Wat zijn de recente ontwikkelingen op het vlak van energieprestatieberekeningen?
Alexander:
“Per 1 januari 2021 is de berekeningsmethodiek van de energieprestatie van gebouwen veranderd. Om aan Europese regelgeving te voldoen vervangt BENG, bijna energieneutraal gebouw, de vroegere EPC (energieprestatiecoëfficiënt). Vroeger waren er twee sets rekenregels. Eén om het energielabel van een bestaand gebouw te bepalen en één om de energieprestatie van nieuwbouw te berekenen. Met de introductie van BENG blijft er nog maar één rekenmethode over om de energieprestatie van zowel bestaande bouw als nieuwbouw te bepalen.”
Jan Wijnand:
“BENG gaat in de basis uit van drie indicatoren die afzonderlijk van elkaar worden berekend, terwijl de EPC uit één waarde bestond. EPC was vooral een theoretische methodiek, die weinig zei over het functioneren van een gebouw in de praktijk. De drie BENG-indicatoren vertellen veel concreter wat een gebouw doet of gaat doen, bijvoorbeeld over het energiegebruik per vierkante meter vloeroppervlak.”
‘We moeten ons meer met elkaar verbinden en kennis uitwisselen. Als beroepsgroep worden we daar sterker van.’
Wat was voor de BNA aanleiding de cursus op te zetten?
Alexander:
“Voor architecten is er met de komst van BENG een ongewenst neveneffect ontstaan. Om de wildgroei aan adviesbureaus die zich bezighouden met energielabels voor bestaande bouw tegen te gaan, moeten dit soort bedrijven zich vanaf dit jaar certificeren. Omdat de rekenmethodes voor bestaande bouw en nieuwbouw in elkaar zijn geschoven, is deze verplichte certificering er nu ineens ook voor architecten die vroeger zelf EPC-berekeningen maakten voor bijvoorbeeld een omgevingsvergunning en nu met BENG aan de slag moeten. Dertig procent van de BNA bureaus maakt deze berekeningen zelf. Vooral voor kleinere bureaus is het financieel niet rendabel en erg omslachtig een geheel certificeringstraject te doorlopen. Met de cursus bieden we architecten een manier om de berekeningen zelf te blijven maken. Als zij de benodigde gegevens op een bepaalde manier aanleveren, maken de gecertificeerde adviseurs van BuildingLabel de registratie verder in orde.”
Waarom zou je dit soort berekeningen niet gewoon uitbesteden?
Jan Wijnand:
“Als architect houd ik het hele proces het liefst in eigen hand, van de eerste schets tot en met de bouwaanvraag. Ik geloof in het holistische denken. Naast BENG-berekeningen maak ik bijvoorbeeld ook zelf stikstofberekeningen. Als je iets uitbesteedt, krijg je alleen het voor de hand liggende antwoord op de vraag. Om tot een zo integraal mogelijk resultaat te komen, wil ik zelf aan de knoppen kunnen draaien. Soms hoef je slechts een enkel getalletje aan te passen om uit te vinden of de ene oplossing duurzamer is dan de andere. Het uiteindelijke hoofddoel is de aarde leefbaar te houden. Volgens mij staan veel BENG-adviseurs te ver van het ontwerpproces af.”
‘Met de cursus bieden we architecten een manier om de berekeningen zelf te blijven maken.’
In de term BENG, bijna energie neutraal gebouw, lijkt een gebrek aan ambitie te schuilen. Waarom niet helemaal energieneutraal? Hoe zien jullie dat?
Alexander:
“Bij de term zelf wil ik niet te lang stilstaan. Uiteindelijk is dat slechts een vertaling van een Europese standaard. De streefmaat die de Nederlandse overheid heeft bepaald is op sommige onderdelen best streng. Het percentage hernieuwbare energie is bijvoorbeeld een aanscherping ten opzichte van de EPC. Voorheen waren er aparte eisen voor woningbouw, scholen, ziekenhuizen en dergelijke. Dat is gebleven, maar ze zijn nu beter vergelijkbaar. De BENG-eisen zijn minimale eisen en weerhouden je er niet van om energieneutraal of zelfs energieleverend te ontwerpen en te bouwen.”
Jan Wijnand:
“De BENG heeft meerwaarde ten opzichte van de EPC omdat het hele proces van ontwerpen, engineering en uitvoering erdoor gedekt is. De EPC was puur een meetinstrument op het moment van de vergunningsaanvraag. BENG garandeert de berekende waarden tot en met de oplevering. Dossiervorming is een belangrijk onderdeel van de nieuwe methode. Ook de aannemer is in de nieuwe wetgeving verantwoordelijk voor de BENG-berekening van het eindproduct. Hij of zij kan niet meer zomaar een andere warmtepomp toepassen dan in de vergunningsberekening is opgenomen. Als architect blijf je aan tafel, ook in de uitvoeringsfase. Wanneer er een alternatief materiaal ter sprake komt, bellen ze mij en niet het adviesbureau dat toevallig de BENG-berekening heeft gemaakt maar mijn ontwerp helemaal niet kent. Het hele proces leidt naar een meer energiezuinige verbouwing of nieuwbouw.”
Wat mis je nog in de praktijk van het BENG-berekenen?
Jan Wijnand:
“Ik mis een soort BENG-platform. Het zou fijn zijn als je een collega kunt bellen wanneer je onzeker bent over BENG-berekeningen. Als architecten zijn we gewend met elkaar te concurreren. Dat is niet meer van deze tijd. Het drijft ons uit elkaar en juist dat is een voedingsbodem voor allerlei beunhazen en cowboys. We moeten ons meer met elkaar verbinden en kennis uitwisselen. Als beroepsgroep worden we daar sterker van.”
Alexander:
“Als branchevereniging staan we daar natuurlijk achter en proberen we voor onze leden zoveel mogelijk hobbels weg te nemen. De cursus ‘Energie Prestatie berekeningen voor ontwerpers’ is daar een voorbeeld van. We moeten samen slimmer worden!”