We roepen gemeenten op om de samenwerking aan te gaan met ruimtelijk ontwerpers, corporaties, ontwikkelaars, bouwers en beleggers. Voor wie bouw je en waar? Ontwikkel samen visies en ben je bewust van de toekomstige waarde van de plek”, aldus BNA-voorzitter Jolijn Valk in aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen op 16 maart.
Urgente lokale opgaven
Voor wonen, energietransitie, klimaatadaptatie en sociale cohesie zijn ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid een voorwaarde. Valk: “Alleen met sterke kwaliteit gaat de bouwproductie en ruimtelijke ontwikkeling ook écht helpen om die grote opgaven op te lossen. De bredere en vooral slimmere inzet van integrale ontwerpkracht biedt gemeenten kansen. Er is daarvoor wel een trendbreuk nodig. De cruciale rol van de lokale overheid bij zowel omgevingsvisie, bouwprocedures, aanbestedingen en uitvoering van bouwplannen vraagt om een impuls en snellere en betere procedures. Het is goed te zien dat het Rijk daar nu op aan lijkt te sturen. Er staan de komende jaren grote investeringen voor de deur voor woningbouw en de verduurzaming van de leefomgeving. Het vergroten van de kwaliteit van buurten en wijken vindt plaats via de projecten die publieke en private partijen samen realiseren.”
Omgevingskwaliteit voor de lange termijn
De ambitie om ontwerpkracht beter te benutten is gebaat bij een lokale bouwcultuur. Valk: “In onze projecten zouden private en publieke partijen een goede omgevingskwaliteit voor de lange termijn voorop moeten stellen. Een gemeentebestuur met een duidelijke visie op stedelijke en landschappelijke kwaliteit en als goede en vooruitstrevende opdrachtgever zijn daarvoor essentieel. We roepen de nieuwe wethouders en gemeenteraden daarom op hier samen actief werk van te maken”.
Gemeentelijke vraagstukken en architectuurbeleid
BNA-directeur Fred Schoorl: “Lokale vraagstukken als wonen, vergrijzing, veiligheid, diversiteit, werk, inkomen en burgerparticipatie vragen een brede, duurzame, ruimtelijke invulling. Bewust gemeentelijk architectuurbeleid, zoals in Rotterdam, draagt bij aan de continue dialoog over de ruimtelijke ontwikkeling en goede randvoorwaarden. Ruimtelijk ontwerpers kunnen vanuit hun integrale blik via onder meer ontwerpend onderzoek samen zorgen voor een concrete ruimtelijke vertaling daarvan.”
De BNA roept gemeenten daarom op om:
- Kwaliteit en duurzaamheid van de leefomgeving tot prioriteit te maken: Hiermee kunnen gemeenten het karakter en de identiteit van de bestaande gebouwde omgeving aanvullen met een ruimtelijke, duurzame vertaling van actuele lokale opgaven.
- Ontwerpkracht vroeg in het planproces te betrekken: Door ruimtelijk ontwerpers tijdig te betrekken bij ontwerpend onderzoek, experiment en innovatie rond wonen, de energietransitie en klimaatadaptatie kunnen samen nieuwe concepten, typologieën en denkwijzen worden ontwikkeld.
- Te selecteren op een integrale aanpak en procedures te versnellen: Door hun belangrijke voorwaarden scheppende, selecterende en opdrachtgevende rol actief te spelen kan de publieke ruimte en de woon- en werkomgeving een flinke kwaliteitsimpuls krijgen. Dit kunnen gemeenten doen door meer te selecteren op basis van de integrale aanpak van de grote opgaven in samenspraak met de buurt en op basis van maatschappelijke meerwaarde in plaats van alleen geld.
Stadsbouwmeesters aan het woord
“De ideologie moet weer terug in de stadsontwikkeling. Lef is nodig om oplossingen te zoeken voor de vraagstukken van deze tijd: woningbouw, klimaatadaptatie, schone energie en natuurbehoud. Hoe zorgen we voor een samenhangende, toekomstbestendige woon en werkomgeving? Wát voor woningen hebben we waar nodig? Hiervoor zijn samenwerking, dialoog, onderzoek en experiment met publieke en private partijen samen essentieel. Betaalbaarheid is voor gemeenten een ander belangrijk thema dat samen moet gaan met het streven naar een prettige leefomgeving.” | Nathalie de Vries - Stadsbouwmeester Groningen
“Gemeenten kunnen bij hun eigen projecten ruimtelijk ontwerpers beter en eerder betrekken als een integrerende kracht. Ontwerp inclusieve openbare ruimte door samen met bewoners en ondernemers actief ‘koppelkansen’ te benutten: Door bijvoorbeeld energietransitie en klimaatadaptatie hand in hand te laten gaan met de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit en daarmee de leefbaarheid van onze steden en dorpen.” | Tako Postma - Stadsbouwmeester Delft
“De complexe lokale ruimtelijke ontwikkeling, die nader gestalte dient te krijgen in de Omgevingswet, vraagt een nieuwe aanpak en veelal nieuwe competenties van gemeenten. Daarbij zal met name de ambtelijke organisatie zich moeten bedienen van een werkwijze waarmee alle betrokkenen in gezamenlijkheid tot overeenstemming komen bij het formuleren van toekomstgerichte ruimtelijke arrangementen. Dus geen participatie maar oprechte samenwerking; geen strikte controle op de beleidskaders maar creatieve toepassing ervan binnen de stedelijke mogelijkheden. Dat vraagt om andere processen, andere communicatie en veel meer vertrouwen in elkaar. Stedenbouwkundigen, architecten en andere ruimtelijk adviseurs kunnen met hun integrale kijk de basis leggen voor een gezamenlijk ruimtelijk verlangen. De inzet van een stadsbouwmeester of stadsarchitect kan daarbij het verschil maken.” | Willem Hein Schenk - Stadsarchitect Haarlem