Actueel / Nieuws

Architecten: ontwerper of business partner?

'Als architect maak ik met kantoorgebouwen graag impact op de performance van bedrijven, zoals een hechtere community of minder ziekteverzuim. In die zin werk ik als business partner graag mee aan een business case, ook al is dat voor opdrachtgevers soms wennen. De ‘case’ is vaak al rond, en dan zijn er weinig knoppen om aan te draaien. De toepassing van value cases biedt uitkomst, maar er moet ook een mentale knop om.'
Door Erik van Eck, Architect directeur en lid management team Broekbakema

Nieuwe mindset
Als architect stopt je rol doorgaans na de oplevering van een gebouw, dat is nu eenmaal de ‘projectmores’. Daarbij kun je uiteraard vraagtekens zetten. Zelf wil ik graag weten wat een
gebouw in de praktijk doet met de performance van een bedrijf. Heeft het ontwerp aantoonbaar effect? Zo’n vraag kun je niet genoeg stellen. Wij kunnen dat als bureau eerlijk gezegd ook vaker doen.

Andere gewoonten.

Met opdrachtgevers zijn we incidenteel in gesprek over het effect van onze gebouwen, zoals laatst bij DSM. Ik vroeg onze opdrachtgever wat in de voorbije jaren wel of niet werkte. Je leert daar veel van, en we doen dat ook bij andere relaties in ons klanttevredenheidsonderzoek. Het werpt wel de onderliggende vraag op in hoeverre je verantwoordelijkheid gaat na oplevering.

Lange termijn

Voor mijzelf is toekomstbestendigheid een belangrijke drijfveer, zoals duurzaamheid en het welzijn van mensen. Breaam en Well zie ik als een belangrijke graadmeter voor het behoud van toekomstige waarde. Vooral hoge classificeringen bieden een goede garantie, alleen vraagt dat ook om extra investeringen. Ik maak regelmatig mee dat bedrijven daarvan afzien. Dan blijf je als architect in de rol van uitvoerder steken, en je bent minder de business partner. Terwijl dat nu hard nodig is, wil je met de klimaatdoelstellingen tijdloze gebouwen realiseren die hun waarde behouden.

Werken met business cases

Want veel draaide de afgelopen decennia om efficiency. Dat lees je nu af aan de inflexibiliteit van kantoorgebouwen. Gelukkig ervaar ik steeds meer uitzonderingen. Canon liet ons over de business case meedenken voor hun nieuwe hoofdkantoor. We maakten een knip tussen de fit-out voor de korte termijn (10 jaar) en een royaal- en flexibel casco voor de verre toekomst. De businesscase kwam in het ontwerpproces werkenderwijs tot stand en de investeringsdilemma’s losten we samen op.

BNA value assesment

Mij ligt die rol wel, wat dat betreft komt de ontwikkeling van het ‘value instrumentatrium’ door de BNA goed van pas. Zolang het in de beroepsgroep geen acquisitie tool wordt, maar aansluit op een intrinsieke motivatie voor een sociale- of circulaire wereld. Het helpt in ieder geval om mijn rol verder te versterken, waarvoor ik overigens ook andere mogelijkheden zie. Laatst was ik verrast toen ons klantonderzoek uitwees hoe wij als bureau waarde creëren met onze stakeholderaanpak.

Co-creatie voor communities

Ik zie dat de behoefte aan stakeholdermanagement toeneemt, mogelijk is het krachtenveld aan belangen rond de klimaatdoelstellingen een verklaring. Gebouwen maken deel uit van de bedrijfsreputatie en zijn bepalend voor het community-gevoel. Voor architecten is daar met co-creatie een belangrijke rol weggelegd. Wat heb je nodig op je werkplek? Door een continue dialoog voelen mensen zich gezien en apetrots als een kantoor eenmaal staat. Het bedrijf is onder haar stakeholders bovendien heel wat ambassadeurs rijker.

Natuurlijke elementen

Co-creatie brengt mij door de jaren heen steeds meer inzicht in de universele behoefte op de werkvloer. Het was voor mij geen verassing in coronatijd dat werkend Nederland meer ‘clubhuis’ op kantoor wilde. Ik sta al langer op de bres voor meer ontmoetingsplek en clubgevoel in bedrijfsgebouwen. Omdat ik geloof dat dit de onderlinge samenwerking stimuleert. Voor zo’n ‘sociale werkomgeving’ heb je meer natuurlijke elementen nodig. Groen maakt een werkomgeving uitnodigend, het verhoogt de werksfeer en nodigt uit tot samenwerking. Daarvan wordt een gebouw meteen een stuk menselijker en gezonder.

Rendement

In sommige sectoren valt daarmee winst te behalen, zoals de wereld van ‘research & development’. Van oudsher heb je daar bijvoorbeeld laboratoriumgebouwen zonder echte ontmoetings-mogelijkheden. Terwijl uit die ontmoeting juist kennisuitwisseling ontstaat, dat is een belangrijke randvoorwaarde voor innovaties. Laatst las ik dat het coronavaccin werd uitgevonden toen twee professoren elkaar op de wandelgangen spontaan tegenkwamen. Dat rendement van informele ontmoeting is heel herkenbaar in de cleanrooms en laboratoria die wij ontwerpen. Ooit ontdekte ik het economische belang daarvan toen we zo’n gebouw ontwikkelden voor DSM. We dachten mee over de optimalisatie van R&D-processen en de sociale kant van het gebouw. Hun positieve reacties waren veelzeggend. De sociale en economische waarde van het ontwerp was winst en sindsdien weet ik hoeveel ik als business partner het verschil kan maken.