Pim, je hebt een achtergrond als architect. Wat heb je meegenomen uit die periode?
“Als architect ben je de spin in het web, de ultieme ketenregisseur” is het geen wat mij verteld werd op de architectuur master op TU Delft die ik in 2010 afrondde. Ik betrad echter een arbeidsmarkt die allesbehalve florissant was. Gelukkig had ik enkele revit-vaardigheden ontwikkeld, wat me een baan opleverde bij een architectenbureau dat samenwerkte met Dura en BAM om hen BIM te leren. Ze vervulden ook de rol van coördinerend architect voor ASR en Vesteda in het Leidsche Rijn-project.
Elk project dat ik aanpakte, resulteerde in genadeloos rood gekalkt tekenwerk. Indelingen werden steeds aangepast totdat verhoudingen en bouwsystemen optimaal waren. Elk duurzaamheidsvoorstel dat ik deed, werd kritisch bevraagd met de vraag: "Wat is de terugverdientijd?" En bij elk project zocht ik naar de optimale verhoudingen. Het waren uitdagende tijden, waarin perfectie vereist was, maar in retrospect was het een waardevolle leerervaring. De herhaalde vragen gaven me inzicht in de behoeften aan de andere kant van de tafel.
En waarom besloot je vervolgens om ontwikkelaar te worden?
Na zeven jaar als architect te hebben gewerkt, besloot ik mijn missie om opdrachtgevers betere vragen te laten stellen op te geven. Ik voelde me niet de spin in het web, laat staan de ketenregisseur. Ik werd ontwikkelaar omdat ik het nut van BIMmen na de bouwaanvraag betwiste. Alle moeilijke beslissingen en cruciale aannames werden immers in het voortraject gemaakt.
Nu, aan de andere kant van de tafel, begreep ik mijn vermoedens beter en kon ik een deel van de werkzaamheden van de ontwikkelaar direct koppelen aan het BIM-model. De terugkerende vragen van mijn beginjaren bleken letterlijk de agenda van de ontwikkelaar te zijn.
Tekenwerk was nooit het uiteindelijke doel, maar eerder een middel om antwoorden te vinden. Dankzij 3D-modellen kan dat nu efficiënter gebeuren. Doelen moeten objectief meetbaar zijn. Het gebruik van 3D-modellen moet gericht zijn op het beantwoorden van vragen die op dat moment relevant zijn. Het is belangrijk om per fase en per partij duidelijk te maken wat de doelen zijn en hoe deze objectief kunnen worden gemeten. Ik ben per ongeluk een expert in dit proces geworden.
Hoe belangrijk is het gebruik van data in een ontwerp volgens jou?
Antwoorden krijgen op iemands doelen is niet moeilijk als je met een ervaren persoon praat. Maar deze doelen objectief meetbaar maken is veel uitdagender. Efficiëntere projecten vereisen dat we sturen op data. Sturen op data is per definitie winst, in welke vorm dan ook. Dit kan gaan over de meest efficiënte verhouding tussen bruto- en netto-oppervlakte, het open-dicht-ratio van de gevel, de juiste balans tussen sociale huurwoningen en koopwoningen, duurzaamheidsdoelen of financiële resultaten, en nog veel meer.
Dankzij mijn ervaring, als hoofd digitaal Ontwikkelen en Produceren, in de afgelopen vijf jaar bij een van de grootste woningontwikkelaars in Nederland, heb ik gezien dat veel bezuinigingen het gevolg waren van problemen waarbij de architect medeverantwoordelijk was, zo niet de hoofdoorzaak. Dankzij 3D-modellen kunnen deze problemen echter worden opgelost voordat ze rampzalig worden.
‘Laten we niet vasthouden aan hoe het was, maar kijken naar hoe we het voor iedereen kunnen verbeteren door de digitalisering te omarmen. Samen in de strijd tegen onwetendheid.’
Hoe kunnen architecten hun digitale werkwijze verbeteren?
Begin met het objectief meetbaar maken van doelen per fase en maak van tekenwerk niet langer de hoogste prioriteit. Betrek je partners bij het besluitvormingsproces door gegevens te visualiseren. Het is zo eenvoudig als het gebruik van kleuren in 3D-modellen om verschillende doelgroepen, groottes of afnemers aan te geven.
Niemand kan de ultieme ketenregisseur zijn, dat is de conclusie die ik de afgelopen jaren heb getrokken. Het bouwproces is te complex geworden, er zijn te veel systemen en producten op de markt om alles te kennen. Je kunt niet in het hoofd van anderen kijken en daarom kun je geen optimaal antwoord geven als hun doelen niet objectief meetbaar zijn. Dit heet transparantie. Als iedereen zijn eigen doelen vertaalt naar informatie-leveringsspecificaties (ILS in de BIM-wereld genoemd), faciliteren we ketenintegratie.
We beschouwen het 3D-model als de bron van waarheid en zorgen ervoor dat iedereen het optimale antwoord op zijn vraagstuk krijgt door middel van constructieve discussies.
