Ontwerpend onderzoek wordt steeds vaker ingezet bij complexe ruimtelijke vraagstukken. Ontwerpers, experts, lokale overheden en gebiedsactoren komen bij elkaar in ontwerpateliers om de vraagstelling aan te scherpen en een gezamenlijke visie te creëren. De programmamanager van BNA Onderzoek Jutta Hinterleitner ziet de meerwaarde van deze praktijk en besloot zich er verder in de verdiepen tijdens haar opleiding Master City Developer aan de Erasmus Universiteit en TU Delft. In haar afstudeerscriptie onderzocht zij welke factoren een ontwerpend onderzoek succesvol maken.
In het voorwoord van je scriptie schrijf je over ontwerpend onderzoek: “Als we nou eens goed wisten hoe je zo veel mogelijk uit een ontwerpatelier kunt halen, zou deze mooie werkvorm meer impact krijgen.” Tussen de regels door lees ik hierin dat je eigenlijk vindt dat er op dit moment niet alles uit gehaald wordt wat er in zit. Waarom is ontwerpend onderzoek zo belangrijk?
Ontwerpend onderzoek is mijn dagelijkse praktijk. Bij BNA Onderzoek zitten we tegenwoordig heel erg op dat ontwerpende onderzoek, omdat je daarmee de grootste impact hebt op de leefomgeving. De wereld van nu is complex, je lost problemen niet op met een elitair clubje mensen. Tijdens de wederopbouwperiode vertelden de wijze mensen nog wat er gebouwd moest worden en dan werd dat ook gebouwd. Ik heb grote bewondering voor de modernistische verticale plannen van vroeger, maar dat past niet meer in deze netwerkmaatschappij. De overheid heeft een stap terug gedaan en zegt eigenlijk: “Kijk maar hoe je er met elkaar uitkomt.” Je ziet nu dat er vanuit de maatschappij vanzelf horizontale netwerken ontstaan die de grote opgaven oppakken. Ontwerpateliers zijn daar een heel geschikte werkvorm voor.
‘“Ik ging ervan uit dat ontwerpend onderzoek leidt tot betere visies, maar dat moet je natuurlijk wel eerst onderzoeken.”’
Het onderzoek richt zich op zes sturingsprincipes die de doorwerking en verankering van de resultaten van ontwerpateliers in gebiedsontwikkeling kunnen verbeteren. Had het onderzoek, naast dit inhoudelijk doel, ook een praktisch doel? Wat hoopte je te bereiken toen je aan dit onderzoek begon?
Ontwerpend onderzoek speelt zich af aan de voorkant van vraagstukken, daar waar ze gedefinieerd worden en waar de strategieën worden ontwikkeld. Daar kun je de denkkracht van ontwerpers heel goed bij gebruiken. De BNA wil ontwerpers daarom activeren om een plek te veroveren aan de voorkant van het proces.
Daarnaast wil ik aan opdrachtgevers laten zien wat ontwerpers allemaal kunnen. Ontwerpers worden nog te vaak alleen gezien als plaatjesmakers, terwijl een goede ontwerper in staat is om enorme complexiteiten te vertalen in concrete stappen. Deze vaardigheid wordt ook wel design thinking genoemd, waarin je al ontwerpend tot oplossingen komt. Deze manier van denken moet ook worden ingezet in het planproces en in de beleidsvorming. Het zou mooi zijn als mijn onderzoek meer bewustzijn creëert over deze mogelijkheden.
Het onderzoek bestaat uit een literatuurstudie en de analyse van drie testcases: Atelier IJmeer, Atelier Zuidvleugel / Stedenbaan en Atelier Kustkwaliteit / De stad aan zee. Voor elk project heb je vijf sleutelfiguren geïnterviewd. Wat waren de meest opvallende resultaten?
