Actueel / Nieuws

De waarde van architectuur: van alle tijden

Wat is een goed gebouw in tijden van oorlog? Het voelt futiel om nu een stuk te schrijven over de waarde van architectuur en wat een gebouw tot het beste gebouw van het jaar maakt.

Net als iedereen ben ik vreselijk geraakt door de hartverscheurende beelden uit Oekraine. Wat kan ik - als mens en als architect - doen? Die vraag domineert na een in eerste instantie overweldigend gevoel van machteloosheid. Woorden als solidariteit en verantwoordelijkheid komen in me op. Waar begint en eindigt onze invloed en wat is die invloed die wij als architect kunnen hebben? Als architect werk je immers in opdracht van.

Dat de kracht van ontwerp groot kan zijn bewijzen prijsvragen en studieprojecten. Zij agenderen vaak politieke en maatschappelijke vraagstukken. Fictieve plannen kunnen de grenzen van het bereik van architectuur verleggen en de positie van architectuur versterken en vooruit helpen.

Een nu zeer pijnlijk actueel voorbeeld hiervan is het internationaal geprezen afstudeerproject van de Oekraïense architect Lesia Topolnyk uit 2018. Zij ontwierp een voorstel voor de zelfbenoemde ‘Un-United Nations Headquarters’ op de Krim. Topolnyk’s motivatie: “Het project ziet een alternatieve toekomst voor gebieden met onopgeloste conflicten door het geschil als een situatie te benaderen die onder de juiste omstandigheden zou kunnen transformeren tot iets positiefs. Het ontwerp voor het hoofdkwartier van de Onverenigde Naties doet zich voor als een scheidingsmuur, maar functioneert als een poort.” Het gebouw is een groot langgerekt volume, als een gang, de informele plek waar alle belangrijke beslissingen in genomen worden. “De gang is de praktische ruimte om te onderhandelen, waarmee ze interacties in een ander domein mogelijk maakt.” Hier toont zich de kracht van architectuur, ruimtelijke principes als ‘de gang’ en ‘de muur’ inzetten om kenmerkende politieke beslissingen zichtbaar te maken.

Un-United Nations Headquarters - Lesia Topolnyk
Un-United Nations Headquarters - Lesia Topolnyk

Het bereik van ongebouwde architectuur op de politiek kan zo groot zijn, omdat ze verder reikt dan de praktijk kan. Maar is architectuur niet altijd politiek? Gebouwd of ongebouwd? Waar begint onze verantwoordelijkheid en aan de andere kant van dezelfde medaille: waar ligt onze kracht?

Het Nationale Parlementsgebouw van Bangladesh in Dhaka van Louis Kahn is een voorbeeld van gebouwde impact. Het is een buitengewone mix van de Bengaalse volksarchitectuur en moderne architectuur. Het gebouw is een symbolisch monument voor de regering van Bangladesh. Architect Shamsul Wares vertelt in de film My Architect over het gebouw: “He (Louis Kahn) gave us democracy (..) with space, light, the volumes. With the lining of the spaces, those ambiguities. In disguise he has given us the institution of democracy from where we can rise and that is so relevant. He has given the love for us.”

De BNA Beste Gebouw van het Jaar-verkiezing is zeer relatief in deze tijd van grote geopolitieke onzekerheid. Maar binnen ons vakgebied is het prijzen van een goed gebouw voor mens en maatschappij van grote waarde. Omdat het gaat om het onderkennen en onderschrijven van ontwerpkracht. Omdat het gaat om de impact die kunst en architectuur op de maatschappij kunnen hebben. Omdat het gaat om de symbolische waarde van een gebouw tot het kleinste detail; een gebouw kan mensen verbinden en ruimte geven voor ontmoetingen en kan de mogelijkheid bieden dingen van de andere kant te bekijken. Een gebouwd werk kan verwonderen en kan letterlijk verbinden. Zoals in Katwijk een gebouw annex parkeergarage een dorp met de zee kan verbinden, zo kan een Forum Groningen of Rozet in Arnhem – beide Beste Gebouw-winnaars – datgene uitstralen wat architectuur vermag: verbeelden en verbinden, liefst allebei tegelijk. Kortom: de kracht van architectuur kan groot zijn. Deze woorden zijn groot, maar ik zeg het toch: droom groot, begin klein en voor je het weet, draag je echt iets waardevols bij.

Profielfoto van Jolijn Valk

Geschreven door

Jolijn Valk

BNA-voorzitter