Actueel / Nieuws

Over duurzaamheid gesproken

Deze gastblog is een aangepaste versie van de column die cabaretier en columnist Micha Wertheim schreef en voordroeg tijdens de uitreiking van BNA Beste Gebouw van het Jaar 2021. Leestip, zeker als je de uitreiking hebt gemist.

Beste genomineerden, Beste architecten, Beste opdrachtgevers, Beste Jury, Beste aanwezigen. Beste Gebouw van het Jaar.

Toen de organisatie mij vroeg om hier vandaag bij deze uitreiking wat te vertellen was ik niet helemaal verbaasd. Ik kom namelijk mijn hele leven al in gebouwen. Ik ben zelfs in een gebouw geboren. Ook mijn opleiding heb ik grotendeels in gebouwen genoten. Inmiddels werk ik alweer bijna twee decennia in gebouwen. Het zal niemand hier verbazen als ik u vertel dat ik mij in gebouwen heel goed thuis voel. Sterker nog, ik woon zelfs in een gebouw.

Om u een beeld te geven van dat gebouw waar ik woon: het is ingedeeld in verschillende kamers die via zogenaamde deurconstructies met elkaar verbonden zijn. Om te zorgen dat het daglicht binnenkomt heeft de architect die ons gebouw bedacht, in de buitenmuren heeft hij ramen laten plaatsen. Zo blijft de kou buiten maar komt het licht toch binnen. Om te voorkomen dat het nat wordt als het regent is er bovendien een zogenaamd dak op het gebouw geplaatst. Wat het geheel een geborgen gevoel geeft.

En nu vraagt u zich misschien af waarom ik u dit allemaal vertel? Welnu ik wilde gewoon bewijzen dat het theoretisch mogelijk is om meer dan honderd woorden over architectuur te schrijven zonder het woord duurzaamheid in de mond te nemen. Niet dat ik tegen duurzaamheid ben. Met scrabbel heb ik er meer dan eens plezier aan gehad. Nog leuker dan scrabbelen vind ik het spelletje: Maak het duurzaam. Het gaat zo: Je neemt een onderwerp en dan moet je ongeacht wat het ontwerp is, uitleggen waarom het duurzaam is. Stel dat het woord is: tennisbal. Dan kun je dus je zeggen: tennisballen zijn duurzaam, want je kunt ze ook gebruiken om de trekhaak van je auto mee te beschermen, en zo voorkomen tennisballen al jaren dat trekhaken van auto’s snel verslijten, waardoor auto’s langer meegaan, en dus zijn tennisballen superduurzaam.

Men kan het spelletje zoals u weet ook met gebouwen spelen. Neem de munitiefabriek op het Hembrugterrein waar we vandaag ter gelegenheid van deze uitreiking zitten. Het is gemaakt van beton dus daar kun je beter niets over zeggen. Maar munitie is natuurlijk één van de meest beproefde middelen om iets tegen overbevolking te doen. En dus is dit gebouw duurzaam!

U kunt zich voorstellen hoe aangenaam verrast ik was toen ik las dat alle architecten die vandaag genomineerd zijn dol zijn op dit spelletje. Je zou zelfs kunnen beweren dat iets pas duurzaam is als de maker te pas en te onpas over duurzaamheid begint. Wat dat betreft ben ik ook van plan om binnenkort mijn duurzame auto in de duurzame parkeergarage van het nieuwe Van der Valk Hotel aan de Amsterdamse Zuidas te parkeren, om er een kijkje te nemen in de duurzame etalage die in dat gebouw is ingericht. De etalage is helemaal gewijd aan duurzaamheid. De jury was daar zwaar van onder de indruk, en ik citeer: “vele duurzame maatregelen die genomen zijn op het gebied van duurzaamheid”. Ik wil die etalage graag zien omdat ik heel benieuwd ben wat er duurzaam is aan een hotel in een stad waar de meeste bezoekers met het vliegtuig zullen arriveren. Maar goed, misschien gebruiken ze in het hotelwezen een andere definitie van duurzaam. Misschien is het een samenvoeging van het gevoel dat je hebt als je voor je werk regelmatig in een te chic hotel overnacht: duur en eenzaam: duurzaam.

Zelf werk ik in het theater, daar spelen we hetzelfde spelletje maar dan met diversiteit. Maar in essentie bedoelen we hetzelfde als we die woorden gebruiken: ik wil die opdracht echt heel graag hebben en ben bereid alles te verkondigen wat helpt om de klus binnen te slepen.

Soms ben ik bang dat het begrip duurzaamheid niet een heel duurzaam begrip zal blijken te zijn. Want hoe nobel het ook is om rekening te houden met toekomstige generaties, de vraag is hoeveel generaties er nog zullen zijn om rekening mee te houden. Mijn voorspelling is dat in het jaar 2200 al die duurzame gebouwen leeg staan. Omdat tegen die tijd niemand meer op deze over verhitte, uitgewoonde en vervuilde planeet wil of kan wonen. Eigenlijk ben ik bang dat het al eerder zo ver zal zijn, maar ik wil het feestje vandaag niet verpesten.

Wel denk ik dat hoe dichter we bij het jaar 2200 komen, hoe minder architecten over duurzaamheid zullen beginnen. Er komt een tijd, voorspel ik - en die is dichterbij dan we denken - dat architecten trots melden: Dit gebouw is supergoedkoop, het zal ook zeker niet langer dan 40 jaar blijven staan, maar tegen die tijd staat Nederland toch onder water en lost het vanzelf op.

Moreel schiet ik misschien te kort, maar zelf zou ik bij mijn keuze voor het beste gebouw niet naar duurzaamheid maar naar de schoonheid kijken. Schoonheid en originaliteit is wat ons helpt dit leven vol te houden. Gelukkig kwam ik wat dat betreft bij het zien van de genomineerde gebouwen niets tekort. En daarvoor wil ik alle aanwezigen hier bedanken.