Het eiland in het oostelijke havengebied heeft de afgelopen jaren een ware metamorfose ondergaan. De overwegend kleinschalige industrie is stap voor stap getransformeerd naar een aantrekkelijke mengelmoes van wonen, werken, cultuur en water. In opdracht van Amvest tekende LEVS architecten voor het ontwerp van vier projecten waar de industriële historie en stijlvolle nieuwbouw samenkomen.
The Harbour Club, sinds 2012 gevestigd in de oude wijnterminal aan de Cruquiusweg, is het laatste project in de serie met wederom een sterke focus op het behoud van erfgoed. Hier is de meer dan honderd jaar oude terminal gecombineerd met een fraai nieuw woongebouw boven op een nieuw, werkelijk oogstrelend theater. “We zijn uiteraard heel blij met hoe het is geworden”, zegt Surya Steijlen, die vanuit het LEVS-kantoor aan de Entrepothaven perfect zicht had op de bouwwerkzaamheden. “Het sluit ook goed aan bij waar we mee bezig zijn. Stedelijke functies en levensstijlen veranderen in hoog tempo. We vertalen die veranderingen naar gebiedsconcepten en gebouwen waar meerdere functies samenvloeien.”
De terminal met zijn fraaie houten constructie behoudt zijn functie als restaurant. Het dak is voorzien van isolatie en groen, ondersteund door een staalconstructie die aan de bestaande kolommen is gekoppeld.
Door de sloop van de aangrenzende bedrijfshal zijn de bakstenen weer in beeld gekomen en is een voorplein met entree gecreëerd. Aan de achterzijde bevinden zich het terras en de jachthaven, met aansluiting op de openbare promenade. De L-vormige nieuwbouw houdt de terminal als een strak geplaatst Tetris-blokje vanaf het plein tot aan de kade in een ferme greep. “Een ode aan de historie”, aldus Steijlen. “Menigeen zou zeggen: we gaan slopen. Maar we wilden de geschiedenis op dit mooie eiland juist omarmen, letterlijk en figuurlijk.”
Overkraging
Vanuit de stedenbouwkundige context sluit de L-vorm aan bij de woongebouwen die eerder aan de kade zijn gerealiseerd. “Er was geen bestemmingsplan en geen welstandscommissie, maar wel een spelregelkaart. Die gaf aan dat vanaf de weg snedes van zestien meter moesten worden gemaakt. We besloten een overkraging van vijf meter over de oudbouw te maken. Nu hebben we aan weerszijden van het volume kwalitatief hoogwaardige woningen.”
Het exterieur bestaat uit betonnen kaders met een invulling van glas en bronskleurig aluminium, dat refereert aan de oude haven en zijn pakhuizen. “We hebben de aansluiting gezocht met het kopgebouw en de pakhuizen, die overwegend donker van kleur zijn. De aluminium gevelbekleding met puntprofielen kleurt prachtig mee met de stand van de zon.
In het theater over de eerste drie lagen kunnen behalve voorstellingen ook dancefeesten worden gehouden. Dat zijn stevige bassen waar je de bewoners niet urenlang op wilt trakteren. “Met een doos-in-doos-principe en de zelfstandige fundering hebben we de ruimte volledig losgekoppeld van de rest van het gebouw, zodat geluid en trillingen niet doordringen in de appartementen erboven. Via het inpandige truckdock kan het theater ’s avonds worden leeggehaald, zonder dat de bewoners daar last van hebben.”
Van de sloop gered
De meeste inwoners van Amsterdam weten het nog goed: decennialang stonden naast de terminal enkele tientallen, voor het eiland zo kenmerkende stalen wijnsilo’s. Daarvan zijn er drie van de sloop gered en op een houten dek boven op de nieuwbouw geplaatst. “Aanvankelijk was het idee om op de plek van de silo’s een hotel te realiseren. Toen dat niet doorging, keken wij met een frisse blik naar die silo’s en raakten we geïnspireerd. Tijdens een brainstormsessie bedachten we: door ze op het dak te zetten, verheffen we ze letterlijk tot een soort icoon voor het gebied. We zijn in 2016 begonnen met het project. Onderweg zijn we flink wat tegenslagen en uitdagingen tegengekomen. Maar ze staan er nu prachtig. Vanaf de stad voordat je het eiland oprijdt, vallen ze direct op.”
De silo’s gaan in de verkoop als gezinswoning. Het prijskaartje: meer dan een miljoen. Maar dan heb je ook wat. Een eetgedeelte op de begane grond, woongedeelte op de eerste verdieping en twee slaapkamers en een badkamer op de bovenste. De toekomstige bewoners hebben door het panoramaraam een prachtig uitzicht over de haven. De plaatsing van de silo’s met ‘de zwaarste kraan die je in Nederland kan krijgen’ vormde de kroon op het bouwproces dat verder heel voorspoedig verliep. Steijlen wil daarom ook een ode brengen aan alle bouwpartners. “Je kunt het niet zonder de aannemer voor de bouw, het staalbedrijf voor de terminal en de akoestische adviseur voor het theater. Je moet het samen doen, in de juiste digitale omgeving. De integrale software uit BIM en ketenintegratie die we hier hebben toegepast, nemen we als één van de positieve ervaringen naar volgende projecten mee.”
BRISwarenhuis
Senior technisch ontwerper Daan Goedhart begeleidde de uitvoering van de werkzaamheden en maakte daarbij veelvuldig gebruik van BRISwarenhuis. “Een complex project? Dat was het zeker. Er zitten meerdere functies in het gebouw, je hebt te maken met oudbouw en een restaurant dat open moet blijven. Tijdens het proces komen er vragen van de aannemer.
Bij leveringsproblemen moet naar alternatieven worden gezocht. Dan is het belangrijk om snel te kunnen schakelen tussen de ontwerptools, de huidige en eerdere versies van het Bouwbesluit en de geïntegreerde NEN-normen, zoals over het daglicht, de doorvalhoogtes en brandveiligheid van de gevel. Het is goed om alle up-to-date informatie op één plek te kunnen raadplegen.”
LEVS architecten bestaat sinds 1989 en is gevestigd aan de Cruquiusweg in Amsterdam. Dit jaar trad Steijlen samen met Christiaan Schuit toe als de nieuwe partners. Samen met Marianne Loof, Adriaan Mout en Jurriaan van Stigt geven zij leiding aan het bureau met de ambitie om complexe stedelijke opgaves en de uitdagingen van de toekomst te realiseren.