Actueel / Nieuws

Leg afspraken bijtijds en helder vast

Onvoldoende heldere afspraken vooraf tussen architect en opdrachtgever zijn een bron van problemen. Dat zie je terug in maar liefst negen van de tien zaken bij het College van Toezicht en de Raad van Beroep van de BNA, zegt BNA-directeur Fred Schoorl in een recent interview, hier voor de Raad van Arbitrage voor de Bouw (RvA). Een RvA-vonnis laat zien hoe een architect de mist in gaat door een te onzakelijke opstelling.

Vertrouwen op een opdracht

In die RvA-zaak eist een architect een stevige vergoeding voor het feit dat hij een opdracht voor een definitief ontwerp (DO) voor 26 woningen niet heeft gekregen, terwijl hij daar naar eigen zeggen wel op mocht vertrouwen. Hij heeft er ook al heel veel werk voor gedaan.

Hij had wel de opdracht gekregen voor het voorlopig ontwerp (VO). Dat heeft hij gemaakt en daarvoor is hij ook betaald. Daarna laat de opdrachtgever hem per brief weten weliswaar zeer tevreden te zijn over de artistieke prestaties, maar hem toch niet de opdracht voor het DO te geven. Reden: de samenwerking werd niet als prettig ervaren.

‘De dove en de blinde’

De arbiter reconstrueert aan de hand van de stukken en de mondelinge behandeling de communicatie tussen partijen. Daaruit doemt voor wat de opdracht voor een DO betreft het beeld op van – met dank aan Cees Nooteboom – een dialoog tussen een dove en een blinde.

De architect stelt bijvoorbeeld dat hij aan de acceptatie van de VO-opdracht als voorwaarde heeft verbonden dat hij het hele ontwerptraject mocht doen. De opdrachtgever zegt dat hij alleen maar heeft laten weten het hele traject in principe met dezelfde architect te willen doen. En dat was ook nog eens vóórdat de VO-opdracht verstrekt werd.

Ook zegt de architect dat hij op verzoek van de opdrachtgever een overeenkomst voor de DO heeft aangeleverd, die goedkeurend ontvangen werd. Maar de opdrachtgever zegt dat hij alleen maar gevraagd heeft naar een offerte voor een eventueel vervolgtraject. Daarop goot de architect die offerte in de vorm van een DO-overeenkomst.

‘Roze bril’

Dat de architect meer werk heeft verricht dan was afgesproken, is wel duidelijk. Maar helaas voor hem kan hij zijn visie op de afspraken daarover niet onderbouwen. De stukken die er zijn onderschrijven juist de uitleg van de opdrachtgever. Liep deze architect in zijn gretigheid om de klant binnen te halen te ver op de troepen vooruit, in de hoop dat het wel goed zou komen? Of liet hij zich meeslepen door zijn enthousiasme voor de inhoud van de klus? We weten het niet. Wel is duidelijk dat hij in zijn interpretatie van de communicatie een roze bril ophad. In dit geval kan de arbiter niet anders dan zijn vordering afwijzen

Voorkom risico’s: wees zakelijk

Toetsen van zijn visie door afspraken voorafgaand aan elke fase schriftelijk en ondertekend vast te leggen, had deze architect veel ellende kunnen besparen. Als je dat niet doet, loop je risico’s. Natuurlijk leert de ervaring dat risico’s niet altijd manifest worden. Anders gezegd: het gaat vaak goed. Totdat het fout gaat. Dan blijkt dat die ervaring eigenlijk een slechte leermeester was.

Ook voor een architect, vaak meer creatief dan zakenmens, geldt het advies van de zeventiende-eeuwse jezuïet Baltasar Gracián: wie succes wil hebben, moet over enige koopmanszin beschikken.

(Meer lezen over het gebruikte voorbeeld? Het vonnis is (geanonimiseerd) terug te vinden op raadvanarbitrage.info, onder nummer 12.000652)

Ton Hesp schrijft voor de Raad van Arbitrage voor de Bouw

Ton Hesp