Gert Kwekkeboom van Civic Architects is met overtuiging en plezier ledenraadslid. Lees hier waarom hij deze rol van harte aanbeveelt. En meld je vervolgens aan, in maart 2022 vindt de ledenraadverkiezing plaats.
We hebben er in de eerste opstartjaren even tegenop gezien als jong bureau, maar zijn na een tijdje tóch lid geworden van de BNA. We zijn er erg blij mee en benutten ons lidmaatschap goed, onder meer voor juridisch advies, internationalisering, marktontwikkelingen en het zien van tendenzen binnen ons vak. Ook nog eens lid worden van de ledenraad leek in eerste instantie vooral een goede daad voor de beroepsgroep. Maar juist dóór ledenraadslid te zijn halen we ook meer uit ons BNA-lidmaatschap. We weten beter wat er allemaal binnen de organisatie gedaan en gemaakt wordt, we hebben directer contact met de mensen uit de organisatie, en kunnen hier dus ook meer mee voor het bureau. Maar naast het leuke bijkomstigheidje van het verhogen van het rendement van ons BNA-lidmaatschap, is het lidmaatschap van de ledenraad ook écht zinvolle tijdsbesteding gebleken.
Actieve participatie in een vereniging is ten eerste op principieel niveau zinvol. Pragmatisch gezien omdat het in onze sector noodzakelijk is om je gezamenlijk te organiseren. Eén architect die met zijn vuist op tafel slaat bereikt meestal weinig, als hij/zij/hen al niet uitgelachen wordt. Architecten hebben met hun gezamenlijke jaarlijkse omzet van ruim 1 miljard euro maar een erg klein aandeel in de gehele bouwketen, dus samen sta je sterker en krijg je meer voor elkaar in het land.
Een vereniging vorm je niet door alleen passief lid te zijn, en vervolgens te klagen dat er niet hard genoeg gelobbyd wordt.
Collectieve kracht is ook zinvol voor de cultuur in onze sector. Architecten trainen al vanaf hun opleiding vooral hun onderlinge competitieve vaardigheden. Combineer dit met de goed vertegenwoordigde eigenwijsheid, persoonlijke trots en soms ook onderlinge afgunst en je ziet een sector die het gevaar loopt zelfdestructieve trekken te krijgen door onderlinge concurrentie. Onszelf verenigen helpt ons te beseffen dat we soms concurrenten, en soms vakbroeders zijn, en dat architecten uiteindelijk allemáál beter worden van samenwerking. En een vereniging vorm je niet door alleen passief lid te zijn, en vervolgens te klagen dat er niet hard genoeg gelobbyd wordt. Een vereniging moet je cultiveren en levend houden met elkaar. Hoewel bescheiden in schaal, is de ledenraad voor ons een plek gebleken met de juist energie om deze houding zelf te vormen, en hopelijk bij te dragen aan een gezonde architectencultuur.
De diversiteit aan opinies heeft als gevolg dat alle onderwerpen van
verschillende kanten belicht worden en serieus gewogen kunnen worden.
En het blijkt in de praktijk ook nog eens een heel geschikte plek om je te blijven verdiepen in de verschillende dimensies van het eigen vak, vanwege de diversiteit aan ledenraadsleden en bijbehorende bureauprofielen. Dit gezelschap is veelkleuriger dan de andere architectengezelschappen die ik ken van de lezingenreeksen, de award-feestjes en andere plekken voor architectendingen. En stuk voor stuk zijn deze diverse leden natuurlijk eigengereide architecten die niet te beroerd zijn om elkaar te nuanceren. De ledenraadvergaderingen resulteren daarmee niet opeens in een radicaal andere koers voor de BNA, maar dat is ook niet de bedoeling. Deze diversiteit aan opinies heeft wel als gevolg dat alle onderwerpen van verschillende kanten belicht worden en serieus gewogen kunnen worden. Zo ook bij de recente voorzittersbenoeming, waar het ietwat eendimensionale mediarelletje juist het niveau van het gesprek bleek te verhogen in plaats van te verlagen, en er op goede inhoudelijke gronden overlegd en gestemd werd. Jammer dat in de verhitte online discussies hier en daar de indruk werd gewekt dat de ledenraadsleden het allemaal samen in achterkamertjes bekokstoven. Ze moesten eens weten. Het tegendeel is waar. Maar die interne dialoog is op zichzelf al plezierig, leerzaam en blikverruimend genoeg om je eigen houding in het vak aan te blijven scherpen, zowel voor ervaren als voor jonge architecten en bureaus. Best zinnig allemaal, dus. Ik zou het zo weer doen.