Actueel / Nieuws

Op papier kun je niet alles vertellen

“Het grootste deel van mijn werkdag bestaat uit communiceren in plaats van ontwerpen”, vertelt Charlotte Griffioen, architect-directeur bij MVSA Architects. Griffioen zit vanaf de eerste pitch tot de uitvoeringstekeningen aan tafel. Hierdoor kan ze haar communicatie skills op allerlei niveaus inzetten. Een gesprek over Bjarke Ingels, de kracht van non-verbale communicatie en het waarmaken van mooie verhalen. “Ik ben aanstekelijk enthousiast als ik ergens in geloof.” Door Merel pit

Wat betekent goede communicatie voor jou?
“Goede communicatie begint bij het begrip van de situatie waarin ik me bevind. Voordat ik ook maar iets zeg of doe, vraag ik me af: met wie heb ik te maken? Wat zijn hun belangen? En wat is ons gezamenlijk belang? Hoe ik communiceer hangt dus enorm af van de situatie. In een bouwvergadering stel ik me anders op dan tijdens een pitch voor een belangrijke opdrachtgever of als ik met een team werk aan een tender.”

Van welke architect kijk jij graag het kunstje af?
“Bjarke Ingles is een meester als het gaat om storytelling. Hij verkoopt zijn ontwerpen op een hele simpele manier. De complexiteit van de opgave brengt hij terug tot iets wat zelfs een leek begrijpt. Dit haalt misschien wel iets van de mystiek van architectuur weg, maar de opgave tot de kern terugbrengen en daarover op een heldere manier communiceren is wel onze taak als architect.”

Ben je een betere architect als je goed bent in storytelling?

“Als ik iets niet goed kan overbrengen, dan lukt het me nooit om te maken wat ik voor ogen heb. Een goed verhaal ligt aan de basis van elk ontwerp dat ik maak. Het helpt me om de opdrachtgever te overtuigen dat wij het beste antwoord kunnen geven op zijn vraag, maar ook om prioriteiten te stellen en hem – en andere mensen in het team - gedurende het proces te overtuigen van bepaalde beslissingen. Als bijvoorbeeld de aannemer ineens voorstelt om voor kunststofkozijnen te kiezen, terwijl het verhaal is dat we zo natuurlijk mogelijk bouwen, dan kan ik aan het bouwteam en de opdrachtgever gemakkelijk duidelijk maken dat dit geen goed idee is.”

Communicatie is natuurlijk wel meer dan een goed verhaal.

“Dat klopt. De meeste communicatie is non-verbaal en heeft met houding te maken. Ik ben er bewust mee bezig hoe ik overkom. Ik ben gevoelig voor hoe mensen op me reageren en de groepsdynamiek. Ik vraag me af: wat is de impact van wat ik zeg? Worden er mensen ondergesneeuwd? Ik probeer zo authentiek mogelijk over te komen. Mijn energie en enthousiasme werken bijvoorbeeld vaak aanstekelijk. Hierdoor kan ik mensen snel meenemen in mijn verhaal. En als er een discussie is, kan ik daar meestal op een charmante manier een positieve draai aangeven, waardoor toch alle neuzen weer dezelfde kant op komen te staan. Tegelijkertijd praat ik soms wel erg veel, te veel. Dan ga ik bewust even op mijn handen zitten, zodat anderen aan tafel ook de kans krijgen wat te zeggen.”

‘Als ik een mooi verhaal vertel wat we vervolgens niet waarmaken, komen ze niet terug. Zonder mijn team aan projectleiders, tekenaars en andere techneuten ben ik niks.’

Zet je ook wel eens je vrouwelijke communicatievaardigheden in?
“De sfeer in een bouwvergadering met alleen maar mannen verandert enorm als ik aan tafel ga zitten. Dan wordt er ineens minder hard geschreeuwd en worden ze vriendelijker. Daarvoor hoef ik niet eens wat te zeggen.”

Je bent heel bewust bezig met hoe je communiceert en wat je verhaal is. Zit je er ook wel eens naast?
“Jawel, bijvoorbeeld bij tenders. Voordat we beginnen met ontwerpen, pluizen we de leidraad uit en onderzoeken we de doelstellingen van het de opdrachtgever en de uiteindelijke gebruikers. We doen er alles aan op de werkelijke vraag te doorgronden. Omdat direct contact met de opdrachtgever onmogelijk is, komt het helaas wel eens voor dat we inzetten op een aspect dat uit de leidraad heel belangrijk leek, maar het toch bij de uiteindelijke beoordeling niet is. Een mooi voorbeeld van hoe belangrijk persoonlijk contact is om tot de juiste oplossing te komen. Op papier kun je niet alles vertellen.”

Het klinkt alsof jij als architect meer bezig bent met communicatie en storytelling dan met ruimtelijkheid en vakmanschap. Maar een goed verhaal is nog geen goed gebouw.
“Mijn werkdag bestaat inderdaad voor het grootste deel uit vergaderen, pitchen en verhalen maken. Ik kan me voorstellen dat bepaalde architecten een hele andere opvatting van hun werk hebben. Ze zien het als een artistiek vak waarbij ze vooral schetsen en tekeningen produceren. Maar ik denk dat dit aan het veranderen is. Als architect ben ik in de eerste plaats een dienstverlener. Ik wil mijn opdrachtgever begrijpen en doorgronden en daarop inspelen. Maar dit betekent niet dat ik er zonder ruimtelijk inzicht en vakkennis kom. Een aannemer prikt er zo doorheen als ik niet weet waar ik het over heb. Daarnaast werken wij veel voor terugkerende opdrachtgevers. Als ik een mooi verhaal vertel wat we vervolgens niet waarmaken, komen ze niet terug. Zonder mijn team aan projectleiders, tekenaars en andere techneuten ben ik niks.”