Op 11 juni heeft minister Ollongren een brief gestuurd aan de Tweede Kamer met de definitieve BENG-eisen. De grenswaarden zijn verder gedifferentieerd en aangescherpt ten opzichte van de grenswaarden die eind vorig jaar zijn gecommuniceerd voor de internetconsultatie. De Tweede Kamer heeft vier weken de tijd om eventueel bezwaar te maken tegen de door de minister vastgestelde definitieve eisen.
BENG eisen zijn definitief!
De ingangsdatum van de BENG-eisen wordt hoe dan ook niet eerder dan 1 juli 2020. Dit komt omdat de rekensoftware van verschillende softwareleveranciers ter controle van de BENG-eisen niet eerder dan eind 2019 gereed zal zijn. De minister houdt zich dus aan de door de BNA en andere bouwketenpartners geëiste minimale beschikbaarheidsduur van 6 maanden voordat de grenswaardes van kracht worden.
De BENG-eis wordt afhankelijk van de geometrie van het gebouw: de verhouding tussen verliesoppervlak (Als) en vloeroppervlak (Ag). Hiermee wordt tegemoet gekomen aan de vraag naar differentiatie van de energieprestatie-eis naar gebouwvorm. Concreet komen er twee ‘knikpunten’ voor woningen en woongebouwen. Voor de meeste utiliteitsfuncties komt er één knikpunt.
Daarnaast is er sprake van een duidelijke aanscherping ten opzichte van de voorgenomen eisen. Voor grondgebonden tussenwoningen (Als/Ag
≤ 1,5) wordt de grenswaarde voor BENG-1-eis 55 kWh/m2.jr, in plaats van 70 kWh/m2.jr. Voor woongebouwen wordt de scherpste eis (Als/Ag
≤ 1,83) 65 kWh/m2.jr. Voor lichte constructievormen zoals staal- of houtskeletbouw mogen de BENG-eisen generiek 5kWh/m2.jr hoger uitvallen.