordt veel te veel zonder architecten gebouwd. Als ik door Berlijn fiets, krimpt mn maag soms samen door de fantasieloze projectontwikkelingsarchitectuur die overal ontstaat. Maar het is nog veel erger in de Subsaharan upcoming economies, waar megacities ontstaan, gebouwd door internationale projectontwikkelaars en corrupte lokale leiders, zonder gevoel voor context en maatschappelijke verantwoordelijkheid. Daar is de rol van de architect geheel verdwenen, dat is een ramp. Je ziet -om Schmarsow er weer bij te halen- architectuur is de hoogste kunst…en niet iedereen die gebouwen uit te grond stampt, is een kunstenaar of zelfs een ontwerper.
Waarom ben je BNA-lid geworden, wat verwacht je van het lidmaatschap?
We werken inmiddels aan grote ontwerpopdrachten in binnen- en buitenland, daar komt een hoop verantwoordelijkheid bij kijken en daar hoort een stuk professionaliteit bij. Dat is waar de BNA voor ons voor staat. Bovendien is het ook tijd om onze kennis te delen en het BNA-netwerk daarbij te betrekken.