Nieuwe verdienmodellen
De aanwezigen waren het eens dat architecten in de toekomst op zoek moeten naar nieuwe verdienmodellen. Architectenbureaus kunnen niet langer meer met het traditionele model werken waarin zij hun uren verkopen. Maar hoe zien de nieuwe verdienmodellen eruit en hoe kunnen de digitale mogelijkheden hierin worden geïntegreerd? Moet de transitie worden gemaakt van vraag naar aanbod? Moet de kloof tussen de ingenieur en de architect worden verkleind?
Van alfa naar bèta
Een vraag die aan bod kwam is of architectuur te vaak in een alfa-versie blijft hangen. Worden er teveel prachtige nieuwe projecten ontwikkeld, maar niet uitontwikkeld? Wordt er teveel alfa-kwaliteit geleverd voor een premium prijs? Robotica lijkt juist de kans te bieden om het bèta-stadium in de architectuur te bereiken. In andere sectoren is dit al duidelijk. Daar wordt robotica ingezet wanneer precisie nodig is op gigantische schaal – denk aan de IPhone bijvoorbeeld. In de architectuur is die precisie en schaal nog niet bereikt.
Schaalbaarheid
Hoe bereik je dan wel een volgende stadium? Een van de antwoorden is door het proces op te schalen en niet zozeer het product. We hebben nu een industrie die schaalt op massaproductie: op diezelfde manier kun je ook maatwerk maken. Om producten tegen dezelfde hoge kwaliteit, maar niet in gigantische massa’s te maken, moet de aansturingstechniek van de machines versimpelt worden. “Een architect hoeft niet alles te weten, maar moet de juiste vragen stellen als hij naar fabrikant gaat,” aldus Paul de Ruiter van de TU Delft.
Customisatie
Er wordt nu vaak pas na het ontwerpen gekeken naar de capaciteit van machines. Maar dit is inefficiënt en duur. Daarom moeten architecten veel meer gaan ontwerpen voor de techniek die ze gaan gebruiken. En dit geldt al vanaf de eerste lijn op papier. In het ontwerpproces hou je er als architect dan al rekening mee en optimaliseer je. Ook zullen machines steeds verder worden ontwikkeld specifiek voor de architectuursector. Ondanks dat je unieke ontwerpcomponenten maakt, kun je op deze manier in traditionele markt concurreren en schaalbaar produceren.
Architect als enabling agent
En de positie van de architect in de toekomst? De administratieve component van de architectuur is een onderbelicht onderwerp. Jelle Feringa van Aectual stelt de vraag: “Is het niet veel makkelijker en leuker om robotcode te genereren dan stapels en stapels aan plannen, tekeningen en details? Waarom zouden we niet een product realiseren, in plaats van een intentie verklaring? Dit kost minder energie en tijd en de toegevoegde waarde van het papierwerk is twijfelachtig.” Als architect kun je dan de positie innemen om van een enabling agent, in plaats van de accountant met stapels papierwerk.
Volgens de aanwezigen moet de focus in de toekomst veel meer moet komen te liggen op het productieproces in plaats van het eindproduct. Andere inzichten en overdenkingen van de avond waren:
- Gaat robotica de architectuur en bouwtechniek dichter bij elkaar brengen? Wordt de kloof tussen architect en ingenieur verkleind over een aantal jaar?
- Is eigenbouw een oplossing om met nieuwe productietechnieken te kunnen experimenteren?
- Welke tools kunnen worden ontwikkeld om het gat tussen de kennis van de architect en de machine te dichten?
- Wie neemt de risico’s op zich bij het ontwikkelen en inzetten van nieuwe technieken?
Ook data speelt een belangrijke rol in de ontwikkelingen op het gebied van architectuur. Tijdens de volgende denktank van BNA gaan we dieper in op data en hoe de architect hier gebruik van kan maken. Hou de BNA-agenda in de gaten en/of meld je aan voor de BNA-nieuwsbrief als je op de hoogte wil blijven.
Deelnemers van deze denktank bijeenkomst waren:
Andreja Andrejevic, OMRT
Jelle Feringa, Aectual
Hans Hoogeboom, TU Delft
Gijs Joosen, Royal Haskoning
Menno Kooijstra, TANK
Paul de Ruiter, TU Delft
Sevil Sariyildiz, TU Delft
Jasper Spiegeler, OMRT
Roger Tan, Unsense
Rob Torsing, ZJA Zwarts & Jansma Architects
Bauke de Vries, TU Eindhoven
Marieke Istha, BNA
Alexander Pastoors, BNA
Roseanne Schipper – verslag