Het doel was om gemeenten (openbare ruimte) en corporaties (gebouweigenaren) te voorzien van nieuwe inzichten, oplossingsrichtingen en implementatie-strategieën voor hun klimaatopgave. Vijf teams van architecten, waterexperts en andere voor de ontwerpopgave relevante disciplines, onderzochten vijf locaties. De visies die uit het onderzoek volgden, schetsen voor deze locaties en de hier voorkomende woning typologieën hoe deze meer toekomst- en klimaatbestendig kunnen worden. Een aantal deelnemers van destijds vertellen over de impact van het onderzoek, en wat er met de resultaten is gedaan.
Het BNA onderzoek kwam in zekere zin als geroepen. Want hoewel met hittestress en de noodzaak tot vergroening klimaatadaptatie zeker wel breed op het netvlies staat, is de opgave een stuk minder concreet dan bijvoorbeeld woningen van het gas afhalen of isoleren. Barbara Sluimers en haar collega's bij Ymere waren dan ook benieuwd hoe er al in de concept- en ontwerpfase bepaalde principes kunnen worden meegegeven. Barbara: 'De bedoeling was echt om breed in de organisatie uit te dragen dat klimaatadaptatie geen puur technische onderhoudsopgave is, maar een ontwerpopgave. Het gaat om zoveel meer dan alleen installaties. Wat kunnen ontwerpers allemaal bedenken om het gebouw een heel nieuwe toekomst te geven?' André Rodenburg van de gemeente Rotterdam zag een duidelijke rol voor het ontwerp als verbinder tussen wat de gemeente voor oplossingen voor ogen heeft en wat de corporaties als opgave hebben. Bijna de helft van de woningen in de Maasstad is corporatiebezit. André: 'We willen ook de koppeling maken tussen de woning en de openbare ruimte. Waar zit de winst? Met name ook als je verder kijkt in de tijd, richting 2050 of 2080. In wat voor klimaat of omstandigheden staat het gebouw er dan nog? En wat betekent dat voor de keuzes die je nú bij renovatie gaat maken?’.
‘'Het ontwerp fungeert als verbinder tussen gemeente en corporatie'’
Verder in de tijd kijken & discussie over ingrijpende maatregelen
Duurzame maatregelen zijn helder vastgelegd in beleid: isolatiegraad, aardgasvrij of circulair materiaalgebruik, zegt Caroline Kroes van Woonstad Rotterdam. 'Daar zijn we op dagelijkse basis mee bezig. Maar het is lastig om van klimaatadaptatie een business case te maken in de zin dat je het rond kunt rekenen. De harde maatregelen op dat gebied hebben we nog niet. Wij wilden graag weten hoe we daar in de toekomst aan moeten ontwerpen.' Niet alle aangedragen oplossingen waren daarbij al direct bruikbaar, maar leidden wél tot discussie over mogelijk ingrijpende maatregelen. Zo werd in de casus van een laag gelegen woonwijk voorgesteld om op gezette tijden overstroming toe te laten. Caroline: 'Het is ook gewoon een gebied waar mensen wonen, dan gaat het ontwerp net een stapje te ver om handelingsperspectief te kunnen bieden.' André was vanuit de gemeente Rotterdam ook betrokken bij deze casus. 'De harde boodschap is dat een pand op de lange termijn mogelijk niet houdbaar is. Renovatie en funderingsaanpak gaat in de honderden miljoenen lopen, zodat sloop wellicht de enige toekomstbestendige optie is. Ja, dan gaat het ook om zaken als rechtvaardigheid, communicatie en het omgaan met de terechte emoties van mensen.'
