Actueel / Nieuws

Wooncrisis? De architect is aan zet!

In het kader van de Rotterdam Architectuur Maand organiseerden AIR en de gemeente Rotterdam de werksessie Wooncrisis? De architect is aan zet! Aan de hand van voorbeelden uit de urgente Groningse versterkingsopgave en het Rotterdamse programma Architect aan Zet* werd besproken hoe ruimtelijk ontwerpers een bijdrage kunnen leveren aan hedendaagse problemen zoals de vergrijzing, energietransitie en de wooncrisis. Verslag door Alex Jager en Peter Hersbach.

De centrale stelling van de middag was: “Architecten kunnen door hun opleiding en ervaring met bouwen een belangrijke bijdrage leveren aan het oplossen van de wooncrisis in Nederland. Maar aan de brede maatschappelijke discussie over het oplossen van de wooncrisis nemen zij slechts incidenteel deel.”

De middag stond onder leiding van moderator Hilde Blank, die ons vakkundig door de middag loodste. De inleidende sprekers belichtten vanuit verschillende invalshoeken mogelijke rollen van architecten in de grote en complexe hedendaagse opgaven. Ruimtelijk ontwerpers waren veruit in de meerderheid deze middag. Zij werden allengs enthousiaster over de vele kansen die er voor onze beroepsgroep haast voor het oprapen liggen. Tegelijkertijd groeide het besef dat we de handschoen onvoldoende oppakken. Na de inspirerende presentaties werd in 3 groepen verder gediscussieerd.

Op uitnodiging van de BNA leiden Peter Hersbach (Hersbach en Könst Architecten) en Alex Jager (JagerJanssen architecten BNA) de break-out-sessies met als thema De inbreng vanuit de beroepsgroep.
Centrale vragen hierbij waren:
- Vragen de wooncrisis en de complexe opgaves van de toekomst om een nieuwe manier van werken?
- Welke bijdrage kan vanuit de beroepsgroep aan de oplossing geleverd worden?

Het gevoel van urgentie was door de inleiders inmiddels al behoorlijk aangewakkerd en dus zaten de circa twintig deelnemers aan de subgroep op het puntje van hun stoel rond de ovale tafel. Een levendige discussie volgde.

Inger Kammeraat
Inger Kammeraat

Leveren van een creatieve bijdrage
De deelnemers waren kritisch op zichzelf en op onze eigen beroepsgroep. Inger Kammeraat (MVRDV) had al in haar inleiding laten zien dat noch in de onlangs verschenen Nationale Woon- en Bouwagenda noch in het bijbehorende Programma Woningbouw het woord ‘architect’ of ‘architectuur’ voorkomt. Hoe hebben we zo onzichtbaar kunnen worden en waarom zetten we er niet met z’n allen de schouders onder in plaats van te blijven navelstaren? Zijn wij door onze opleiding en ervaring niet juist bij uitstek toegerust om al dan niet samen met andere disciplines en met een open vizier een creatieve bijdrage te leveren aan oplossingen voor de voorliggende uitdagingen?

Meedenken aan oplossingen

Er lijkt te weinig collectiviteit om daadwerkelijk een vuist te maken. Hoe goed het College van Rijksadviseurs en Rijksbouwmeester ook laat zien dat ontwerpkracht er daadwerkelijk toe doet. En hoe goed de voorbeelden uit de eigen beroepsgroep vaak ook zijn. Zoals Rob Hendriks (DAAD architecten) die eerder in zijn inleiding een opgave belichtte van een herschikking van een boerenerf. Door zijn verbeelding, organisatie en samenwerking met andere disciplines kreeg hij het vertrouwen om mee te denken over oplossingen.

Verder gaan dan de opgave

Architectuur is bij uitstek een medium dat in de sociale ruimte een betekenis kan hebben voor elk persoon. Het kan een thuis zijn, een plek een ideale omgeving. Dit is wat de architect creëert. En in deze plekken kunnen de grote opgaven geagendeerd worden. De betekenis van wonen, leven, je thuis voelen. Het vraagt voor lef om verder te gaan dan de standaardoplossingen. Verder te gaan dan de opgave die gesteld is. Verder te gaan met inbreng van antwoorden op die grote opgaven.

Bundelen van ontwerpkracht

Er was onder de deelnemers een opvallend saamhorige bereidheid om met elkaar verder denken over een collectieve aanvliegroute. Om met verenigde stem een betekenisvolle rol te spelen in de uitdagingen van vandaag en morgen, gezamenlijk op te trekken en onze ontwerpkracht te bundelen óver de grenzen van eigen praktijk en belangen heen. Niet vanuit ieders bureau, maar juist vanuit ons vak. Eenmaal terug in de plenaire zaal bij Hilde bleek dat de discussies in de andere twee groepen vergelijkbaar waren verlopen. De actiebereidheid zat er goed in bij de hele zaal.

Boter bij de Vis

Er was veel energie en ambitie om de schouders eronder te zetten en met elkaar oplossingen te bedenken voor de grote opgaven in de stad. Hét moment om de kennis en kunde van de beroepsgroep in te zetten in ontwerpkracht en dat te doen aan de hand van concrete voorbeelden. Om met directeur Stedelijke Inrichting Monique van Buul te spreken: “Dan krijg je een voet tussen de deur. De nuances komen daarna wel”. Met deze opening hebben we de agenda geopend voor het Rotterdamse en de Gemeente uitgedaagd om met de architecten de discussie te gaan voeren over de toekomst van de stad. Zoals Hilde Blank als moderator van deze middag samen vatte “Boter bij de Vis”.

*Architect aan Zet is een manier om het vergunningsvrij bouwen en verbouwen in Rotterdam mogelijk te maken voor kleinere vergunningsplichtige bouwopgaven. Het doel van de Gemeente is om bouwinitiatieven sneller te realiseren. Het aanvragen van een vergunning is niet meer nodig als een gekwalificeerde architect wordt ingeschakeld. Dit initiatief, gestart in september 2020, heeft de rol van de architect bij de kleinere opgaven behoorlijk veranderd. Door de architect een centrale rol te geven in dit proces wordt hij een regisseur die tevens de kwaliteit binnen de wet kwaliteitsborging controleert. Het initiatief heeft inmiddels navolging gekregen in Groningen. Lees meer over Architect aan Zet.