En wat bedoelen jullie met MiniBIM?
Als we een internationale BIM-standaard, zoals IFC, als een gestructureerde database beschouwen, kunnen we interessante ontwikkelingen zoals parametrisch ontwerpen, generatief ontwerp, computeranalyse en andere innovaties hieraan koppelen.
Begin met de basis: wat heb ik wanneer nodig? Dit hebben we al gedaan voor gebieds- en vastgoedontwikkelaars. Het minimale wat nodig is om de haalbaarheid van een project inzichtelijk te maken, noemen we mini BIM. Als een architect dit perfect doet, kan het direct worden gekoppeld aan het programmatabel van de stichtingskostenopzet van de ontwikkelaar. Dit is zijn financiële planning, zijn belangrijkste Excel-werkblad.
Dit MiniBIM wordt door verschillende ontwikkelaars gebruikt en wordt binnenkort een nationale standaard, wat in het voordeel zal werken van architecten die met plezier deze modellen maken.
MiniBIM, ILS en andere standaarden, hoe hangt dit allemaal samen?
MiniBIM staat niet op zichzelf. Bijna de hele bouwketen wordt gedigitaliseerd. Aannemers begonnen jaren geleden met basis ILS en ILS O&E voor de DO- en TO-fases. Nu hebben ze materialenstandaarden zoals Naa.k.t. toegevoegd.
Er is een groep binnen het Digitaal Stelsel Gebouwde Omgeving (DSGO) die automatische toetsing van omgevingsplannen en bouwvoorschriften wil standaardiseren en digitaliseren.
Notarissen willen juridische gegevens aan BIM-modellen koppelen. Met de werknaam BIMlegal.
Er is een consortium van grote gebiedsontwikkelaars dat gebiedsontwikkeling en buurtparticipatie wil standaardiseren en digitaliseren. Dit draagt de naam MiniGIM.
Woningcorporaties zijn momenteel actief bezig met het verkennen van samenwerkingsmogelijkheden om de ontwikkeling van de component 'MiniBim' naadloos te integreren binnen de Aedes ILS voor beheer en onderhoud. Op deze manier kunnen ze niet alleen beheer en onderhoud verbeteren, maar ook ontwikkeling, assetmanagement en naleving van nationale regelgeving binnen het bredere kader van BIM efficiënt integreren.
Stichting DigiC is gestart met een standaardcommunicatieformaat discussie te starten voor parametrisch ontwerpen.
De grote gemeentes zijn bezig met hun digitale tweeling.
Hoe verandert deze werkwijze de rol van de architect?
Dit alles raakt aan de rol van de architect. Voor nu hebben we een traditioneel systeem vertaald naar nieuwe technologieën zonder kritisch naar het traditionele systeem te kijken.
De rol van tekenwerk moet vaker ter discussie worden gesteld als kan worden aangetoond dat de modellen foutloos zijn voor die fase. Als een architect in de SO-fase aantoont dat hij de haalbaarheid begrijpt en in de DO-fase aantoont dat hij met medeadviseurs tot een afgestemd integraal ontwerp kan komen, heeft hij ook de kennis om een TO-model op te zetten. De vaardigheden zijn al bewezen in de eerdere fasen.
Een technisch tekenbureau inhuren omdat de architect lastig is, is geen goed verhaal. De architect verdedigt zijn eigen esthetische agenda en draagt een schat aan kennis en passie bij aan het proces.
De digitalisering betekent echter wel dat de architect beter naar zijn medeadviseurs moet luisteren, omdat niet elke optimalisatie een verbetering blijkt te zijn. Bouwfysische adviseurs krijgen bijvoorbeeld een steeds belangrijkere positie door duurzaamheidsdoelen en eisen.
De digitalisering en de betrokkenheid van alle partijen maken het ontwerp democratischer. Ik ben nu als ontwikkelaar architecten gaan helpen met deze informatie, omdat ik wenste dat iemand dat ruim tien jaar geleden voor mij had gedaan. Laten we niet vasthouden aan hoe het was, maar kijken naar hoe we het voor iedereen kunnen verbeteren door de digitalisering te omarmen. Samen in de strijd tegen onwetendheid.
Als we repeterende handelingen weten te semi-automatiseren, houden we meer tijd over voor dat wat het project zo mooi of speciaal maakt.
En tot slot, hoe kunnen architecten meer te weten komen over miniBIM?
Op 30 november geef ik bij KuiperCompagnons op verzoek van een groep architecten een cursus miniBIM, deze workshop zit echter al vol. Bij meer interesse bied ik deze graag nog een keer aan. Heb je interesse? Geef dit dan door aan mij, of aan Marieke Istha van de BNA. Dan plannen we een nieuwe bijeenkomst in.
Samen met de architecten, en dus dan ook de BNA, wil ik werken aan het versterken van de rol van de architect en dat we de werkzaamheden beter meetbaar kunnen maken voor een beter eindproduct en een optimaal proces voor jou en je partners.