Nu nieuwe gebouwen steeds energiezuiniger worden, krijgt de milieuprestatie in relatieve zin een steeds groter aandeel in de duurzame eigenschappen van een gebouw. De ontwerp- en
materiaalkeuzes die architecten maken zijn van grote invloed op emissies gedurende de hele levenscyclus. Door de juiste duurzame keuzes te maken worden gebouwen een belangrijke
materiaalbank, omdat ze opslagplaatsen zijn voor hulpbronnen gedurende vele decennia. Effectieve, eenduidige en haalbare duurzame bouwwetgeving die met de nodige zorgvuldigheid wordt geïntroduceerd in de ontwerp- en bouwsector faciliteert architecten bij het maken van duurzame ontwerpkeuzes.
In haar position paper "Samen Circulair" roept de BNA haar leden, opdrachtgevers, ketenpartners, bedrijven en overheden op om samen het grondstoffenverbruik en de CO2 uitstoot van de bouwsector versneld te verlagen en te streven naar een duurzame en inclusieve inrichting van Nederland. In lijn met deze oproep ondersteunen wij de aangekondigde aanscherping van de MPG-eisen voor woningen en kantoren en de uitbreiding naar nieuwe functies. Wij zijn enthousiast over opzichte van de aanscherping van de normen én de aansluiting bij Europese bepalingsmethoden. Het is goed dat Nederland nu met de A2-indicatoren harmoniseert met ‘Europa’ en afscheid neemt van de ‘oude A1-weegset’. Om de nieuwe wetgeving daadwerkelijk effectief te laten zijn bij het beperken van het materiaalgebruik en de CO2 uitstoot van de bouwsector, adviseren wij met klem, om de onderstaande zaken mee te nemen:
1. Stel niet alle 19 indicatoren verplicht, maar beperkt dit tot de 13 kernindicatoren van
de A2-set. Immers, we weten inmiddels dat het toepassen van alle 19 indicatoren ten onrechte zorgt voor veel ongunstiger scores voor biobased materialen (Gideonstribe publicatie d.d. 14 maart 2024). Dit terwijl het stimuleren van biobased bouwen juist een belangrijk uitgangspunt van de minister is bij ontwerp van deze wetgeving.
2. Sta open EPD data toe in de MPG-berekeningen. Architecten kunnen nu al veel
duurzamere gebouwontwerpen maken met open EPD data die in diverse databanken beschikbaar is. Het is bovendien belangrijk dat in heel Europa dezelfde EPD’s kunnen worden gebruikt door overal dezelfde eisen te stellen. Door de unieke eisen die aan de data van de NMD wordt gesteld, wordt de NMD niet voldoende aangevuld en kunnen architecten niet het volledig potentieel van duurzame materialen benutten. Er is immers grote behoefte aan een transparantere, volledige(re) en schaalbare milieudata. Deze komt beschikbaar als we inderdaad met de A2-set aansluiten bij Europa, waardoor voor de gehele LCA (A-D) alle informatie beschikbaar komt en ook de informatie van andere landen gebruikt kan worden (als voorbeeld: de REVALU data base met bijna 12.000 producten en schaalbare data).
3. Combineer de aanscherping van de MPG met de introductie van een GWPA norm tot
een whole-life-carbon aanpak en sluit hiermee aan op de Europese richtlijnen (EBPD 12 maart 2024). Alleen als Carbon-based ontwerpen en bouwen de nieuwe standaard wordt, kunnen we de CO2-uitstoot van de bouwsector op tijd terugbrengen om de klimaatdoelen te halen. Sturen op CO2-budget ondersteunt bovendien ook het verminderen van het grondstoffengebruik en het gebruik van hernieuwbare bio-based materialen. Momenteel zien we dat opdrachtgevers, beleggers en de grote steden bewegen naar sturing op CO2. Wetgeving die hierbij achterblijft zorgt voor een ongelijk speelveld en vertraagt de innovatie in de markt.
4. Zorg voor een correctie op hele kleine én op hele grote woningen. In de huidige
systematiek scoort een hele grote woning relatief veel gunstiger dan een middelgrote of kleine
woning. Dit geeft een verkeerd signaal af, immers de eerste stap in het beperken van de milieu impact van een gebouw zou het beperken van het materiaalgebruik moeten zijn. Het maken van een (onnodig) groot gebouw staat hier diametraal tegenover.
5. De roep vanuit de markt om een eenduidige demarcatie bestaat al geruime tijd. De
demarcatielijst zoals die nu in de stukken van de internetconsultatie is opgenomen, bevat echter nog veel onduidelijkheden en interne tegenspraken om praktisch bruikbaar te zijn. (BNL/Neprom/WNL). Wij vragen om meer onderzoek naar de effecten van de demarcatielijst vóór deze van toepassing te verklaren.
6. Borg de MPG in de vergunningverlening en uitvoering. Momenteel is er nauwelijks
inhoudelijke toetsing door het bevoegd gezag bij de aanvraag van de omgevingsvergunning, tijdens de uitvoering of bij oplevering van een gebouw. Ook onder de Wet Kwaliteitsboring voor het Bouwen (Wkb) is het onzeker of er controle is tijdens de uitvoering op het toepassen van de voorgeschreven maatregelen. De minister spreekt weliswaar de verwachting uit, dat de invoering van de Wkb een eerste stap in de goede richting is (brief aan de Kamer d.d. 3 okt. 2023), echter wat deze eerste stap dan feitelijk inhoud, blijft onduidelijk, laat staan wat vervolgstappen zijn om de controle op het voldoen aan duurzame bouwwetgeving te verankeren in wetgeving. Het effectief aanscherpen van duurzaamheidswetgeving kan niet zonder de invoering van een verplichte as-built berekening en zwaardere inzet op toetsing en handhaving.