Ik twijfelde of ik ze moest waarschuwen. Dat van alle architecten in Nederland 23 procent een vrouw is en dat het aantal vrouwelijke directeuren van architectenbureaus een schamele 12 procent bedraagt. Zouden deze getallen ze demotiveren of juist strijdbaar maken?
Diezelfde dag was er een bijeenkomst met de BNA Ledenraad. Met een aantal leden mocht ik onderzoeken wat diversiteit voor ons vakgebied zou betekenen. Mooie analyses werden gemaakt. Onze eensluidende conclusie was dat meer diversiteit leidt tot meer maatschappelijke impact van de door ons ontworpen gebouwen en tot meer werkgeluk in onze organisaties!
Goed nieuws voor de zes jonge architectes in spe, zou je zeggen. Echter, we proberen al jaren verandering teweeg te brengen. Tijdens mijn eigen studententijd in de jaren negentig waren er al campagnes die ons vrouwen moesten stimuleren het allemaal anders te doen. ‘Een slimme meid is op haar toekomst voorbereid’ riep onze overheid. En de TU Delft had haar eigen ‘Thea studeert techniek’ dagen om meer meiden techniek te laten studeren. Maar dertig jaar later moet je de slimme Thea’s met een vergrootglas zoeken.
‘Actie hoeft niet altijd groots en meeslepend te zijn.’
Zelf denk ik dat de werkcultuur van ons vak, waarin een hoge werkdruk en competitieve sfeer heerst, diversiteit negatief beïnvloedt. Dat speelt vooral een rol zodra mensen wat meer tijd willen besteden aan iets anders dan hun werk. Aan hun gezin bijvoorbeeld. Kennelijk is het veranderen van die werkcultuur moeilijk. Het vergt actie, van iedereen!
Actie hoeft niet altijd groots en meeslepend te zijn. In het onderzoekje met de BNA Ledenraad kwamen mooie voorbeelden langs van kleine acties met grote impact. Zelf zie ik in ons bureau ook positieve ontwikkelingen. Er werken bij ons te weinig vrouwen, maar veel vaders. De meesten van hen hebben zorgtaken en maken gebruik van het geboorteverlof. Dat is goed. Als mannen zorgtaken naast hun werk hebben, werken ze iets minder uren en daarmee geven ze het goede voorbeeld in het bureau. Ze bieden hun eigen partners de mogelijkheid om meer te werken en zo de taken gelijkwaardig te verdelen. Hun kinderen krijgen het goede voorbeeld en bovenal: de vaders geven aan dat een grotere rol in de opvoeding ze veel plezier geeft. Een goede balans tussen werk en privé is goed voor iedereen.
Met de vele mannen in onze branche ligt hier een enorme kans! Als zij zich de komende jaren inzetten voor diversiteit, kunnen we de cultuur misschien een zetje in de goede richting geven. Mijn zes bouwkundestudentes, maar ook hun mannelijke collega en alle andere talenten van hun generatie kunnen we op die manier een aantrekkelijke en professionele werkomgeving bieden, waar je je met plezier een leven lang kunt ontwikkelen!