Sinds wanneer ben je architect en hoe lang is het bureau actief?
We bestaan al ruim veertig jaar, sinds 1976. In die tijd heeft atelier PRO zich ontwikkeld tot een bureau dat met sterke maatschappelijke betrokkenheid werkt aan een breed scala aan opdrachten: scholen, zorginstellingen en woningbouw, maar ook culturele en publieke gebouwen zoals theaters, bibliotheken, musea. Maatschappelijk vastgoed, zogezegd. Dat doen we op alle schaalniveaus, van architectuur tot interieur én stedenbouw. We werken dus met een breed team, we zijn met ongeveer 45 collega’s. Een internationaal team ook, met diverse achtergronden, leeftijden, een 50-50 man-vrouw verhouding - en dat zie ook terug in de leiding van het bureau.
Dorte is al aan het roer vanaf 2003, maar Mira, Paul en Karho zijn in 2018, dus relatief kort geleden, partner geworden. Dat was een bewuste stap, de keuze om het managementteam te verjongen én verbreden: een aanvulling van de ervaring die er al was, om zo de ambities van het atelier scherper tegen het licht te kunnen houden en verder te brengen naar de toekomst. Want net zoals de maatschappij continu verandert, moet ook een architectenbureau meebewegen met de tijd.
Waar ligt jullie ambitie? Hoe ziet het bureau er over vijf jaar uit?
Heel kort door de bocht is onze ambitie: goede architectuur maken, gezonde architectuur maken voor mens, natuur en onze wereld. Wat dat voor ons betekent is het vertalen van wat er om ons heen gebeurt naar ontwerpen waarin de beleving belangrijk is; gebouwen die menselijk zijn, niet ontworpen vanuit dogmatische principes over stijl of vorm, waar je daadwerkelijk wil zijn, wil werken of wonen. Dat dat belangrijk is merken we zelf ook, iedere dag; ons kantoor ligt in een duintuin in de Archipelbuurt van Den Haag. Door die bijzondere werkplek, midden in en onder het groen, beseffen we hoe belangrijk de kwaliteit van de omgeving is. Maar ook hoe belangrijk het is om te ontwerpen vanuit de context, de ziel van de plek. En hoe belangrijk het is om de mogelijkheden van de plek te benutten. Daarin zoeken we graag de grenzen op. Transformatie vinden wij om die reden ook heel leuk: een school in een voormalige gevangenis, een woonzorgcomplex in een voormalige plaatwerkerij….
Tegelijkertijd wil en kan je als bureau niet stil blijven staan - niet in je ontwerppraktijk en niet in je organisatie. Met zijn vieren willen we voortbouwen op de veertig jaar ervaring die er ligt, met het vizier op de toekomst. Altijd met fris elan kijken naar onze opdrachten, onze vormgeving, het bureau dat we zijn en dat we willen zijn.
Waarmee onderscheiden jullie je van andere architectenbureaus?
Dat is een vraag waar we op dit moment veel over praten. Want goede architectuur maken….dat is natuurlijk niet echt onderscheidend. Typisch PRO is wel onze maatschappelijk betrokkenheid. Het is iets wat je terugziet in de opdrachten waar we aan werken, maar ook in hoe we als bureau ‘zijn’ - open georganiseerd, sociaal betrokken én bereid om achter onze keuzes te staan. We zijn een Nederlands bureau maar hebben ook veel opdrachten in het buitenland, waaronder - vóór de oorlog in Oekraïne - een flink aantal in Rusland. Die hebben we na de Russische invasie weloverwogen stopgezet. En ook voor initiatieven vanuit onze collega’s, die bijvoorbeeld een publieke inzamelingsactie voor Oekraïne wilden opzetten, daar is ruimte voor. Dan zit je maanden tussen de dozen, maar dat zijn dingen die je gewoon dóet, in onze optiek.
We houden ons ook veel bezig met de vraagstukken die momenteel spelen binnen de ontwerppraktijk - de energietransitie, de schaarste aan bouwmaterialen. Dat zijn uitdagingen die natuurlijk voor alle architectenbureaus gelden, maar iedereen pakt dat verschillend op. Voor ons is de centrale vraag altijd: hoe kunnen wij, vanuit onze maatschappelijk engagement, iets bijdragen? Hoe kunnen we deze complexe vraagstukken meenemen en tegelijkertijd ontwerpen vanuit de gebruiker, diens beleving, vanuit de kwaliteit van de omgeving? Hoe maken we een ‘goede’ plek? Hoe maken we een gezonde plek?
‘Een netwerk is belangrijk, niet alleen omdat we dan collectief kunnen optrekken bij het adresseren van maatschappelijke vraagstukken, maar ook om de positie van de architect te waarborgen.’
Wat is voor jou de meerwaarde van architectuur / architecten in het bouwproces?
Architecten denken buiten de lijntjes. Dat wordt niet altijd gevraagd, maar het kan voor opdrachtgevers ook een eye-opener zijn. Opgaves worden daarbij ook steeds complexer, maar architectuur heeft als vak geen grenzen: de andere betrokken partijen vullen hun vakje in, maar de architect schept de parameters waarin dit alles mogelijk is, brengt alles bij elkaar. We denken, in tegenstelling tot de meer technische disciplines, esthetisch na over functionaliteit. We geven het gebouw karakter.
Maar vooral zijn we binnen het hele ontwerpproces de enigen die bevragen of iets wel de beste vraag, de beste oplossing, het beste antwoord is. Wonen, werken, leven, dat alles verandert continu - dus de gebouwde omgeving kan niet anders dan mee ontwikkelen. We merken dat ook door de toename in eisen en regels en betrokken partijen.
Waarom zijn jullie BNA-lid geworden, wat verwachten jullie van het lidmaatschap?
We zijn al eerder BNA lid geweest, tot ruim tien jaar geleden. Destijds leefde bij ons echter het gevoel dat er te weinig werd gedaan voor de branche. We vonden de zichtbaarheid en de toegevoegde waarde van de BNA niet zo groot en de kosten van het lidmaatschap voor een bureau met veel werknemers erg hoog. Sinds een aantal jaar neemt de BNA echter een veel prominentere, actievere positie in, en de organisatie denkt ook veel bewuster na over de rol die architecten spelen in de bouw en in de maatschappij.
De cursussen die de BNA Academie aanbiedt sluiten daar goed bij aan, bij de vraag wat het betekent om architect te zijn anno 2022; niet zozeer over architectuur als een hogere roeping, maar over het vak met beide benen op de grond. In 2018 hebben Karho en Mira de BNA cursus ’Partner Worden’ gevolgd en dat was heel waardevol, echt breed informatief en inspirerend.
Wat we daarbij ook gemerkt hebben, is dat het belangrijk is om vakgenoten te ontmoeten, om kennis uit te wisselen. Een netwerk is belangrijk, niet alleen omdat we dan collectief kunnen optrekken bij het adresseren van maatschappelijke vraagstukken, maar ook om de positie van de architect te waarborgen. Ook daar ligt een rol voor de BNA, als organisatie die zich sterk maakt voor het vak, die ervoor zorgt dat de rol van de architect niet wordt uitgekleed. En die de kwaliteit van de gebouwde omgeving op de agenda zet, zodat de samenleving weet dat ze méér mag verwachten.