Actueel / Nieuws

Niets doen is ondraaglijk

Architect Grisha Zotov vertelt wat de oorlog in zijn thuisland Oekraïne bij hem teweeg brengt, en hoe Nederlandse architecten kunnen helpen.
Tekst: Kirsten Hannema

Het is gek hoe tijd werkt, zegt de Oekraïense architect Grisha Zotov (34) in zijn Amsterdamse kantoor. ‘Twee weken geleden is het nu dat de oorlog begon. Maar het voelt als twintig jaar.’

Niets is nog hetzelfde. Zijn familie, die in Kyiv woonde, vluchtte richting het westen van Oekraïne; zijn vader is daar nog, zijn moeder en zus zijn sinds een week in Nederland. Zijn geboortestad Mariupol is grotendeels verwoest, met de neven en nichten die er wonen heeft hij al tien dagen geen contact meer gehad. ‘Het is onmogelijk om te zien wat daar gebeurt. De bombardementen, massagraven. Hoe meer je het probeert te bevatten, hoe meer je in shock raakt. Het is niet te begrijpen.’

Samen met BNA-directeur Fred Schoorl voer ik het gesprek in een pas gerenoveerd bedrijfsverzamelgebouw in de wijk Bos en Lommer, waar Zotov’s bureau begin dit jaar naar toe is verhuisd. Het is een lichte, hoge ruimte, ingericht met zwarte werktafels, waarop hij thee neerzet en een doosje kleurige macarons. ‘Toch iets positiefs’, glimlacht hij. We spreken over wat de oorlog bij Zotov teweeg brengt, privé en professioneel. Ook gaat hij op verzoek van Schoorl in op de vraag of en hoe de Nederlandse architectengemeenschap kan helpen.

De architect, die met een Oekraïense getrouwd is en twee jonge kinderen heeft, woont sinds 2010 in Amsterdam, waar hij zijn eigen bureau Architectural Prescription heeft. ‘Ik kom uit een familie van architecten. Mijn vader had zijn bureau in Mariupol, op mijn zestiende verhuisden we naar Kyiv, waar ik mijn bachelor Architectuur behaalde, en werkte in mijn vader’s nieuwe kantoor. Daarna vertrok ik naar Kopenhagen voor een stage bij BIG, het bureau van achitect Bjarke Ingels, en deed mijn master in het Duitse Dessau.’ Hij specialiseerde zich in parametrisch ontwerp, en solliciteerde in Nederland, waar hij werkte bij OMA, UNStudio en de Architekten Cie. Hij werd verliefd op Amsterdam, en besloot daar te blijven.

In 2017 begon hij zijn eigen bureau. Van interieurs en kleine gebouwen maakte hij al snel de stap naar grotere opdrachten. Voor de gemeente Amsterdam werkt hij aan het masterplan voor het Schinkelkwartier en West. In Oekraïne sleepte hij ‘droomopdrachten’ binnen voor een woon-werkcampus en multifunctionele gebouwen; 80% van zijn werk ligt daar. Elke twee maanden vloog hij van Amsterdam naar Kyiv om met opdrachtgevers en zijn vijftien medewerkers aldaar te spreken. Daarbuiten communiceerden ze met elkaar via Zoom; toen door corona reizen niet mogelijk was, ging het werk op die manier ‘gewoon’ door.

‘Nu is alles gestopt’, vertelt Zotov. ‘Voor mijn bureau, voor alle architecten in Oekraïne.’ Voor mannen tussen de 18 en 60 jaar is het verboden om het land te verlaten. Zijn medewerkers zijn ook richting het westen van het land gevlucht. ‘Sommigen wonen nu met vijf mensen in een kamer; er is daar geen huis meer over. Elke drie of vier uur gaat het alarm en gaat iedereen naar de metro of de kelders. In Charkov zijn gebouwen gebombardeerd: nieuwe projecten, maar ook erfgoed. Het zal een enorme operatie zijn om dat te herbouwen. We zullen straks heel ander werk hebben…’

Denkt hij al zo ver vooruit? Zotov: ‘De eerste tien dagen heb ik 24 uur per dag het nieuws gevolgd, de hele dag geprobeerd te helpen. Ik reed naar Polen om mensen op te halen. Dat deed ik ook voor mezelf; je kunt niet stilzitten, het schuldgevoel van niets doen is ondraaglijk. Met connecties in Oekraïne en Nederland hebben we met non-profitorganisatie CANactions geld ingezameld voor gevechtsmaterialen, die naar Oekraïne verscheept worden.

