De verantwoordelijkheid van architecten, niet alleen naar opdrachtgevers maar ook naar de samenleving, is een onderwerp dat onze aandacht vraagt. Er zijn op Europees niveau veranderingen in wetgeving te verwachten. Omdat we als architecten onderdeel zijn van een keten, krijgen niet alleen de grote firma’s maar ook het MKB hiermee te maken. De roep om sectorconvenanten voor de bouw wordt dan ook steeds harder.
Op de zesde verdieping van het Beste Gebouw van Nederland 2021, het Van der Valk Hotel op de Amsterdamse Zuidas, druppelt een gezelschap binnen van architecten, advocaten en (oud-)leden van het College van Toezicht en Raad van Beroep van de BNA. BNA-directeur Fred Schoorl heet allen van harte welkom bij het mini-symposium Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen in de architectenbranche. Hij benadrukt dat juist dit onderwerp passend is bij het afscheid van ‘iemand met zo’n maatschappelijke drive’ als scheidend voorzitter Leo Spigt, die 18 jaar lang toezicht hield op naleving van de BNA Gedragscode. Schoorl start het symposium met een poll. ‘Steek uw vinger op: wie vindt dat de BNA het voortouw moet nemen bij het verder aanscherpen vaan maatschappelijk ondernemen in onze branche?’ Alle vingers gaan de lucht in, op een weifelaar na, die stelt dat de architect al zo váák het voortouw moet nemen.
De eerste spreker is Prof. Jaap Winter (Phyleon Leadership & Governance, RvC Schiphol, RvT Erasmus Universiteit, Van Gogh Museum), die zich eerst richt tot Leo Spigt, die hij kent uit de advocatuur. Aan de hand van persoonlijke herinneringen schetst hij Spigt als iemand die ‘voor de duvel niet bang’ is en ‘grenzen weet te verkennen, bewaken en verleggen’. En dat laatste – het verleggen van grenzen – staat hier vandaag centraal. Hoe stel je grenzen aan amoreel gedrag van ondernemers? Winter zet uiteen hoe grote corporates handelen sinds het Rijnlandse model in de praktijk ruimte heeft gemaakt voor een meer Angelsakisch-gericht model, met als gevolg dat ‘winst maken voor aandeelhouders’ hun belangrijkste, danwel enige taak werd. We hebben weliswaar structuurregelingen, die het bedrijven verplicht stelt een raad van commissarissen in te stellen, en ondernemingsraden die het belang van werknemers in de gaten houden. Maar andere belanghebbenden in de samenleving, lijken er niet toe te doen. Thema’s als klimaatverandering, ongelijkheid en schending van mensenrechten blijven liggen. ‘Zolang de maatschappij hier geen grenzen aan stelt,’ zegt Winter, ‘zullen bedrijven blijven handelen ten behoeve van hun aandeelhouders. Ingrijpende maatregelen zijn nodig op alle niveaus. Bestuurders en commissarissen zijn aan zet om de problemen op ondernemende wijze te helpen oplossen, in plaats van ze te vergroten. Zij moeten aansprakelijk worden gehouden voor het al dan niet ethisch handelen van grote corporates.’ Over wat dit betekent voor architecten is Winter helder: ‘Duurzaamheid en inclusiviteit zijn thema’s die onlosmakelijk verbonden zijn met de gebouwde omgeving, waar we wonen, werken, naar school gaan en samenleven. Als het dáár niet zit, komt de samenleving te kort.’
‘Stof tot nadenken,’ besluit Fred Schoorl, die de volgende spreker aankondigt.
Rob Moritz is architect en oprichter van 19 Het Atelier, een architectenbureau in Zwolle met 28 medewerkers. Tegenover het betoog van Winter stelt hij een verhaal ‘van een architect die met zijn poten in de modder staat’.
Zelf begint hij een kennismaking met een nieuwe opdrachtgever altijd met de waardecirkel, die hij voor zijn bedrijf op papier gezet heeft. Dit is een schema, dat aantoont welke waardes voor 19 Het Atelier van belang zijn.
‘Als een opdrachtgever hier niets mee heeft, kan de samenwerking daarop stuklopen.’
Aan de hand van voorbeeldprojecten toont hij de onconventionele keuzes die zijn bureau soms maakt ten behoeve van de kwaliteit van de architectuur, maar ook van mens, dier en milieu. Hij laat onder meer het groene dak zien dat zijn bureau ontwierp voor KPN, dat aantoont hoe commercie en maatschappelijk bewustzijn samen kunnen gaan. En het circulaire gebouw dat 19 Het Atelier ontwierp voor aannemersbedrijf Salverda. Dit werd niet alleen een uithangbordje voor het bedrijf, maar voor circulair bouwen in het algemeen. ‘Regels over circulair en natuurinclusief bouwen zouden in het bouwbesluit moeten worden opgenomen,’ stelt Moritz.
Ook in zijn bedrijfsvoering toont Moritz zich maatschappelijk bewust. De verhouding man/vrouw in het team van 19 Het Atelier is 50/50 en ook qua leeftijd en achtergrond is het divers. Ook voor een vluchteling en iemand met een psychische stoornis is een plek gecreëerd.