Zicht op mogelijkheden om waarde voor bewoners toe te voegen
Voor Ymere hadden de ontwerpstudies verrassende en zeker ook bruikbare uitkomsten. Barbara: 'Oplossingen voor waterberging werden niet zozeer bij de relatief kleine woningen in een tuindorp gevonden, maar juist in het collectieve en openbare gebied, en in de tuinen. Het architectenbureau had hele leuke ideeën om te vergroenen en echt kwaliteit aan het binnengebied toe te voegen. Voor de woningen hadden ze een soort serre ontworpen los van de constructie en meebewegend met eventuele bodeminklinking.' Het tweede project van Ymere was een portieketagewoningen-complex waarvan in de scenario's daadwerkelijk een watermachine was gemaakt. Barbara: 'Er was een palet van mogelijkheden ontworpen, zoals groene binnenruimtes in de liftkern, een daklandschap, groene zonwering en wadi's in de binnentuin. Er waren fasen geschetst met bijbehorende financiën om rekening mee te houden. Dat vond ik erg goed en hebben we ook laten doorrekenen op haalbaarheid. Het was goed om de integrale duurzaamheidsopgave naar voren te trekken.' Ymere wil ook de bewoners een rol laten spelen, cohesie ermee bevorderen, en laten zien wat er met het water gebeurt. 'Bijvoorbeeld dat met het opgevangen water van het dak de geveltuintjes kunnen worden besproeid. Het was echt een eye-opener dat er zoveel maatregelen zijn die echt iets kunnen bijdragen voor de bewoners en aan de openbare ruimte. Dat het echt beleefbaar is voor de mensen.'
‘'Het is goed om de integrale duurzaamheidsopgave naar voren te trekken'’
Wijkaanpak nodig met meerdere stakeholders
Een ander mooi resultaat van de studie is dat Ymere beter met de gemeente Amsterdam in gesprek is gekomen over de noodzaak van maatregelen, zoals in het tuindorp waar bodemdaling een dringend probleem is. Marjan: 'Met behulp van de studie kunnen we laten zien dat er veel mogelijk is, vooral ook aan oplossingen in de openbare ruimte.' Een van de conclusies is dat het goed zou zijn om samen op te trekken met de stedenbouw van de gemeente, ook bijvoorbeeld voor het maken van integrale kostenbaat-analyses waarmee kosten tussen partijen kunnen worden verdeeld. Het mooie van de studies, zegt André, is dat je als gemeente ziet hoe je op termijn via verschillende stappen naar een toekomstbestendige wijk toe kunt bewegen. 'Ontstaat hier op termijn een moeras of waterlandschap, dan kun je je daar op voorbereiden. Dat het in bepaalde gebieden of seizoenen natter gaat worden en je in een meer vochtige leefomgeving woont. De complexiteit ligt er in dat Woonstad dit niet alleen kan doen, maar dat het echt om een wijkaanpak gaat met meerdere stakeholders.'
Nu keuzes maken voor kwetsbaar systeem
Het mooie van de studie is dat die mede geleid heeft tot het uitgeven van een boek door de gemeente Rotterdam, waarin voor verschillende stadstypologieën 100 jaar vooruit wordt gekeken naar verschillende perspectieven op hoe de gebieden er dan uit kunnen zien. André: 'Misschien wonen we wel drijvend, of op terpen. Of zijn we nog steeds aan het pompen en malen. Het punt is, het is een kwetsbaar systeem en we moeten keuzes maken. Daar heeft dit ontwerpend onderzoek wel de eerste opening voor gegeven.' In het tweede project, een in de jaren '20 bebouwd buitendijks gebied, werden oplossingen aangedragen om zowel in het gebouw als in de openbare ruimte een aantrekkelijke en gezonde leefomgeving te realiseren. André: 'Dat heeft ons geholpen om veel meer wijkactieplannen te maken om te investeren in gezondheid en in wateropvang, óók vanuit de corporatie en het waterschap die hiermee zijn geholpen. Hoe gaan we nou synergie zoeken en gezamenlijk de meest doelmatige investering maken?'
