Actueel / Nieuws

Eén jaar Kwaliteitsborging voor het bouwen

De Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen is per 1 januari 2024 ingegaan voor nieuwbouwprojecten in gevolgklasse 1 (grondgebonden woningen, bedrijfshallen). Nu, een jaar later, is het niet alleen tijd om terug te blikken, het is ook tijd om vooruit te kijken. Want: wat waren en zijn mogelijke valkuilen, waar lagen en liggen kansen.

Hajé van Egmond is beleidsadviseur kwaliteitsborging bij de Afdeling Bouwregelgeving en Bouwkwaliteit van het Ministerie Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en was eerder als docent Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen voor de BNA actief. BNA lid en architect Lex van Deudekom van LEX Architecten is aangesloten bij verschillende netwerken en initiatieven, zoals De Rotterdamse Cirkel waarvan hij medeoprichter is, en Architecten Netwerk (AN)-Rotterdam. Hij is een pleitbezorger van Architect aan Zet (AaZ). Dat is een manier om zonder vergunning te bouwen en te verbouwen in Rotterdam waarbij de architecten een grotere rol krijgen in het proces.

Welke ervaring is er opgedaan na 1 jaar Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen?
Hajé van Egmond: “Uit het breed maandelijks overleg met de verschillende branches, waaronder de BNA, komt het signaal dat er geen onoverkomelijke knelpunten worden geconstateerd. We horen, en dan met name bij de kleinschaligere projecten, dat het wennen is: er gaat in het begin best veel tijd zitten in de administratie. Bij grootschalige projecten lopen processen inmiddels sneller, ook omdat grotere aannemers vaak al gewend zijn via een kwaliteitssysteem te werken en zo verantwoording af te leggen over wat ze bouwen. Laat ik het zó formuleren: oor deze aannemers is kwaliteitsborging dat wat ze al doen alleen dan net in een iets ander dialect dan voorheen. De verschillende partijen ervaren dat ze bij bouwen onder kwaliteitsborging gedwongen worden om scherp naar hun eigen werk te kijken. In dit nieuw stelsel zijn vragen als: wat heb je gebouwd, en klópt dat, nog relevanter geworden. Bouwers geven ook aan dat er een grotere flexibiliteit in het gehele proces ontstaat, waardoor aanpassingen tijdens de bouw sneller en beter opgepakt worden.
Kosten zijn en blijven een discussiepunt. Weliswaar vervalt onder de Wkb een aanzienlijk deel van de leges (ca. 40% blijkt uit onderzoek van Coelo), door kruissubsidiering ziet het financiële plaatje bij kleinschaligere projecten er anders uit dan bij grootschaligere projecten. Dit komt omdat de kwaliteitsborger de daadwerkelijke kosten bij een project in rekening brengt terwijl de leges bij kleinere bouwprojecten als het ware gesubsidieerd worden door grotere projecten.
Het doel blijft een betere kwaliteit tegen aanvaardbare kosten. Dus daarom gaan we de komende tijd eerst nog eens goed kijken naar kwaliteitsborging bij verbouw voordat we dit ook onder de Wkb laten vallen. We kijken daarbij ook naar ervaringen die worden opgedaan bij projecten zoals Architect aan Zet (AaZ) in Rotterdam.”

Lex van Deudekom: “De Wkb zet in op een hoge kwaliteit in de bouw. Binnen de Wkb is de bouwinspecteur nu vervangen door de kwaliteitsborger en wat ik merk is dat er hierbij veel meer tijd in het gehele proces gaat zitten, mede door de toename van het bureaucratisch deel. Daarmee wordt het duurder voor zowel de opdrachtgever als voor de architect. Mijn ervaring leert dat, zeker bij kleine projecten, architecten prima zelf onderling die kwaliteit kunnen waarborgen. Zeker door zoals binnen AaZ samen te werken en zo controle uit te voeren, want controle blijft nodig. Binnen AaZ gaat dit sneller, met meer begrip voor de context en gaat het proces bovendien gepaard met veel minder rompslomp. Er is een verschil in schaal. Bij grootschalige projecten met grotere risico’s past het denk ik beter.”

Eén van de doelen van de wet is het versterken van de positie van de opdrachtgever. Wat heeft dit voor effect op de rol van de architect?

Lex van Deudekom: “Ook hier geldt dat bij kleinschaliger projecten door een extra paar ogen, van collega architecten, de kwaliteit is gewaarborgd. Een pluspunt is dat achteraf het opleverdossier juridische administratie, verzekeringen, etc. overzichtelijk in kaart brengt. Bij grootschaligere projecten was er ook al een garantie en een professionele benadering, mede door de rol van de bouwinspecteur, maar daar zie ik wel de toegevoegde waarde van kwaliteitsborgers, vanwege de grotere risico’s die bij grootschaligere projecten spelen.”
Hajé van Egmond:“ De hele aansprakelijkheidsketen is veranderd en dat heeft ook zeker zijn effecten op de rol van de architect en op accentverschillen in het gehele bouwproces. De wereld van bouwheer, bouwmeester periode - de opdrachtgever legt exact vast wat er moet gebeuren, de architect werkt het volledig uit en de aannemer voert slechts uit - is nu veranderd ”

Een belangrijke wijziging in de wetgeving is de introductie van zogenaamde kwaliteitsborgers; wie zijn zij en wat doen zij?