‘Verdien je nog wat?’ vraagt Leo Spigt na afloop aan Moritz. ‘Als je zoveel pijlen op je boog hebt, dan zitten daar vast wel financiële consequenties aan.’ Volgens Moritz valt dit mee en wordt dit gecompenseerd door de voldoening die zijn medewerkers uit het werk halen.
In de pauze is er tijd voor een drankje en het uitwisselen van gedachten over alles wat aan de orde gekomen is in het eerste deel. ‘Het perspectief dat je als ondernemer in de corporate wereld andere belangen behartigt dan je aandeelhouders, vond ik heel interessant,’ zegt Micha de Haas. ‘Voor mij als architect is het zo logisch om dingen te doen waar ik in geloof. Dat kwesties rondom mensenrechten, dierenleed en klimaatverandering in de corporate wereld morele dilemma’s opleveren, is een eye opener.’ Fred Schoorl beaamt dat: ‘Er ligt een enorme taak om opdrachtgevers zover te krijgen dat ze maatschappelijk bewust gaan ondernemen.’
Na de pauze spreekt Marhijn Visser. Visser is projectleider Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen bij werkgeversorganisaties VNO-NCW en MKB-Nederland. Hij neemt ons mee de geschiedenis in, van het kinderwetje van Van Houten tot een begrip als People Planet Profit. Vervolgens geeft hij uitleg over de zes stappen van de OESO-richtlijnen en de 17 Sustainable Development Goals, waaruit een nieuwe ontwikkeling is voortgekomen: De Directive on Corporate Sustainability Due Diligance. Dit voorstel van de Europese Commissie vereist dat bedrijven negatieve milieu- en mensenrechteneffecten in hun eigen organisatie – en in hun hele toeleveringsketen – identificeren en ernaar handelen. Hoewel deze wet zich in eerste plaats richt op grote bedrijven, krijgen ook architecten in het MKB hiermee te maken, als onderdeel van de keten. Wat staat hen te doen? Visser somt op: maak je IMVO-inspanningen inzichtelijk, wees inclusief in wie je aanneemt, concurreer niet alleen op prijs en pak thema’s als toegankelijkheid op.
Het laatste onderdeel is een paneldiscussie waarin het tuchtrecht en de gedragscode bij het toezien op maatschappelijk verantwoord gedrag in de sector centraal staan. Naast Jaap Winter, Marhijn Visser en Rob Moritz nemen ook Kees Streefkerk (voorzitter Raad van Beroep) en Esther Hoogstraate (de nieuwe voorzitter College van Toezicht) deel. Fred Schoorl wil weten: ‘Slaan we als branche de goede weg in, door ons zo actief op te stellen? En zo ja, hoe gaan we verder?’
Tijdens dit onderdeel komen ook de toehoorders los. Alle aanwezigen vinden dat de architectuurbranche zich actief moet blijven opstellen en dat de BNA het voortouw moet blijven nemen. Er wordt gesproken over een cultuurverandering: hoe kunnen wij als architecten onze bezieling overdragen naar de corporate wereld? Het zou ook heel goed zijn als we samen komen tot een sectorconvenant voor maatschappelijk verantwoord ondernemen in de bouw.
Esther Hoogstraate merkt op dat de gedragscode een opening biedt, maar dat het nog lastig is architecten aan iets te houden dat vrij vaag is. Want wat betekenen woorden als ‘respectvol’ en ‘zorgvuldig’? Dat we toe moeten naar concrete regels, lijkt evident. En dan zijn we terug bij waar Jaap Winter de middag is begonnen: waar liggen de grenzen? Winter: ‘Alle aanbestedingsprocedures eindigen bij het afvoerputje van de laagste prijs. Als je zou gaan werken met afgedwongen criteria, neem je maatregelen aan de voorkant. Dan betrek je als BNA de hele keten, to connect and to collaborate.’
De middag eindigde met een korte toespraak van Kees Streefkerk aan Leo Spigt, waarin hij hem bedankte voor zijn tomeloze inzet als voorzitter van het College van Toezicht. Het laatste woord was aan Leo Spigt zelf. Hij blikte terug op zijn periode als voorzitter, die hij ‘interessant en boeiend’ noemde, en geeft nu het stokje ‘vol vertrouwen’ door aan zijn opvolger: Esther van Hoogstraate.
Over het College van Toezicht
Het College van Toezicht oordeelt over de wijze waarop de leden van de BNA hun beroep uitoefenen en de gedragscode in acht nemen. In het college zitten architect-leden van de BNA. De voorzitter en secretaris zijn onafhankelijke juristen. Het College van Toezicht neemt klachten in eerste aanleg in behandeling. De tuchtrechtspraak in hoger beroep vindt plaats door de Raad van Beroep.
Leo Spigt
Leo Spigt was van 2003 tot 2022 voorzitter van het College van Toezicht van de BNA. Daarnaast was hij actief in de rechtshulpverlening en is bestuurlijk betrokken op veel maatschappelijke terreinen. Hij was oprichter van diverse advocatenkantoren en is oud-deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.
Esther Hoogstraate
Sinds 2012 is Esther Hoogstraate secretaris van het College van Toezicht van de BNA. In 2022 is ze door de ledenraad benoemd als nieuwe voorzitter van het College. Ze heeft meer dan twintig jaar ervaring als advocaat en is gecertificeerd mediator. Als secretaris van het College, heeft ze het tuchtrecht van de BNA van binnenuit leren kennen.