Actueel / Nieuws

Elk project zien als een mogelijkheid tot verandering en innovatie

Wat houdt samenwerking, maatschappelijke betrokkenheid of jouw rol als professional in bij het ontwerpen aan een betekenisvolle toekomst? Op donderdag 5 november bevraagt dagvoorzitter Gaetana Ferla tijdens de BNA Architectendag experts uit drie verschillende disciplines wat dat voor hen betekent; Mark Mobach van de lectoraat facility management Hanzehogeschool Groningen, Annegien van Dijk van Brique architecten Amsterdam en Mendel Robbers van ontwikkelaar en belegger Schipper Bosch Amersfoort. Annegien van Dijk vertelt wat ‘een betekenisvolle toekomst’ voor haar inhoudt.

.

Corona laat ons op veel vlakken zien dat veel zaken ineens anders kunnen. Het wordt ook al wel de katalysator genoemd voor het concreet nadenken over de aanpak van andere crises, zoals de klimaatverandering. Tot welke acties heeft dat al geleid in jouw praktijk?

Deze crisis laat zien dat het adaptief vermogen van mensen groot is, maar we zien ook hoe moeilijk veranderen is. We passen ons pas dan aan, als we het noodzakelijk is en houden deze verandering alleen vast als we er ook op de lange termijn het voordeel van inzien. De praktische uitvoerbaarheid en economische haalbaarheid zijn bepalend, maar de mens is doorslaggevend.

Architectuur gaat per definitie over mensen. Het is ons vak ons te verdiepen in wat mensen nodig hebben en vragen van de gebouwde omgeving; welk ‘probleem’ we moeten oplossen. Dat doen we door te observeren, vragen te stellen en te luisteren. Door een Programma van Eisen niet voor lief te nemen, maar de beweegredenen erachter te onderzoeken. Niet alleen bij de start van een project, maar ook tijdens het ontwerpproces en na oplevering. Zo kun je ontdekken wat er niet blijkt te werken, welke ideeën het waard zijn verder te ontwikkelen en welke toevallige ontdekkingen er zijn.

Maar dat is niet genoeg, we zien aan deze crisis dat flexibiliteit essentieel is. Als we echt duurzaam willen gaan bouwen, moeten we zorgen dat gebouwen niet het alleen huidige gebruik faciliteren, maar ook een ander gebruik mogelijk maken. Er zijn steeds meer en betere renovatie- en transformatie projecten, waar we van kunnen leren.

We moeten af van het idee dat alleen een nieuw gebouw kan faciliteren of uitstralen wat we willen. We kunnen elk jaar opnieuw het “duurzaamste” “meest innovatieve” of “bijzonderste” kantoor- of schoolgebouw van Europa neerzetten. Na een paar jaar is elk nieuw gebouw nog slechts één van de bestaande gebouwen, dat zich moet aanpassen aan een veranderend gebruik en dan geldt ook hier “survival of the fittest”; welk gebouw past zich het beste aan?

Op welke manier zijn de verschillende goede ideeën die er bestaan bij elkaar te brengen en daarmee tot echt anders bouwen te komen?


Als we mensen of bedrijven willen verleiden tot een ander gebruik van de gebouwde omgeving en bestaande gebouwen, is het noodzakelijk dat we ze kunnen laten “invoelen” wat het ze kan opleveren. Daarin kunnen architecten met ontwerpend onderzoek een bepalende rol in spelen.

‘We moeten als architecten, los van gerichte studies en onderzoeksprojecten, elk project als een mogelijkheid tot verandering en innovatie zien en ontwerpend onderzoek doen. Op welke schaal dan ook. ’


Opdrachtgevers, maar ook wij zelf, moeten af van het idee, dat de weg naar de beste oplossing een rechte lijn is. Floris van Alkemade maakt in zijn essay “De kunst van het van richting veranderen” de vergelijking met een labyrint, waarin we zoeken, vinden, maar ook soms een doodlopende weg inslaan. Als we de kennis hierover delen kunnen we veel meer leren van elkaar, dan als we alleen naar gerealiseerde projecten kijken. Dan hebben we een onderzoeksveld dat genoeg omvang heeft om de problemen waar we voor staan. Zo kunnen we voortbouwen op elkaars werk en voorkomen dat we allemaal ons eigen wiel uitvinden.

Dergelijk ontwerpend onderzoek en kennisuitwisseling kan op allerlei manieren gefaciliteerd worden. Een voorbeeld is Mevrouw Meijer. Deze stichting faciliteert ontwerpend onderzoek door architecten mét de gebruiker naar de mogelijkheden van bestaande schoolgebouwen uit de tweede helft van de 20e eeuw. Dit heeft onlangs geresulteerd in de prachtige renovatie van Daltonschool De Molenwiek in Haarlem ontworpen door Korth Tielens.

Welke samenwerkingen / strategieën zie jij op dit moment als werkelijk toekomstbestendig?


Los van het feit dat we als architecten meer kennis moeten delen en moeten bedenken hoe we kunnen zorgen dat de kennis die er is minder versnipperd raakt over al die kleine bureaus in Nederland, denk ik dat we vooral ook vakoverschrijdend moeten samenwerken; met opdrachtgevers, leveranciers en aannemers. Zo kunnen we de praktische uitvoerbaarheid en economische haalbaarheid te borgen en op een andere manier verantwoordelijkheden verdelen en garanties zeker stellen. Daarom verwacht ik dat we in de toekomst steeds meer in bouwteams zullen gaan werken.

De BNA Architectendag vindt dit jaar online plaats op donderdag 5 november. Met het thema inter <> actie kijken we vanuit verschillende invalshoeken naar wat het betekent om te ‘ontwerpen aan een betekenisvolle toekomst’. We gaan op zoek naar ideeën en oplossingen om tot een doorbraak te komen naar echt anders bouwen. Lees meer over het programma en meld je aan: