Veerkracht is in het architectuur- en stedenbouwvak een belangrijke eigenschap. Complexe projecten met veel betrokkenen, tijdsdruk en omgang met tegenslagen vragen veel flexibiliteit. Op welke manier geven jullie dit als bureau vorm?
Gideon:
“We zijn een echt samenwerkbureau. Door heel bewust open en transparant te handelen, leggen we zowel intern als extern verbindingen. Voor mij persoonlijk was dit een van de redenen om in 2018 partner te worden. Toen ik ongeveer tien jaar geleden een eerdere periode bij SVP werkte, functioneerden de architecten- en de stedenbouwtak te veel gescheiden. Dat was in de tussenliggende tijd al behoorlijk veranderd, maar de integratie van de beide disciplines was nog onvoldoende. Inmiddels hebben we gezamenlijk een sfeer weten te creëren waarin het heel normaal is om als stedenbouwkundige mee te kijken bij architectuurprojecten en andersom. Projecten worden echt beter van die andere blik! We zijn ons zeer bewust van de meerwaarde die we kunnen bieden. In plaats van dit alleen maar te verkondigen, brengen we de verwevenheid ook echt in de praktijk. Gelijkwaardigheid in samenwerkingen, ook met adviseurs en collega-architecten, is een voorwaarde om kwaliteit te leveren. Dit is niet altijd makkelijk en kan best wat wrijving geven, maar het polijst ook een project. Een open en eerlijke houding ten opzichte van elkaar zorgt ervoor dat het resultaat mooier en beter wordt.”
Hoe gaan jullie om met het feit dat niet iedereen over evenveel veerkracht beschikt? De een kan de hele wereld aan, de ander ziet snel beren op de weg. Hoe zorg je ervoor dat iedereen binnen het bureau tot zijn of haar recht komt?
Gideon:
“Zelf kun je eigenlijk alleen maar het goede voorbeeld geven. Zoals wij als directie samenwerken, elkaar aanvullen en ook uitdagen, zo proberen we de kwaliteiten van onze mensen te herkennen en te benoemen. Hierdoor weten collega’s van elkaar wat ze graag doen en waar ze goed in zijn. Ieder jaar maken we een teamprofiel en houden we meerdere rondetafelgesprekken. Op basis daarvan knopen we medewerkers aan elkaar. Zo zetten we mensen in op de terreinen en in de fasen waarin ze zich thuis voelen en bieden we tegelijkertijd ruimte voor kennisdeling en ontwikkeling. Binnen SVP zijn we gezegend met tien verschillende nationaliteiten. Het is interessant om te zien hoe iemand uit een andere cultuur heel anders tegen bepaalde zaken aankijkt. We vinden het heel belangrijk dat we al die mensen aan boord hebben en daarmee een heel gedifferentieerd beeld hebben van wat er in de wereld speelt en hoe je processen vorm kunt geven.”
‘Ieder jaar maken we een teamprofiel en houden we meerdere rondetafelgesprekken. Op basis daarvan knopen we medewerkers aan elkaar.’
De huidige crisis vraagt extra veerkracht van het bureau en zijn medewerkers. Hoe zorgen jullie ervoor dat medewerkers ondanks de beperkingen verbonden en gemotiveerd blijven?
Liz:
“Gelukkig hadden we al de juiste faciliteiten om thuis te kunnen werken. Vanaf de eerste lockdown hebben we collega’s het gevoel proberen te geven dat ze ook thuis net zo veel als daarvoor gezien en gehoord worden. Ik maak iedere week een quarantainekrant met nieuwsberichten over lopende projecten, wist-je-datjes, tips en persoonlijke (thuiswerk)verhalen. Ook is er wekelijks een gezamenlijke, digitale sportles en een ontwerpoverleg. Met ‘de stem van SVP’ bespreken we externe projecten of ontwikkelingen. We zetten alle mogelijke middelen in om met elkaar in contact te blijven. Een digitale borrel organiseren of paas- en kerstcadeautjes laten bezorgen, is een kleine moeite, maar het zorgt er alles bij elkaar voor dat het groepsgevoel blijft bestaan. Ook talentontwikkeling proberen we, ondanks alle beperkingen, zoveel mogelijk doorgang te laten vinden.”
Er is dus weinig op de lange baan geschoven?
Gideon:
“Inderdaad, we gaan eigenlijk gewoon door zoals we al bezig waren. Dat klinkt makkelijker dan het is. Het is vooral vervelend dat je niet even bij elkaar langs kunt gaan om te zien of iemand ergens tegenaan loopt of wat minder in zijn of haar vel zit. Kleine dingen die altijd vanzelfsprekend waren, moeten nu georganiseerd worden. Dat heeft ook voordelen. Het wekelijkse ontwerpoverleg was er altijd al, maar wordt nu beter voorbereid dan voorheen. Ondanks het feit dat het online plaatsvindt, is het nog nooit zo kwalitatief en gezellig geweest als sinds het begin van de coronacrisis.”
Liz:
“Wat echt helpt is dat iedereen heel open richting elkaar is. Je mag het gewoon zeggen als het even niet gaat. Je kunt onder de huidige omstandigheden niet de normale prestaties van mensen verwachten.”
‘Vanaf de eerste lockdown hebben we collega’s het gevoel proberen te geven dat ze ook thuis net zo veel als daarvoor gezien en gehoord worden.’
Het vergt ook veerkracht om in deze tijd projecten op een goede manier te kunnen organiseren. Heeft jullie werkwijze zich ook bewezen richting de buitenwereld?
Gideon:
“Datgene waar wij het allerbeste in zijn, wordt op dit moment een beetje gedwarsboomd. Natuurlijk houden we presentaties, inspraakavonden en participatietrajecten het liefst live. Maar er is ook online veel mogelijk.”
Liz:
“Samen met een externe partij hebben we vanaf het begin gedacht in mogelijkheden, niet in beperkingen. Wat betreft samenwerking en participatie hebben we veel uitgeprobeerd en vooral niet afgewacht. Door zelf in de praktijk te onderzoeken wat wel en niet werkt, kom je tot resultaten. Het is voor iedereen nieuw, dus het hoeft niet meteen vlekkeloos te verlopen. We hebben bijvoorbeeld een tender gepresenteerd in de vorm van een film met een aantal interviews met de betrokkenen. Op die manier kun je ook online het persoonlijke aspect aandacht geven.”
Wat verwachten jullie, zo vlak na de jaarwisseling, van het komend jaar?
Gideon:
“We zijn heel trots op hoe we het afgelopen jaar samen zijn doorgekomen. De koek is echter wel een beetje op. Ik kijk ernaar uit weer met collega’s aan tafel te zitten boven een schetsrol. Waarschijnlijk blijft de huidige manier van werken nog wel enkele maanden duren. Dat is nog een lange periode om veerkracht te tonen. Het gaat lukken, maar we zien erg uit naar de eindstreep.”