Actueel / Nieuws

Geen PvE als startpunt maar passie en potentie

De Werkspoorfabriek is allesbehalve een ‘besteld’ gebouw, stelt gebiedsontwikkelaar Gabrielle Muris. Zij was namens Overvecht Vastgoed betrokken bij de herontwikkeling van zowel deze vervallen fabriek als de naastgelegen Werkspoorkathedraal – allebei Utrechts erfgoed. In deze gastblog vertelt Muris vanuit welke ambitie zij bij Zecc Architecten uitkwamen, en welke waarden dat bij ingebruikname opleverde.

Geen ‘besteld’ gebouw dus, niet in de laatste plaats omdat het gebouw er al stond: vervallen, overwoekerd door onkruid, vergeten. Een leegstaand casco als een van de laatste resten van het roemruchte industriële verleden van de firma Werkspoor, als het ware wachtend om weer wakker gekust te worden. Passie en potentie waren dan ook het startpunt van de herontwikkeling, geen Programma van Eisen, dat volgde later, en veranderde gaandeweg de rit ook nog wel eens.

Die passie was al eerder aangewakkerd door de aankoop en herontwikkeling van de Werkspoorkathedraal vanaf 2014, in die zin was de Werkspoorfabriek een logische vervolgstap. De potentie die we zagen hangt samen met de sterke opkomst van de creatieve economie in Utrecht en de brede herwaardering voor maken en ambacht. In een groeiende stad als Utrecht staat de toegang tot betaalbare werkruimte voor MKB onder druk. We spraken talloze ondernemers op zoek naar inspirerende en betaalbare werkruimte, naar ruimte voor ondernemen, ruimte voor ontmoeting, samenwerking en experiment.

Die gevoelde potentie was het vertrekpunt voor de samenwerking met Zecc Architecten. Als huurder van de Werkspoorkathedraal hadden zij er al blijk van gegeven te snappen wat pionieren in de rafelrand van de stad betekent. Daarnaast hadden ze natuurlijk ook al een indrukwekkend portfolio van herbestemmingsprojecten op hun naam staan. Toen we bij hen aanklopten was het duidelijk dat er een gebouw moest komen waarin een combinatie van ambachten, maakbedrijven en creatieve industrie een plek moest krijgen. Deze vraag was de start van een verdere verkenning en een actief proces van interactie met ondernemers en, in de loop der tijd, toekomstige huurders.

De eerste potentiële huurder die zich meldde was Brouwerij De Leckere. Hun ruimtevraag was tamelijk bepalend voor de uiteindelijke hoofdindeling van het gebouw: een benedenverdieping met industriële units en een bovenetage met ruimte voor studio’s. Het Programma van Eisen van de bovenetage kreeg samen met de ondernemers van De Stadstuin vorm. Dit jonge bedrijf, verankerd in de community van Utrechtse start-ups en creatieve ondernemers, was op zoek naar een permanente plek voor hun huurders, die tot dan toe tijdelijk gehuisvest waren in leegstaande kantoorgebouwen. Zij brachten ons in contact met één van hun huurders, Sustainerhomes. Het leek ons fantastisch om met deze gedreven jonge honden de werkunits voor de bovenetage te realiseren. Hun duurzame ambities sloten ook perfect aan bij ons samenwerkingsverband met andere ondernemers in het gebied en Utrechtse kennisinstellingen, waarmee we ons inzetten voor een toekomstbestendig bedrijventerrein onder de premisse ‘creatief en circulair Werkspoorkwartier’. Via De Stadstuin kwamen we ook in contact met Wunderhund, jonge ontwerpers die tekenden voor het interieur van de hoofdentree en van de ruimtes van De Stadstuin. De samenwerking met deze partijen was ook best een avontuur en onderweg zijn we de nodige uitdagingen en clashes tussen “starters” en “gevestigde orde” tegen gekomen.

Zonder wrijving geen glans, en zeker geen innovatie. Het was de reis meer dan waard. Als hoofdarchitect heeft Zecc genereus samengewerkt met alle betrokkenen, flexibel ingespeeld op steeds weer nieuwe eisen van verschillende spelers en al die verschillende “bestellingen” vertaald in een samenhangend geheel. Er staat nu een gebouw dat geworteld is in de omgeving, waar de energie voelbaar is, dat bewoond wordt door trotse ondernemers. Een gebouw dat ook een bestemming is en dat open is voor bezoekers en omwonenden. Zij kunnen er terecht voor een kop koffie, een event of een bezoek aan het Museum van Zuilen, dat met tastbare objecten uit het verleden het Werkspoor-DNA doorgeeft aan nieuwe generaties. Zo wordt in de Werkspoorfabriek economische impact verbonden met sociale, culturele en maatschappelijke betekenis.