De belangrijkste conclusie is dat ontwerpend onderzoek een bruikbaar strategisch instrument is, omdat het helpt alle betrokkenen te activeren en om vraagstukken te ordenen. In de praktijk blijkt het niet zo makkelijk de resultaten van een ontwerpatelier één op één door te zetten in concrete resultaten. Sommige aspecten van een ontwerpend onderzoek kunnen relatief snel opgepakt worden, zoals de hogere treinfrequentie in Zuid Holland, een uitvloeisel van het Stedenbaan-atelier. Andere dingen blijven langer op de plank liggen, zoals het idee voor een brug tussen Almere en IJburg. Als er maar genoeg mensen in Almere komen wonen, komt dat idee op een dag weer uit de la. Je weet van tevoren niet wanneer de resultaten van het ontwerpend onderzoek landen, of waar. Leringen die je trekt uit een ontwerpatelier kunnen voor een andere plek misschien ook heel erg waardevol zijn.
Verder blijkt dat het succes van een ontwerpatelier voor een groot deel aan de mensen ligt. Je hebt een kundige ateliermeester nodig en iemand die de rol van ambassadeur op zich neemt, de rol van verbinder tussen ontwerp en beleid. Als niemand ervoor zorgt dat de resultaten van een ontwerpatelier in beleidsdocumenten landen, kan een visie in een la belanden. Wanneer keyewords uit de visie eenmaal zijn opgeschreven in het ruimtelijke ordeningsbeleid, heb je tijdens vervolgprojecten altijd iets om naar te verwijzen. Het ambassadeurschap is daarom heel erg belangrijk.
Je schrijft in je onderzoek: “Ontwerpateliers zijn mensenwerk en zijn afhankelijk van kennis, ervaring, vaardigheden, overzicht, gevoel voor politieke verhoudingen en inzicht in de economische en strategische belangen.” Kortom; ontwerpend onderzoek vraagt veel van de betrokken mensen. Wat is de ideale rol van de ontwerper in dit geheel?
Ontwerpers zitten in verschillende rollen en coalities in zo’n proces. Het is niet zo dat elke ontwerper al deze kwaliteiten in zich zou moeten hebben. Verschillende ontwerpers hebben verschillende expertises. De een is de perfecte ateliermeester die mensen kan enthousiasmeren. Een ander is er goed in om alle verschillende ideeën bij elkaar te harken tot een samenhangende visie. Weer een ander begrijpt de politieke processen juist heel goed en kan een brug slaan naar het beleid. Iedereen kan op zijn eigen manier iets toevoegen. Het was voor mij echt een eyeopener om te zien dat er in alle lagen van zo’n project ontwerpers zitten. Het zijn mensen die design thinking als basis hebben, maar in verschillende rollen in zo’n proces zijn beland. Voor ontwerpers die echt invloed willen hebben op de ruimtelijke ordening en stadsontwikkeling is er heel duidelijk een plek binnen het ontwerpend onderzoek.
In het slotwoord van je scriptie schrijf je dat je verwacht dat het belang van ontwerpend onderzoek met de komst van de nieuwe Omgevingswet groter zal worden. Welke praktische aanbevelingen rollen er uit jouw onderzoek?
Het is belangrijk dat je het verhaal blijft vertellen, ook lang nadat het atelier is afgerond. Er zou meer aan nazorg gedaan moeten worden. De BNA organiseert in dat kader binnenkort een reünie voor De stad van de toekomst. Mensen kunnen met elkaar delen hoe ze het project verder gebracht hebben, zodat ze van elkaar kunnen blijven leren. Eigenlijk zou er een kennisplatform voor ontwerpend onderzoek moeten komen met een jaarlijkse conferentie, zodat we niet steeds op nieuw het wiel moeten uitvinden.
Verder zou ik graag willen aanbevelen om ook marktpartijen als projectontwikkelaars bij het ontwerpend onderzoek te betrekken. Dat geldt wat minder voor grootschalige regionale visievorming, maar op gebiedsniveau zijn zij een belangrijke stakeholder bij de uitvoering. Om de visie ook tijdens de bouw overeind te houden is het belangrijk om ontwikkelaars mee te krijgen. De belangrijkste aanbeveling is aan alle professionals om zich proactiever op te stellen als het om ontwerpend onderzoek gaat. Ga niet op het telefoontje van een opdrachtgever zitten wachten, maar denk actief na over jouw positie in een bepaald vraagstuk en zorg dat je jezelf daarmee profileert. Daar hoort die visieontwikkeling echt bij.