Een grote groep van architectenbureaus vindt de kosten van BIM-software, en specifiek van Revit, niet in verhouding staan tot de opbrengst. Een veel gehoorde klacht is ook dat vele bureaus zich niet vrij voelen andere BIM-software te kiezen dan de initiële keuze die het bureau ooit op aandringen van ketenpartners of opdrachtgevers heeft gemaakt. Dit wordt vaak omschreven als ‘vendor lock in’. De BNA deelt graag de kennis van architectenbureaus die uit deze ‘vendor lock in’ hebben weten te ontsnappen en daardoor en economisch betere softwarekeuze voor hun bureau hebben kunnen maken. Lees in onderstaande blog van Fedde Karst Kooij hoe De Zwarte Hond dit heeft aangepakt.
BIM-softwarekeuze: een lange zoektocht
Al in 2007 waren we begonnen te onderzoeken welk 3D-softwarepakket het beste bij onze workflow zou passen. Bij De Zwarte Hond werkten we destijds met Vectorworks en ArkeyASD. Vectorworks voor het ontwerpwerk en ArkeyASD voor de uitwerking vanaf het DO. Het waren geweldig efficiënte pakketten voor de fases waarvoor we ze inzetten. Nieuwe modelleersoftware had dus grote schoenen om te vullen. Revit, ArchiCAD, Vectorworks 3D, ArkeyASD 3D, Allplan: alles beschouwden we zorgvuldig. Gesprekken met leveranciers, in combinatie met basiscursussen en workshops bij verschillende architectenbureaus, gaven ons een goed beeld van de mogelijkheden. ArchiCAD, van leverancier KUBUS, had voor ons als ontwerpers de beste papieren. Het pakket kent een lange geschiedenis als ontwerp- en tekentool in onze branche, het is eenvoudiger aan te leren dan de andere 3D-pakketten en grafisch is het buitengewoon geschikt als ontwerptool.
Maar de 3D/BIM-markt werd destijds aangestuurd door grote aannemers/ontwikkelaars en ingenieursbureaus die op het Revit/Autodesk-spoor zaten. Opdrachten werden zelfs geweigerd als er niet in Revit werd gewerkt. En wij willen wel graag in alle fases van het werk betrokken blijven, omdat we ervan overtuigd zijn dat we ook in de uitwerking van grote betekenis voor een opgave zijn. En dus haalden we ook Revit in huis. Daarbij sloot Revit ook goed aan bij onze wensen voor de fases na het DO. Het programma is nauwkeurig en efficiënt als het gaat om 3D-detailleren, het genereren van kozijnstaten, etc.
Tweesporenbeleid met software is succesvol
Toch wil je kunnen werken met de middelen die het beste resultaat opleveren. Bovendien paste de tweedeling tussen ontwerp en uitwerking helemaal niet bij onze visie op architectuur, bouwkunst en stedenbouw; we wilden juist van die tweedeling af. Of je nu constructeur, architect of aannemer bent, je wilt kunnen werken met de software waar je je het prettigst bij voelt en waarmee je het effectiefst kunt werken. Dit probeerden we bij iedere nieuwe opdracht uit te dragen. En tegelijkertijd zagen we ook de markt veranderen. Open BIM werd de standaard, uitwisseling op basis van IFC werd de norm. De noodzaak om projecten in Revit uit te werken verdween. Gedragen door nagenoeg de gehele branche zag de BIM basis ILS het levenslicht. En ArchiCAD ontwikkelde zich juist op die gebieden waarop Revit zich eerst nog positief onderscheidde.
Zo is de situatie ontstaan waarin we met verschillende pakketten naast elkaar werken. Als andere partijen daar de voorkeur aan geven gebruiken we met plezier Revit, maar feit is dat we inmiddels zeer succesvolle high-end BIM-trajecten hebben lopen met ArchiCAD.
Stapsgewijs overstappen is het efficiëntst
Bovenstaande beschouwend kunnen we stellen dat wij ‘expert’ in overstappen zijn, van 2D naar 3D, van ArchiCAD naar Revit en visa versa. De belangrijkste les is wel deze: vaar je eigen koers en begrijp dat softwareleveranciers geen architectenbureau zijn (met De Twee Snoeken als positieve uitzondering). Basiscursussen zijn relatief inefficiënt en prijzig. Zeker wanneer er na afloop van die cursus door alle cursisten niet direct fulltime met het betreffende pakket gewerkt gaat worden – wat altijd de praktijk is. Wat erg goed werkt is een of twee specialisten in dienst nemen of opleiden. Zij vormen de verbinding met de leverancier en zijn continu aanspreekbaar voor collega’s. Op deze wijze kan de implementatie ook geleidelijk en project gerelateerd worden uitgerold, wat verreweg het efficiëntst is.