‘'Het ontwerp laat zien wat er nodig is, dat kan confronterend zijn'’
Slimme dingen doen en realiteitszin
Het onderzoek heeft zeker geholpen om de opgave op de kaart te zetten bij de corporatie, zegt Caroline. 'Het heeft inspirerend gewerkt en we zijn ook geschrokken van de heftigheid van de opgave. In die zin was het ook confronterend, als je zo'n vergaand ontwerp ziet. We weten dat dit er aan komt en dat we meer moeten gaan ontwerpen zoals in de resultaten van dit onderzoek. Tegelijkertijd vraagt het een grote investering, waarvoor je een goede rationale moet hebben. Die stap voelt nog heel groot.' Er zit zeker een belangrijke rol voor architecten, meent ze. 'Vooral in de inspiratie, in het ontwerp laten zien wat er mogelijk is. Daarbij is ook wel een bepaalde realiteitszin nodig.' In de organisatie is het gedachtengoed helaas niet erg beklijfd, zegt Caroline. 'Dat komt ook doordat betrokken mensen inmiddels elders werkzaam zijn en het onderzoek heel pionierend was. Maar het besef dat we toekomstbestendig moeten bouwen leeft zeker breed binnen Woonstad. En dat je daar nú al slimme dingen voor moet doen.'
Integraal naar de opgave kijken en denken in kansen
De meerwaarde van de architect en de ontwerpende blik in deze grote opgave is ook voor de andere gespreksdeelnemers evident. Barbara: 'Een architect is heel goed in staat om integraal naar die opgave te kijken, en kan een doorvertaling maken naar wat het betekent voor de leefomgeving en de bewoners. Er komen veel dingen samen bij de ontwerper. Ontwerpkracht is wat je nodig hebt om toekomstscenario's te schetsen. Architecten durven ook dat moeilijke scenario aan te kaarten en te zeggen, je kunt er ook iets moois van maken.' De kracht van visualisatie is daarbij heel belangrijk, vult André aan. 'Een beeld is zoveel meer aansprekend dan een dik rapport. Het helpt een onderwerp onder de aandacht te brengen bij bestuurders en beleidsmedewerkers. Deelbaarheid van de resultaten is een waarde, mét het laten zien van kansen. De architect maakte in de studie een heel andere gebouwindeling met onder meer met een nieuwe tuin. Dan denk je, hé, dit is wel een heel aantrekkelijk perspectief! Als je vanuit de technische of de financiële invalshoek begint, dan ga je daar niet zomaar op uit komen. De architect kan vanuit de verdere toekomst terug redeneren en laten zien wat dat oplevert.'
‘'Architecten durven ook dat moeilijke scenario aan te kaarten'’
Collectief begrip
De architect helpt om het gesprek op gang te brengen vanuit het bredere perspectief, ook voor wat betreft het bewustzijn in de organisatie zelf. André: 'Voor de agendering heeft het ontwerpend onderzoek en het boek dat we naar aanleiding daarvan hebben gemaakt echt geholpen, jazeker. In het project zelf vond ik het met name heel waardevol dat we niet alleen in onze eigen teams stappen maakten, dat we ook een paar grote bijeenkomsten hadden om kennis, inzichten en perspectieven te delen. Zo ga je collectief begrip krijgen van de uitdagingen. Daar hebben we ook collega's uit de gemeente voor uitgenodigd. Om duidelijk te maken: deze kennis is ook voor jullie.' Een belangrijke opbrengst is voor Ymere naast het leerproces ook het meer integraal kijken naar de opgaven. Barbara: 'De winst uit de ontwerpstudie is het besef dat alle maatregelen onderdeel zijn van één systeem en dat je er zo ook naar moet kijken. Dus liggen de uitkomsten ook bij onze afdelingen voor onderhoud en groen.'
BNA wil weten hoe de studie Stad x Klimaat; Het gebouw als watermachine heeft uitgepakt, zodat de inzichten gebruikt kunnen worden door wie er aan de slag wil gaan met klimaatadaptatie op het niveau van wijk en gebouw en daarvoor ontwerpend onderzoek met architecten wil gaan inzetten.