Op 4 februari van dit jaar ontving ik voor mijn bijdrage aan de stations van de Noord/Zuidlijn in Amsterdam de Nederlandse Bouwprijs 2019, in de categorie ‘Talent met Toekomst’. De jury was onder de indruk van het feit dat ik op relatief jonge leeftijd zo’n beeldbepalende rol had gespeeld in een project van indrukwekkende omvang (7 metrostations). In hun rapport refereerden ze ook aan een uitspraak die ik tijdens de presentatie van mijn project had gedaan: dat ik “geen last heb van architectuur”– een uitspraak die volgens de jury zowel mijn bescheidenheid als mijn ‘grootse creatieve persoonlijkheid’ verwoordt.
Bescheidenheid
Hoewel ik weet dat mijn rol in dit project inderdaad bepalend is geweest voor hoe de stations van Noord/Zuidlijn gerealiseerd zijn – het visieboek dat ik voor mezelf had opgesteld als houvast tijdens het complexe ontwerpproces, werd een topstuk in de contractvorming en de basis voor alle ontwerpkeuzes –, was het winnen van deze prijs een verrassing. Bescheidenheid past bij Benthem Crouwel Architects, en daarom pas ik bij dit bureau. Maar bescheidenheid betekent niet dat je je eigen waarde tekort doet: voor onze architectuur betekent het een nuchtere benadering en slimme en goede ontwerpen die hun schoonheid niet enkel danken aan een groot gebaar maar vooral aan helderheid en functionaliteit.
Geen last van architectuur
Mijn uitspraak ging over hoe mijn collega’s en ik onze ontwerpopgaves benaderen. In elk ontwerp willen we dat het gebouw voor zichzelf spreekt en gebruikers geen ‘last’ hebben van de vormgeving die soms dwingend of beperkend kan zijn. Door in het ontwerp continu de vraag te stellen wat de perceptie en beleving van de gebruiker zal zijn, hoe mensen een ruimte of gebouw beleven, creëer je een flexibel kader waarbinnen de vorm en het ontwerp vanzelfsprekend volgen uit de gevraagde functie.
In mijn werk probeer ik om nooit een vooringenomen positie in te nemen over structuur of vormgeving. Alleen met een open houding, kan ik oplossingen bieden die net iets verder gaan dan de vraag.
Beleving
Een ontwerp mag geen resultaat zijn van een principiële aanpak of het van het ego van de architect. Het is de sociaal maatschappelijke impact die er werkelijk toe doet. Hoe verhoudt een persoon zich tot een gebouw? Welk gevoel roept het op? Kunnen we ons bij het vormgeven van de bebouwde omgeving laten inspireren door de natuur, en iets leren van het heilzame effect dat de natuur op de mens heeft? Hoe kan een kantoorgebouw – waar we zoveel tijd doorbrengen – méér betekenen voor zijn gebruikers dan een efficiënte werkomgeving?
Creativiteit
Natuurlijk gaat het vak om meer dan de beleving. Een architect is bij de totstandkoming van een gebouw de grote verbinder en heeft de taak om de relatie te leggen met de omgeving en alle disciplines samen te brengen tot een integraal ontwerp. Wij hebben de visionaire blik die de opdrachtgever moet overtuigen dat het ontwerp het beste antwoord op hun vraag geeft. Als we de opdrachtgever in een open dialoog kunnen inspireren met onze creativiteit, bouwen we het vertrouwen op dat het beeld van een nog niet gerealiseerd ontwerp uiteindelijk hun beoogde resultaat zal opleveren: een mooi, comfortabel gebouw waar zij zich al mee verbonden voelen, nog voordat het af is.
Dat is de architectuur die een toekomst heeft: feeling follows form follows function.