Hajé van Egmond:“De kwaliteitsborger ziet erop toe dat een bouwwerk bij gereedmelding aan de regels voldoet. Een kwaliteitsborger moet opgenomen zijn in het register van de Toelatingsorganisatie Kwaliteitsborging Bouw (zie www.tlokb.nl)een zelfstandig bestuursorgaan. Kwaliteitsborgers worden door instrumentaanbieders, nu 6, aangemeld bij de TloKB.
Kwaliteitsborgers zijn onafhankelijk, en controleren of een gebouw voldoet aan de wettelijke technische eisen. Dit doen zij tijdens het ontwerp én op de bouwplaats.
Kwaliteitsborgers hebben een registerende taak. Het zijn organisaties of bedrijven, die moeten worden toegelaten.
In totaal zijn dat nu 62 kwaliteitsborgers, waarbij in totaal ruim 700 mensen werkzaam zijn. Er zijn wettelijke opleidingseisen en er moet minimaal drie jaar ervaring worden aangetoond in toezicht houden en dat met een bijbehorend denk en werkniveau. Een groot deel was al bezig met toezicht en handhaving, zowel bij gemeenten als in de detachering.“

Lex van Deudekom: “Naar aanleiding van mijn ervaringen wil ik een pleidooi houden voor zowel de bouwinspecteur als voor de architect als kwaliteitsborger. Van sommige collega-architecten heb ik begrepen dat zij een opleidingsmodule hebben gevolgd, zodat er een vrijstelling binnen de WKB mogelijk is. Daarnaast overwegen sommige bouwinspecteurs de stap naar kwaliteitsborgers te maken.“

Een andere belangrijke wijziging is dat veel van de verantwoordelijkheden bij de aannemer liggen. Verandert dat de relatie tussen aannemer en architect?

Lex van Deudekom: “Ook hier geldt dat in de situatie vóór de Wkb architect en aannemer goede afspraken moesten maken om de kwaliteit te waarborgen. Ik ga uit van vertrouwen, en denk dat niemand met opzet slechte kwaliteit wil leveren. Architecten zijn goed geschoold en zullen al in een vroeg stadium mogelijke risico’s onderkennen. Zij staan immers aan de basis van het ontwerp en hebben over het algemeen een enorme wens om kwaliteit te realiseren. Natuurlijk ging er wel eens iets mis, en als de Wkb helpt om dat te verminderen is dat welkom. Let wel we hebben nu 1 jaar ervaring en dat is kort, we kunnen de efficiëntie nog vergroten in de komende jaren.
De ervaringen in Rotterdam met Architect aan Zet, waarbij de architect in het centrum van het proces staat en architecten elkaar scherp houden, zijn positief; Groningen gaat dit voorbeeld volgen. Elk gebied in Nederland heeft zijn eigen specifieke bouwopgaven en problemen. Zorg dat de regionale kennis van architecten en aannemers maximaal wordt ingezet voor kwaliteitsborging. Kijk naar de kansen, bijvoorbeeld in verdichting, hergebruik van bestaande gebouwen en verduurzaming.“
Hajé van Egmond: “De aannemer is in dit stelsel verantwoordelijk voor alle gebreken in de bouw tenzij hij de gebreken niet zelf veroorzaakt heeft. Als er gebreken zijn, dan kan de klant de aannemer dwingen om de fouten te repareren. Ook als de klant deze fouten pas later ontdekt. De aannemer moet de klant laten weten of en hoe hij zich heeft verzekerd tegen faillissement en risico's op schade en gebreken. Dus zal de aannemer nog scherper naar zijn eigen rol kijken maar ook naar andere partijen, waaronder de architect. We horen uit het veld dat aannemers sneller aan leverancier, adviseurs en architecten vragen om onderbouwing en bevestiging dat een materiaal of ontwerp inderdaad voldoet.”

De veranderingen uit de Wkb gelden (naar verwachting) tot en met 2028 alleen voor nieuwbouw van eenvoudige bouwwerken. Welke stappen mogen we de komende jaren verwachten?

Hajé van Egmond:“ Eén jaar biedt al inzichten maar er is meer tijd nodig om een goed beeld te krijgen. De komende jaren gaan we volop monitoren en evalueren en dan kijken we in 2028 hoe verder. Het stelsel moet zich ontwikkelen, de kinderziektes moeten eruit. Is dit stelsel van regelgeving geschikt bij bijvoorbeeld kleinschalige verbouwingen, klopt daar het financiële plaatje in relatie tot de kwaliteitsverbetering? Waar liggen kansen bij bijvoorbeeld industriële bouw? Daarnaast moeten de verschillende partijen ook aan elkaar wennen. Ook moeten we voorkomen dat we een nieuwe papieren tijger in het leven roepen. Focus op het eindresultaat. En natuurlijk het uiteindelijke doel voor ogen houden: goede kwaliteit borgen.”