Maar toen kwamen mijn medewerkers met de vraag om werk. Ze zeiden: we hebben het nodig, om te ontsnappen aan de realiteit, om even niet aan de oorlog te denken. We zijn gaan mailen naar de Nederlandse ambassades in de EU. Van de twintig antwoordden er direct tien; volgende week heb ik een aantal gesprekken over mogelijkheden voor werk. Ik wil de salarissen kunnen doorbetalen.’

Veel mensen die hij spreekt vragen hem – net als de BNA - hoe ze kunnen helpen. Daarop heeft hij een drieledig antwoord. Een: als het kan, doneer dan aan hulporganisaties als het Rode Kruis. Twee: steun de economische boycot van Westerse landen, en stop met projecten in Rusland. Drie: neem Oekraïense architecten in dienst. ‘In twee weken tijd hebben 2,5 miljoen mensen het land verlaten, waaronder een heleboel architecten. Het zijn hoog opgeleide ontwerpers; ik noem ze ninja’s. Ik denk dat het een eye opener voor Europa zal zijn om te zien hoe professioneel ze zijn.’

Hij is blij met het initiatief van de European Architecture Students Assembly, die een website optuigde waar vacatures door heel Europa voor Oekraïense architecten worden verzameld. In Nederland zette het Rotterdamse bureau Felixx Landscape Architects & Planners zelf vacatures online voor een stagiair en een ruimtelijk ontwerper die de Oekraïense taal spreken.

Zotov wijst erop dat ook werk op afstand, voor architecten die in Oekraïne zitten, welkom is. ‘Het dataverkeer werkt op de meeste plekken nog wel.’

Belangrijk is voor hem dat Oekraïners niet in tijdelijke opvanglocaties als sporthallen en asielzoekerscentra vast komen te zitten. Hij ziet dat de Gemeente Amsterdam helpt bij het te zoeken naar gebouwen waar vluchtelingen kunnen wonen. Ook zulke plannen zouden architecten kunnen ondersteunen, door te mee te denken over mogelijkheden om gebouwen snel geschikt te maken voor verblijf. Wellicht zijn er architecten die zelf een leeg kantoor of woonruimte beschikbaar kunnen stellen? ‘Ook kleine, persoonlijke hulpacties hebben zin.’ Madeleine Maaskant, directeur van de Amsterdamse Academie van Bouwkunst, had woonruimte beschikbaar voor zijn moeder en zus, nadat zij met hulp van de architect Iwona Monteiro Woznaikowska over de Poolse grens werden geholpen. Ook zijn schoonmoeder kwam naar Nederland.

Hij is dankbaar dat ze hier zijn, al hopen ze zo snel mogelijk terug te keren naar Oekraïne, als de oorlog voorbij is. ‘Maar niemand weet hoe lang dit gaat duren.’

BNA-directeur Fred Schoorl in gesprek met architect Grisha Zotov
BNA-directeur Fred Schoorl in gesprek met architect Grisha Zotov

Wat kan mijn bureau doen?
De architectengemeenschap in Europa en Nederland toont zich solidair met de Oekraïne en roept op de oorlog zo snel mogelijk te beëindigen. Het verlies van levens, infra en erfgoed móet stoppen. Bureaus die in de regio werken hebben in de eerste plaats zorg over de veiligheid van hun medewerkers. Ook hebben ze lastige keuzes moeten maken om lopende projecten te stoppen.

Diverse bureaus willen ook helpen bij de enorme humanitaire opgave om miljoenen vluchtelingen op te vangen, zoals eerder bij Sense of Belonging. Vooral door het bieden van meer dan onderdak, na eerste opvang, en steun aan hulporganisaties. En in specifieke gevallen door het verschaffen van inkomen door het aanbieden van betaalde werkplekken aan architecten, op het bureau én op afstand.

Het Kabinet wil Oekraïners eerst tijd en rust gunnen na hun vlucht voor het oorlogsgeweld. Op de lange termijn is het echter belangrijk dat ze de kans krijgen om deel te nemen aan de samenleving. Het Kabinet heeft daarom besloten dat Oekraïense vluchtelingen vanaf 1 april 2022 vrij mogen werken in Nederland. Met deze maatregel geeft de overheid invulling aan de Europese Richtlijn Tijdelijke Bescherming. Het welbevinden van deze vluchtelingen moet daarbij voorop staan. De BNA onderzoekt of het opzetten van een matching-platform uitkomst kan bieden voor Oekraïense architecten die hier tijdelijk willen werken & wonen. Suggesties zijn welkom.